Dit onroerend goed werd bij ministerieel besluit vastgesteld in de inventaris van het landschappelijk erfgoed. Tegelijkertijd werd de eerdere opname van dit onroerend goed in de vastgestelde landschapsatlas geschrapt.
Dit alles conform artikel 58 van het decreet van 10 juni 2022 tot wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de uitvoering van de visienota lokaal erfgoedbeleid en de toekenning van beboetingsbevoegdheid aan de gewestelijke beboetingsentiteit.
De "grotten" van Henisdael zijn strikt genomen ondergrondse "groeven" die een relict vormen van de winning van Maastrichtersteen, tauw en mergel, die vooral tijdens de 15de-16de eeuw plaats vond liep tegen het einde van de 19de eeuw naar zijn einde toe. De groeven werden gedolven voor twee doeleinden, namelijk als bouwsteen en als bron van meststof (kalk).
De grotten van Henisdael zijn qua ligging speciaal omdat ze in Vlaanderen de enige (gekende) mergelgroeven in het Scheldebekken zijn. De krijtlagen zijn rijk aan fossielen. De Maastrichtersteen, die in deze grotten gewonnen werd, werd in het boven-krijt afgezet en bestaat uit een bleekgeel, zacht en zeer poreus gesteente. Silex is een iets oudere afzetting en komt laagsgewijs voor in horizontale banken. In de groeve van Henisdael werd ook het gesteente tauw gewonnen. Dit is een overgangsgesteente tussen Maastrichtersteen en silex. Deze mergelgrotten zijn bekend om dit type steen en vormen één van de belangrijkste winningsplaatsen. De grotten vormen een bijzondere geosite, een kijkvenster op unieke geologische en hydrogeologische fenomenen en mijnbouwkundige exploitatietechnieken.
De grotten van Henisdael bevinden zich in de beboste wanden van de hoefijzervormige depressie. De groeven bestaan uit een netwerk van gangen die zich ondergronds ver uitstrekken. In de groeven zijn verschillende inscripties te vinden die betrekking hebben op de steenwinning, het dagelijkse leven of markante feiten uit de geschiedenis. De groeven werden in de loop der eeuwen bovendien gebruikt als schuilplaats als legers door deze gebieden trokken.
Door de steile hellingen en de kalkrijke bodem, komt er een grote rijkdom aan flora en fauna voor. De verscheidenheid in het voorkomen van beboste hellingen, houtwallen, een hoogstamboomgaard in de omgeving, de asymmetrische dalen en de diepe holle wegen geeft dit gebied een belangrijke esthetische waarde. Ondergronds krijgt de bezoeker zelfs enkel vanaf één van de ingangen een beeld van het monumentale, het unieke microklimaat en het geheimzinnige van de groeven.