Teksten van Parochiekerk Sint-Laurentius: toren

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/1727

Parochiekerk Sint-Laurentius: toren_versie2_20160321 ()

De westtoren van de Sint-Laurentiuskerk te Betekom, is beschermd als monument.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Laurentius: toren [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187256 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Laurentius: toren versie 1 02122013 ()

De toren van de parochiekerk Sint-laurentius is een drie bouwlagen hoge westtoren op een vierkante plattegrond, in ijzerzandsteen en daterend uit de 14de eeuw. Het gelijkvloers is overspannen met kruisribgewelven met bakstenen gewelfvlakken en gehistorieerde kraagstenen (everzwijn, hond, konijn, monster). De eerste torenverdieping opent op de middenbeuk door middel van een spitsboogopening. De torenspits werd volledig vernieuwd in 1669-1670.

Historiek

Hoewel in de overdrachtsakten van 1243 reeds sprake is van een ‘parrochia’ en een ‘ecclesie’ te Betekom, wordt de toren, het oudste gedeelte van de kerk, pas in de eerste helft van de 14de eeuw gedateerd.

De bifora in de bovenverdieping, het ontbreken van steunberen en het oorspronkelijk gesloten karakter van de torenromp herinneren aan de romaanse bouwstijl. Typerend voor de gotiek zijn de omvattende spitsbogen rondom deze tweelichten en het bakstenen kruisgewelf met witte natuurstenen ribben en gehistorieerde kraagstenen in de torenvoet. Op basis van de gelijktijdige aanwezigheid van kenmerken van de romaanse en de gotische bouwstijl werd de kerktoren van Betekom door R. Lemaire “een eigenaardig overgangstype tussen de romaansche en de gotische torens op het platteland” genoemd.

Hoewel over de bouwgeschiedenis van de Sint-Laurentiuskerk geen geschreven bronnen bestaan, wordt algemeen aangenomen dat de toren, een overgangstype tussen de romaanse en de gotische bouwstijl, werd opgericht tijdens de eerste helft van de 14de eeuw. Getuigen hiervoor zijn de bifora, ingeschreven in de spitsboog, en de kraagstenen met dierenafbeeldingen in de torenvoet.

In 1669-1670 werd een nieuwe spits op de toren geplaatst. In 1816 werd een nieuwe wijzer, haan en bol, gemaakt en verguld door Dumortel uit Leuven, en op de toren geplaatst.

Beschrijving

De toren van drie bouwlagen op vierkante plattegrond bestaat uit een bakstenen kern met een ommanteling in bruine ijzerzandsteen.

Typerend voor de toren zijn de romaanse tweelingboogjes, ingeschreven in een spitsboog, in elke zijde van de bovenste verdieping. Het deelzuiltje met kapiteel is alleen in de noord- en oostgevel bewaard. Aan de zuidelijke en westelijke bifora werd het weggebroken. Het oostelijke tweelicht is aan de buitenzijde niet meer zichtbaar, maar wordt verborgen door het dak van het schip. Gedeeltelijk met baksteen dichtgemetst, gedeeltelijk met een houten deurtje afgesloten, vormt het de toegang tot de bovenste etage van de torenromp. Dankzij de bescherming van het dak van de middenbeuk is het in betere staat dan de overige galmgatvensters: de stenen vertonen nog de sporen van de oorspronkelijke schuine frijnslag en ook het ingekraste kruisje in het midden bleef uitstekend bewaard.

De middenverdieping van de torenromp is aan de westzijde doorbroken door een groot, neogotisch drielicht met omlijsting en maaswerk in witte natuursteen en sterk gelijkend op de spitsboogramen in de west-, noord- en zuidgevel van de zijbeuken. Aan de binnenzijde wordt dit venster gedeeltelijk verborgen door het orgel.

In de benedenetage geeft een houten, bruin geschilderde deur in een rondbogige opening toegang tot het voorportaal van de kerk. Bovenaan vormt een in hoogreliëf uitgekapt kruis de bekroning van een waterlijst in de vorm van een ezelsrugboog.

De torenvoet is aan de binnenzijde overkluisd door een bakstenen kruisgewelf met witte natuurstenen ribben en gehistorieerde kraagstenen, die een monster, een everzwijn, een aap en een leeuw voorstellen. Op deze dierenfiguren en op de ribben treft men resten van kalkwitsellagen en van okergele polychromie aan.

De ingesnoerde naaldspits op de torenromp is bedekt met blauwe leien. Rechtstreeks op dit dak zijn drie uurwijzerplaten met Romeinse cijfers aangebracht. Vroeger bekroonden een bol, een kruis en een haan de toren.

Bibliografie

  • Archief Onroerend Erfgoed Vlaams Brabant, DB000149, Sint-Laurentiuskerk, bouwhistorisch onderzoek (Van Langendonck Linda, 1986).
  • Archief Onroerend Erfgoed Vlaams Brabant, DB000149, Sint-Laurentiuskerk, advies.

Auteurs:  May, Laura
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Laurentius: toren [online], https://id.erfgoed.net/teksten/151989 (geraadpleegd op ).