Beschrijving
Waarden
Het cultuurhistorisch landschap Kasteeldomein Baudries is van algemeen belang wegens de volgende erfgoedwaarden:
historische waarde
Het kasteeldomein Baudries bezit historische waarde omdat het getuigt van een langdurig gebruik als adellijke residentie. Het toponiem Baudries, minstens teruggaand tot de dertiende eeuw, is nog niet geheel opgehelderd maar verwijst meer dan waarschijnlijk naar een thans vervaagde nederzettingsstructuur die aanvankelijk niet tot dorpskern is uitgegroeid. Het domein is altijd in handen gebleven van gegoede burgerij of adel, meestal als buitenverblijf. Achtereenvolgens waren dit de families Sloeve, Tollinckx, van Spangen/de Spangen d’Uyternesse, de Marchant et d’Ansembourg, de Lichtervelde en Piers de Raveschoot. Het kasteeldomein is gegroeid vanuit een bestuurlijke heerlijkheid met een laatmiddeleeuwse omwalde site en een watermolen op de Boeversbeek. De site is in de tweede helft van de achttiende eeuw is omgebouwd tot een ‘maison de campagne’ of landhuis met kasteelallures, vermoedelijk in opdracht van het grafelijke echtpaar Charles-François de Spangen d’Uyternesse en Marie-Anne-Françoise de Croix, kort na of enige tijd na 1758. Het achttiende-eeuwse landgoed vertoont kenmerken die mogelijk teruggaan op het aloude model van de Romeinse ‘villa suburbana’ waar het gezonde buitenleven beleefd en verheerlijkt werd en waar agrarische activiteiten als een type van ‘ferme ornée’ in de dienstgebouwen zijn ondergebracht. De typologie sluit ook naadloos aan bij het klassieke zeventiende- en achttiende-eeuwse principe van ‘vivre entre cour et jardin’.
Een scharnierpunt in de geschiedenis van deze site is de onverwachte eigendomsruil - in 1819 - op initiatief van Marie-Justine de Spangen. Zij laat nadien, op een afgestaan perceel uit het oorspronkelijke domein, een nieuwe dorpskerk optrekken en een kerkhof aanleggen waardoor het plattelandsdorp Dikkelvenne, in de schaduw van het kasteel, een nieuw elan krijgt.
Het huidige kasteeldomein Baudries is vervolgens vormgegeven rond het tussen 1893 en 1897 vrij ingrijpend verbouwde achttiende-eeuwse kasteel, in opdracht van het grafelijke echtpaar Louis-Rodolphe de Marchant et d’Ansembourg en Marie-Thérèse de Spangen d’Uyternesse. De kasteelomwalling, het voorplein, het diensterf, de tuinen en de aansluitende landbouwgronden met kleine pachthoeven en landarbeiderswoningen zijn toen aangepast naar de plannen van de bekende Franse ingenieur-landschapsarchitect Henri Duchêne, ook met inbreng van zijn zoon Achille Duchêne. De parkaanleg, afgerond omstreeks 1897, is tot stand gekomen na het omleiden of afschaffen van een buurtweg en diverse voetwegen om de privacy te kunnen waarborgen. Oudere dreef- en bosstructuren en specifiek ook twee oorspronkelijke bronlocaties zijn geïntegreerd in het ontwerp.
De realisatie van de parkaanleg is representatief voor het internationaal gereputeerde oeuvre van de equipe Duchêne, waarvan het cliënteel bijna uitsluitend tot de hoge adellijke kringen heeft behoord. Het resultaat ervan, met een zuidwest-noordoost gerichte hoofdas met onder meer een centrale toegangsdreef met dubbele bomenrijen, grasparterres voor en achter het huis, een ‘tapis-vert’, een tennisveld, een serpentinevijver met regelbare constructies, parkbruggen, een moestuin met fruitmuren, een muurserre en een klein verbindingspad naar de koorzijde van de Sint-Petruskerk, is typisch voor de evolutie van de tuin- en landschapsarchitectuur en de horticultuur in de late negentiende en vroege twintigste eeuw;
wetenschappelijke waarde
Het kasteeldomein Baudries getuigt van een wetenschappelijke waarde door de aanwezigheid van landschappelijke overgangsvormen in een door grond- en oppervlaktewater beïnvloed beekdalsysteem. Het domein is gelegen in de smal ingesneden valleien van de Dikvijversbeek en Boeversbeek, nabij de markante steilrand van de Schelde. Deze specifieke terreinmorfologie zorgt voor een actieve bronactiviteit op de oostelijk georiënteerde valleiflank. Deze fysische gesteldheid is bepalend geweest en gebleven voor het bodemgebruik en de landschappelijke inrichting van het kasteeldomein.
De parkaanleg uit de late negentiende eeuw, naar de plannen van de Franse equipe Duchêne, wordt gekenmerkt door een bijzondere diversiteit aan opmerkelijke individuele bomen(groepen) waaronder Hollandse linden, gewone platanen, zilveresdoorns, vederesdoorns, Noorse esdoorns, bruine beuken, gewone haagbeuken, witte paardenkastanjes, moerascipressen, gewone taxussen, Libanonceders en zeedennen en struikenmassieven waaronder rode kornoeljes, boerenjasmijnen en sneeuwbessen. Deze collectie is representatief voor het gebruik van deels inheemse en deels uitheemse soorten om specifieke, seizoensgebonden vorm- en kleureffecten te bekomen.
