Beschermd monument

La Nouvelle Maison met tuin

Beschermd monument van tot heden (voorlopige bescherming)

ID
175834
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/175834

Besluiten

La Nouvelle Maison met tuin
voorlopige beschermingsbesluiten: 11-03-2024  ID: 15311

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van beschermingen vind je op onze website.

Beschrijving

La Nouvelle Maison met tuin, de architectenwoning van Henry van de Velde in Tervuren, is beschermd als monument.



Waarden

Het monument La Nouvelle Maison met tuin is van algemeen belang wegens de volgende erfgoedwaarden:

technische waarde

Dat de oorspronkelijke verwarmingsinstallatie (met thermosyphonsysteem) grotendeels behouden bleef, evenals de originele afzuigkap in de keuken, is eerder zeldzaam en draagt bij tot de technische waarde van de woning.

historische waarde

De woning La Nouvelle Maison met tuin heeft een historische waarde omwille van de bewoners, in de eerste plaats Henry van de Velde zelf. Hij woonde er van 1929 tot 1947, veel langer dan in de drie andere door hem ontworpen huizen Bloemenwerf in Ukkel (1895-1900), Hohe Pappeln in Weimar (1908-1917) en De Tent in Wassenaar (1921- 1925). Het leilindescherm bestaande uit vijf op rij geplante linden naast de toegangszone die symbool staan voor de vijf kinderen van het echtpaar van de Velde-Sèthe verzinnebeeldt de nauwe band die het koppel met de woning had. Dat er in al die jaren een zekere binding met Tervuren was ontstaan, blijkt uit het feit dat zowel van de Velde als zijn echtgenote op het kerkhof van Tervuren werden begraven, ook al woonde van de Velde de laatste tien jaar van zijn leven in Zwitserland. Zeker de eerste 15 jaar dat van de Velde in La Nouvelle Maison woonde, was deze woning een ontmoetingsplaats voor belangrijke figuren uit het culturele en politieke leven. Na de dood van zijn echtgenote in 1943 zou van de Velde zich meer en meer terugtrekken maar ook dan ontving hij af en toe nog hooggeplaatst bezoek, zoals koningin Elisabeth in 1947. De historische waarde wordt gevormd door de drie historisch samenhangende percelen waarop de architectenwoning en de tuin van architect Henri van de Velde gerealiseerd zijn.

Ook de latere bewoners dragen bij tot de erfgoedwaarde van de woning. Joseph Hers, die van 1947 tot 1965 de woning betrok met zijn familie, begon zijn carrière als spoorwegingenieur en werkte zich op tot algemeen secretaris van de Association Belge pour l’Extrême Orient. Gezien zijn belangrijke contacten in de politieke, zaken- en kunstwereld werd het huis in deze periode opnieuw een belangrijke ontmoetingsplaats, waarvan de muurschildering van de dochter van de schrijfster Han Suyin in de kelder een getuigenis is. Josef Hers was ook een vermaard botanist en introduceerde verschillende Chinese en andere exotische planten in de tuin.

architecturale waarde

La Nouvelle Maison is representatief voor de architecturale principes en het oeuvre van Henry van de Velde. Samen met Le Corbusier, Gropius en Mies van de Rohe wordt Henry van de Velde (1863-1957) internationaal beschouwd als één van de baanbrekers van de modernistische architectuur. Kenmerkend voor zijn gehele oeuvre is de zoektocht naar rationaliteit en schoonheid, die volgens hem niet enkel verzoenbaar waren maar zelfs onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bovendien koppelde van de Velde hieraan een sterk geloof in de maatschappelijke, moraliserende kracht van kunst en architectuur: mooiere vormen zouden betere mensen met zich meebrengen. Vanuit zijn anarcho-socialistisch denken waarbij hij het individuele trachtte te versmelten met het collectieve, beschouwde hij privéwoningen als de cruciale schakel voor deze maatschappelijke hervorming. Van de Velde had ook een voorkeur voor de suburbane, ‘landelijke’ omgeving vanuit een geïdealiseerd beeld van het platteland als een plaats van zuiverheid en eenvoud. Dat is duidelijk terug te zien bij zijn vier eigen woningen die zich steeds in de groene rand van de stad bevonden. La Nouvelle Maison in Tervuren bewaart tot op heden die groene, suburbane context.

De soberheid en eenvoud die voor van de Velde zowel een esthetische als ethische component had, vertaalde zich meest uitgesproken in het exterieur van zijn gebouwen die volledig ontdaan zijn van uiterlijk vertoon en prestige. Ook bij La Nouvelle Maison contrasteert de soberheid van de architectuur met de omliggende burgerhuizen, waarvan er tot op heden heel wat bewaard bleven. Ook in dit aspect draagt de context bij tot de erfgoedwaarde.

