Teksten van Afspanning Den Haan

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/171

Afspanning Den Haan_versie2_20160325 ()

De voormalige afspanning Den Haan te Diest, is beschermd als monument.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Afspanning Den Haan [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187416 (geraadpleegd op ).


Afspanning Den Haan versie 1 10062013 ()

Een omvangrijk en complex, maar vooral merkwaardig geheel dat grosso modo tot U-vorm te herleiden en heel heterogeen van stijl is: een minstens tot de 17de eeuw opklimmend diephuis met poortgebouw in traditionele bak- en zandsteenstijl, een 18de-eeuwse classicistische uitbreiding en een semi-industriële 19de-eeuwse dienstvleugel aan de binnenkoer.

Historiek

De Rooden Haen of Den Haan is gelegen op de hoek van de Grote Markt en de Sint-Jan-Berchmansstraat, aan de vroegere botermarkt waar Haspengouwse boter te koop was, die beter en vetter was dan de Hagelandse boter. Den Haan is één van de oudste en de meest bekende afspanningen van Diest, waarvan het hoofdgebouw minstens uit de 17de eeuw stamt. Merkwaardig is de hoeknis met Madonna ter hoogte van de eerste verdieping. De bouwheer van het pand is niet gekend. De registers vermelden dat de familie van Beringen het huis bewoonde op het einde van de 15de eeuw. Het is echter niet zeker dat dát huis de kern is van het hier besproken pand, Den Haan. Op het einde van de 16de eeuw was Den Haan eigendom van de familie van den Boom, om aan het einde van de 17de eeuw in het bezit te komen van de familie van den Goedenhuyzen, stuk voor stuk prominente families in Diest. In 1686 werd de waarde van het pand geschat op 4.000 guldens.

De familie Anceau, die eigenaar was van het pand in de eerste helft van de 18de eeuw, verkocht Den Haan in 1743 aan het stadsbestuur voor 5.500 guldens. Volgens de stadsrekeningen van 1779-1780 omvatte Den Haan op dat moment een huis, stallingen en een hof. Het eigendom kwam uit op de voormalige Peerdstraat, nu Egide Alenusstraat, en was gelegen tussen Het Hert op de Grote Markt en De Hinne in de Sint-Jan-Berchmansstraat. Kort daarna werd Den Haan samen met zeven andere huizen door het stadsbestuur verkocht om de aanleg van de nieuwe steenweg tussen Diest en Leuven, begonnen in 1777, te bekostigen. Toen die verbindingsweg in 1782 voltooid was, werd Den Haan door de Diestse magistraat als factorij aangeduid, de vertrekplaats van de postkoets waar men ook plaatsen kon reserveren en betalen bij de facteurs. De koets, die ten minste met drie paarden moest bespannen worden, vertrok elke dag om 6 uur in Diest en moest vóór 10 uur in Leuven aankomen. In de namiddag keerde de postkoets terug om ‘s winters vóór 18 uur en ‘s zomers vóór 19 uur aan te komen. In het stadsarchief van Diest bevindt zich een bouwaanvraag voor de vernieuwing van (vermoedelijk enkel) de gevels van Den Haan. De ontwerptekening toont een eenvoudige classicistische gevel van zes traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak (zijde Sint-Jan-Berchmansstraat) en een vijf traveeën tellende gevel aan de zijde van de Grote Markt met een centrale inrijpoort. Hoewel het ontwerp goedgekeurd werd door het stadsbestuur (3 oktober 1839), werd het nooit uitgevoerd. Vermoedelijk werden de geplande dure en ingrijpende werken vervangen door een goedkopere maar toch grondige 'modernisering': de kopgevels en het steile zadeldak werden vervangen door een tweede verdieping onder een minder hellend zadeldak met bakgoot - de steigergaten onder de vensters zijn nog sporen van de oorspronkelijke bouwhoogte -, de kruisen van de vensters werden verwijderd en de onderdorpels verlaagd, en dit zowel in de adellijke woning als in het poorthuis. Hier werd eveneens een kloosterkozijn en een deel van het driedelig kruisvenster dichtgemetseld. Vermoedelijk zijn de Louis XVI getinte dakkapel en de dwars op het diephuis ingeplante dienstvleugel op de binnenkoer een deel van diezelfde moderniseringscampagne die op basis van de niet uitgevoerde bouwaanvraag (terminus ante quem) na 1839 kan gedateerd worden. Oude foto’s tonen aan dat Den Haan bepleisterd of wit geschilderd was, dat het hoofdgebouw en het 18de-eeuwse bijgebouw op de begane grond voorzien waren van luiken en dat de toegangsdeur in de zijgevel van de Sint-Jan-Berchmansstraat oorspronkelijk centraal zat. Het pand deed in de 20ste eeuw dienst deed als café-hotel en garage. Het 18de-eeuwse gebouw rechts van de koetspoort was een verkoopplaats van allerhande steensoorten (Jules Maillet, Marbrerie). In 1993 werd het complex 'gerestaureerd': de gevels werden gereinigd en het schrijnwerk werd vervangen. Meer recent werd er een permanent terras tegen de voorgevel aangebouwd en werd in de kop van de zijgevel aan de Sint-Jan-Berchmansstraat een venster bijgemaakt.

