Beschrijving
De Motorspits Esmeralda is beschermd als varend erfgoed.
Waarden
Het varend erfgoed, de Motorspits Esmeralda, is van algemeen belang wegens de volgende erfgoedwaarden:
industrieel-archeologische waarde
Het schip getuigt van een industrieel verleden: het scheepstype beantwoordde aan de noden uit die tijd en was afgestemd op het vaarwater en de waterweginfrastructuur. De introductie van de motor in de scheepvaart veranderde de scheepsbouw in die jaren heel ingrijpend. De Esmeralda is een van de vroege voorbeelden van een schip dat specifiek gebouwd was als motorschip, met een geveegd achterschip en een moderne stuurinrichting.
Maar ook binnenin is het schip bijzonder: het schip en de machinekamer zijn een ware toonzaal van de industriële ontwikkeling in het land: de scheepswerf uit Baasrode, de motorenfabriek uit Brussel, de keerkoppeling en technische uitrusting uit Gent illustreren dat België op industrieel vlak heel bedrijvig was en kwalitatieve industriële producten maakte.
sociaal-culturele waarde
Het schip is een unieke materiële getuige van het wel en wee in de binnenvaart vanaf het interbellum tot in de jaren 1970 en het illustreert de arbeids- en leefomstandigheden aan boord. De leefruimte voor het schippersgezin in de roef en de alkoven was beperkt en het huishoudelijk werk gebeurde in open lucht op het achterdek. De leefwereld was doorgaans afgebakend door de grenzen van het gangboord. De sluizen, ankerplekken en havens werden ontmoetingsplaatsen voor schippers en hun families. Binnen hun vaargebied waren ze niet lokaal verankerd maar werden zij internationale burgers en namen zij in de bemeten leefruimte heel bewust de luxe van de burgerij aan wal over. Dat merkt men aan de luxueuze afwerking van het interieur met kostbaar hout, marmer en elegant glaswerk.
historische waarde
Het scheepstype spits was heel belangrijk voor de industriële ontwikkeling in Vlaanderen, Wallonië, Nederland en Frankrijk en floreerde tussen 1890 en 1960. De spits was aangepast aan de afmeting van de sluizen die door de beslissing van de Franse minister de Freycinet in 1879 bepaald werd op 40 x 5,2 meter. Het scheepstype evolueert van een gesleept of getrokken schip naar een schip met motor. Vanaf de jaren 1920 leeft het schippersgezin aan boord en werd het woongedeelte op het schip belangrijk. De Esmeralda toont een overgangsfase in de ontwikkeling van de spits, met een “roef aan de den” waarbij de roef of leefruimte tussen de stuurhut en het laadruim ligt.
De originele staat van dit schip vertelt het verhaal van vele schippersfamilies die leefden op de Europese binnenwateren. Het leven aan boord in heel kleine ruimtes, het huishouden op de achterplecht met het buitenfornuis en de buitenboord-gootsteen zijn daarvan materiële getuigen.
De werf Van Praet-Dansaert in Baasrode bouwde de Esmeralda als COBAG IV, in opdracht van de gelijknamige Gentse bevrachter die nu nog steeds, zij het onder een andere naam, actief is. De Esmeralda werd gebouwd in 1941 in het begin van de bezetting. Zo vindt men in de machinekamer nog sporen terug van de bezetter. Het schip liep in 1943 zware oorlogsschade op, waarna het zorgvuldig werd hersteld. Het schip stopte met varen in 1977 en bleef jaren onaangeroerd liggen op een West-Vlaams kanaal tot het werd gerestaureerd. Het is opmerkelijk dat heel wat bronnenmateriaal de levensloop van het schip illustreert.