De soberheid van het exterieur was mee het gevolg van van de Veldes ontwerpmethodiek die vertrok vanuit het interieur. Dat interieur was primordiaal en wordt steevast gekenmerkt door een beschuttend, introvert karakter. Symbool hiervan is de haard die ook bij La Nouvelle Maison prominent aanwezig is in de centrale leefruimte. De leefruimte heeft een directe verbinding met de tuin aan beide zijden, maar die tuin draag bij tot de geborgenheid van de architectuur door te fungeren als een buffer met een combinatie van hoger gelegen terrassen, subtiel omsloten door lage bakstenen muurtjes, en omringende groenstroken. Kenmerkend voor van de Veldes interieurs zijn verder de individualisering van de ruimtes en de vloeiende overgangen tussen de ruimtes. Bij La Nouvelle Maison is dit voornamelijk voelbaar op de begane grond, met name in de langgerekte ruimte van de bibliotheek die zich opent naar de leefruimte en verder naar het atelier. Dat atelier ligt vanaf het binnenkomen in de bibliotheek in de zichtas.

Een laatste, blijvend kenmerk van van de Veldes architectuur is de idee van het gesamtkunstwerk, met name in de aandacht die besteed wordt aan elk aspect van de woning. Bij La Nouvelle Maison vertaalde zich dat in een combinatie van specifiek ontworpen architecturale elementen en meubels zoals de ingemaakte kasten met oudere ontwerpen (zoals meubels uit Bloemenwerf, van de Veldes eerste eigen woning in Ukkel) maar ook avant-garde kunstwerken, Aziatische kunstobjecten, gecommercialiseerd en actueel design en zelfs industrieel geprefabriceerde elementen die hij opwaardeerde tot esthetische elementen zoals de stalen ramen, de radiatoren en de borstweringen, gemaakt van gasbuizen en koppelstukken. Dit aspect blijft herkenbaar, ook al bleven de losse elementen niet bewaard in de woning.

La Nouvelle Maison is de eerste realisatie uit van de Veldes “Tweede Belgische Periode” (1927-1947), na een decennialang verblijf in Duitsland en Nederland (1900-1927). In deze periode kwam van de Velde tot een eigen synthese van het internationale modernisme. Hierbij leunde hij aan bij de organische strekking, met ook figuren als Alvar Aalto en Frank Lloyd Wright, in de aandacht voor contextuele integratie (landschap) en huiselijkheid. Maar ook het Nederlandse en Duitse modernisme lieten hun sporen na. Tegelijk verloor van de Velde de klassieke architectuurthema’s niet uit het oog, zoals de afwisseling van open en gesloten, het creëren van doorzichten, het spel van licht en schaduw. Zoals hijzelf schreef: "architecture réduite aux masses, au dialogue des pleins et des vides; architecture ancrée au sol, comme si elle en était le fruit même".

La Nouvelle Maison kan beschouwd worden als de eerste realisatie van die architecturale visie. Kenmerkend voor La Nouvelle Maison is inderdaad het gebruik van eenvoudige geometrische volumes, waarvan de massa beklemtoond wordt door het gebruik van de typische afgeronde hoeken, en het contrast tussen open en gesloten delen, wat dan weer beklemtoond wordt door het gebruik van donker schrijnwerk waardoor de gevelopeningen gereduceerd worden tot eenvoudige, donkere uitsparingen. Die gevelcomposities kunnen zowel eerder klassiek zijn (zoals de relatief strikte horizontale en verticale sequentie van gevelopeningen in de zuidwestgevel), als uitgesproken onklassiek (de flexibele compositie van de noordwestgevel). De verankering in de bodem wordt bekomen door de uitgesproken horizontaliteit van de architectuur (metselwerk, terugspringende gevelband op de verdieping, kroonlijst en balkonranden, buiswerk van de borstweringen), het rustieke aspect van de gevelmaterialen (ruwe, zanderige baksteen en gewassen beton), de gebogen betonnen plint waardoor de woning letterlijk uit de bodem lijkt op te rijzen, en de integratie van gebouwde elementen in de omgeving van het huis (terrassen, keermuren, trapjes en penanten in baksteen). Het vloeiende aspect (door de afgeronde hoeken en vooruitspringende elementen zoals kroonlijst en balkons) had een theoretische grondslag (verwijzend naar de stroomlijn van de technologische vooruitgang, en naar menselijkheid en natuurlijkheid in tegenstelling tot de onnatuurlijke rechte hoek) maar bepaalt ook in grote mate de esthetiek. In het interieur is de eenvoudige volumetrie eveneens terug te vinden, bijvoorbeeld in de compositie van de trap en de borstwering in de inkomhal, evenals de subtiele combinatie van natuurlijke materialen en kleuren (beige, ivoorwit) en het gebruik van verfijnde details, zoals de afronding van pleisterwerk in hoeken en randen, en de subtiel gekromde plint onder de bibliotheekkasten.

De cruciale plaats van deze woning in van de Veldes oeuvre werd al begin jaren dertig erkend en is sindsdien niet betwist. La Nouvelle Maison kan dan ook beschouwd worden als een vroeg (zelfs het allereerste) en representatief voorbeeld van Henry van de Veldes modernistische oeuvre dat gerealiseerd werd tussen 1928 en 1939.