In zijn huidige vorm is de voormalige afspanning Den Haan een complex geheel van gebouwen dat bestaat uit een minstens tot de 17de eeuw opklimmend diephuis met poortgebouw, een bijgebouw dat dateert uit de tweede helft van de 18de eeuw en een 19de-eeuwse dienstvleugel die dwars op het diephuis in de binnenkoer werd ingeplant.

Beschrijving

Het oorspronkelijk tweelagig diephuis in traditionele bak- en zandsteenstijl, werd in de 19de eeuw verhoogd tot drie bouwlagen onder een afgesnuit pannen zadeldak met bakgoot en heeft twee traveeën in de voorgevel - aan de zijde van de Grote Markt - en zes traveeën in de zijgevel, gericht naar de Sint-Jan-Berchmansstraat. Beide gevels zijn voorzien van muurankers, en worden geritmeerd door de voormalige kruisvensters met wigvormig ontlastingssysteem en hardstenen boven- en onderdorpels. De plint in kalksteen en ijzerzandsteen is in de zijgevel voorzien van een keldergat en werd gewijzigd om een oudere deur te supprimeren en een nieuwe deur te maken, uiterst links in de gevel. De toegangsdeur in de voorgevel is gevat in een geprofileerde omlijsting die gedeeltelijk origineel is.

Het poortgebouw bestaat uit twee bouwlagen onder een afgesnuit (rood) pannen zadeldak dat oorspronkelijk afgedekt was met leien. Een korfbooginrijpoort, voorzien van een halfronde druiplijst en houten poortvleugels, geeft toegang tot het achterliggende binnengebied. Boven de poort bevinden zich twee verlaagde rechthoekige vensters die worden bekroond door vijf naar twee- en driedelige kruisvensters verwijzende ontlastingsboogjes. Links van de vensters, aan de verbinding met het diephuis, is nog een dichtgemetseld kloosterkozijn aanwezig. Het poortgebouw wordt bekroond door een houten Louis XVI getint dakvenster met de suggestie van inzwenkende voluten en een geprofileerd driehoekig fronton.Aan de koerzijde toont het poortgebouw een excentrisch geplaatst recent rechthoekig venster en twee dakvlakvensters.

De 19de-eeuwse semi-industriële dienstvleugel op de binnenkoer bestaat uit zes traveeën en drie bouwlagen met mezzanino onder een pannen zadeldak.

Het oorspronkelijk bepleisterde 18de-eeuwse bijgebouw bestaat uit twee traveeën en twee bouwlagen met mezzanino onder een rood pannen zadeldak en is opgebouwd uit baksteen en ijzerzandsteen (plint en vensteromlijstingen op de begane grond). Twee steekboogvensters op de gelijkvloerse en twee rechthoekige vensters op de eerste verdieping doorbreken het muurvlak en worden bekroond door ovaalronde oculi. De bakstenen omlijsting van de verdiepingvensters en de oculi waren vermoedelijk in oorsprong bepleisterd in navolging van de ijzerzandstenen omlijsting van de vensters op de begane grond. Het pand is momenteel toegankelijk via een recente deur onder de koetspoort en sluit aan op een eenlagige vleugel - vermoedelijk stallingen -, opgetrokken in baksteen en voorzien van muurvlechtingen en schouderstukken. Dakkapellen verlichten de ruimte onder het zadeldak. Recente openingen, vier vensters en twee deuren, doorbreken de gevels. Overal, maar voornamelijk in de kopgevel, wijzen bouwnaden en sporen van vroegere muuropeningen op een gewijzigde gevelordonnantie.

De vroegere binnenkoer en mogelijk een deel van de weide werd bebouwd met garageboxen of doen dienst als parkeerterrein.

Bibliografie

  • FERRARIS J. 1775: Carte Chorographique des Pays-Bes Autrichiennes.
  • VONCKEN J.G. 1822: Primitieve kadasterkaart, Gemeente van Diest, s.l.
  • POPP P.C. 1857: Atlas Cadastral de Belgique. Province de Brabant. Arrondissement de Louvain. Plan Parcellaire de la ville de Diest, avec les mutations, Brugge.
  • BRANS M. 1994: Diest. Stille getuigen, s.l.
  • LEMAIRE R. e.a. 1971: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, 1, Provincie Brabant, arrondissement Leuven, Luik, p.56-99.
  • VAN DER EYCKEN M. 1994: Steden in beeld. Diest, s.l.
  • VAN DER EYCKEN M. 1980: Diest vroeger en nu, Tielt.
  • VAN DER EYCKEN M. 1980: Geschiedenis van Diest, Diest.

Bron: Beschermingsdossier DB002163, Afspanning Den Haan (digitaal dossier)
Auteurs:  Verloove, Claartje; Deneef, Roger; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Afspanning Den Haan [online], https://id.erfgoed.net/teksten/145940 (geraadpleegd op ).