Ook binnen het gebouwtype van de architectenwoning wordt La Nouvelle Maison internationaal erkend als waardevol, net zoals de andere drie woningen die van de Velde voor zichzelf ontwierp in Brussel, Duitsland en Nederland. La Nouvelle Maison was voor van de Velde niet alleen een woning maar ook een gebouwd manifest dat een nieuwe, waardevolle fase in zijn oeuvre inluidde, zoals ook blijkt uit de naamgeving, samen met zijn publicatie “Le Nouveau” uit hetzelfde jaar (1929). Van de Velde bleef ook bijna twintig jaar wonen in dit huis, ontving er belangrijk bezoek (zoals koningin Elisabeth) en werkte er aan privéopdrachten. De combinatie van wonen en werken leidt in La Nouvelle Maison tot een boeiende ruimtelijke dialoog, met name in de langgerekte ruimte van de bibliotheek die zich opent naar de leefruimte en verder naar het atelier.

Voor de uitvoering van La Nouvelle Maison werkte van de Velde samen met enkele belangrijke figuren. Als eerste is er de aannemer Sobeco (Société belge de construction d’habitation s.a.) met als technische adviseurs en medeoprichters ingenieurstedenbouwkundige Raphael Verwilghen (1885-1963) en architect Jules-Jean Eggericx (1884-1963), die zich van 1923 tot 1940 associeerden. Beiden zijn nationaal gekend omwille van hun bijdrage tijdens het interbellum aan tuinwijken en luxeflatgebouwen, voornamelijk in en rond Brussel. Plannen tonen dat Verwilghen en Eggericx heel wat technische elementen en vormelijke details van La Nouvelle Maison uitwerkten, soms met kleine aanpassingen door van de Velde. Voor het uitwerken van de vele ingemaakte kasten, deed van de Velde waarschijnlijk een beroep op een interieurfirma, mogelijk De Coene uit Kortrijk of de Brusselse meubelmakerij Atelier Victor De Cunsel waarmee hij eerder samenwerkte. Een andere figuur die ongetwijfeld een belangrijke inbreng had in La Nouvelle Maison is van de Veldes echtgenote Maria Sèthe, wier inbreng bij andere woningen van van de Velde gedocumenteerd is.

Architect van de Velde hechtte belang aan de inbedding van zijn architecturale ontwerpen in een passende omgeving. Zo ontwierp hij in het verleden zowel voor externe opdrachtgevers als bij zijn eigen woningen bij de architectuur van de woning aansluitende tuinen. Van de Velde stond eveneens in voor het tuinontwerp bij La Nouvelle Maison dat in nauwe samenhang met de woning ontworpen werd.

De aanwezigheid van de tuin met bewaarde waardevolle aanleg en erfgoedelementen draagt bij aan de erfgoedwaarde van La Nouvelle Maison. Het ensemble van de architectenwoning met oprit, omheining en toegangshekken, terrassen en keermuren werd als één samenhangend geheel ontworpen en quasi gelijktijdig met de bouw van de woning uitgevoerd. De rol die van de Velde aan de tuin toebedeelde als een buffer tussen de intieme binnenwereld en de openbare buitenwereld vertaalt zich in het tuinontwerp. Zo wordt door de zorgvuldige profilering van hoger gelegen terrassen aansluitend bij de sokkel van de woning, schuine taluds en omringende groenstroken een zachte overgang van interieur naar exterieur gecreëerd. Illustratief is hier het brede centrale pad in flagstones in het verlengde van de terrasdeur en geflankeerd door lage keermuurtjes dat als het ware in het gazon oplost, maar tevens de blik van de waarnemer naar het zuidelijke terras richt. Ook de zorgvuldige positionering van de beplanting speelt hierin een rol: de groenblijvende ligusterhaag als grens tussen privaat en openbaar, de als schaduwboom aangeplante solitaire esdoorn bij het zuidelijk halfronde terras en het leilindescherm bestaande uit vijf op rij geplante linden die de grens tussen toegangszone en noordelijk tuingedeelte markeren.

De keuze voor een baksteen die qua kleur en maatvoering gelijkaardig is aan die van de woning voor de verschillende gemetste elementen in de tuin (keermuren, tuintrappen, terrasmuren), versterkt nogmaals de samenhang tussen woning en tuin. De aandacht voor de wisselwerking tussen woning en tuin blijkt uit de zorgvuldige positionering van het gebouw op het terrein, de centrale zichtas vanuit de woning op de tuin en omgekeerd de zichtassen vanop het zuidelijk terras naar de woning, het noordelijke tuingedeelte en de toegangszone.


Aanduiding van

Is de bescherming van

La Nouvelle Maison met tuin, architectenwoning Henry van de Velde

Albertlaan 1 (Tervuren)
Modernistische interbellum architectenwoning naar ontwerp van Henry van de Velde met bijhorende siertuin, inclusief afsluitingshagen, hekken, keermuren, solitaire bomen, leibomen, tuinterrassen en tuintrappen.


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.