Het centrale deel van het kasteeldomein Baudries is een geëvolueerd restant van een historisch bos en bezit voor Vlaanderen vrij zeldzame vegetaties die verwijzen naar een langdurige bebossing. De bosbestanden bewaren dan ook een bijzondere oud-bosvegetatie, kenmerkend voor beukenbos, eiken-haagbeukenbos, essenbronbos en beekbegeleidend vogelkers-essenbos en essen-olmenbos. Aan dit rijk geschakeerde landschap rond de valleien van de Dikvijversbeek en Boeversbeek is ook een gevarieerde fauna gebonden, waaronder enkele zeldzame vogelsoorten als wespendief, kenmerkend voor oudere bostypes. Bepaalde vleermuizen onder Europees beschermde populaties, waaronder gewone grootoorvleermuis, rosse vleermuis en laatvlieger, vormen een kwetsbare dierengroep in het kasteeldomein.
technische waarde
Het kasteeldomein Baudries bevat enkele ingenieuze constructies, bedacht door de Franse equipe Duchêne, die duiden op een technische waarde. Vanuit de specifieke hydrografische terreinomstandigheden met sterke bronactiviteit is bij de vormgeving van het park, tussen 1893 en 1897, bewust ingegrepen in de waterhuishouding. Door het inpassen van een netwerk van grondduikers, vaste en regelbare stuwen en inlaten en ingegraven buisleidingen wordt enerzijds het gewenste waterpeil in de omwalling van het kasteel geregeld en wordt anderzijds water afgeleid naar de Dikvijversbeek voor de bevoorrading van een serpentinevijver. Deze eerder ondiepe waterpartij met bijhorende waterbouwkundige constructies in bak- en natuursteenmetselwerk is ingeplant nabij de voormalige watermolen en functioneert deels via de natuurlijke waterloop van de Boeversbeek en deels via de vroegere molenloop;
esthetische waarde
Het kasteeldomein Baudries bezit een esthetische waarde door de gaafheid van de parkaanleg met een veelheid aan zorgvuldig gepositioneerde componenten zoals bomenrijen van opgaande of gekandelaarde bomen, individuele bomen, bomengroepen en struikenmassieven en snoeivormen, aangevuld met tuinornamenten zoals balustrades en tuinvazen. Deze componenten ondersteunen een hoofdas met ‘tapis vert’ en indrukwekkend perspectief dat verrassend wordt afgewisseld met diagonale zichtlijnen of ‘vista’s’, onder meer over een serpentinevijver of gericht op een verder afgelegen bomengroep. Hiermee wordt doorheen het kasteeldomein en vanuit meerdere standpunten een sterke scenografische benadering opgezet.
De vormgeving van het park, zoals uitgewerkt door de Franse equipe Duchêne op het einde van de negentiende eeuw en tot op vandaag nog grotendeels bewaard, stimuleert de zintuigelijke waarneming en bijgevolg ook de beleving van het kasteeldomein, en dit zowel voor bewoners als bezoekers;
ruimtelijk-structurerende waarde
De ruimtelijk-structurerende waarde van het kasteeldomein Baudries wordt in essentie bepaald door de gaaf bewaarde zuidwest-noordoost gerichte hoofdas, waarvan de basis is gelegd in de tweede helft van de achttiende eeuw, maar die in het laatste decennium van de negentiende eeuw nog wordt versterkt door de parkaanleg naar de plannen van de Franse equipe Duchêne. Deze aswerking strekt zich uit vanaf de Kerkstraat, over de centrale toegangsdreef, de toegangsbrug, de grasparterre op het voorplein, tot aan de bordestrap of ‘perron’ voor het kasteel, door de vestibule en het salon van het kasteel en vervolgens vanaf het terras, de grasparterre aan de tuinzijde en de ‘tapis-vert’ achter het kasteel, tot en met het open perspectief over de Kasteelstraat.
De aswerking wordt ondersteund door vier rijen opgaande bomen in de centrale toegangsdreef, twee diagonale dreven met twee rijen opgaande bomen die samen met de hoofdreef als een ganzenvoet samenkomen voor de toegangsbrug, zestien taxuskegels op de parterre aan de tuinzijde en flankerende solitaire bomen en bomengroepen langs de ‘tapis-vert’;
artistieke waarde
De parkarchitectuur van het kasteeldomein Baudries in gemengde stijl of ‘style composite’ getuigt van een bijzondere artistieke waarde, gekenmerkt door een neoklassieke stilistische grammatica, verwijzend naar de grote Franse stijlen uit de zeventiende en achttiende eeuw, en eigen aan de ontwerpkarakteristieken van de Franse equipe Duchêne. Deze eclectische vormentaal, gebaseerd op de kennis van de vroegere klassieke bouw- en tuinkunst, was gangbaar in de late negentiende en vroege twintigste eeuw en zocht naar een evenwicht tussen de geometrische tuin en de landschappelijke tuin.
De gestileerde parkaanleg, opgebouwd rond een geaccentueerde zuidwest-noordoost gerichte hoofdas en afgewisseld met verrassende diagonale zichtlijnen of ‘vista’s’, voorheen ook doorkijk biedend op het omgevende platteland, vormt een overtreffende trap van de klassieke en eerder statische, dominant Franse tuinarchitectuur uit de zeventiende en achttiende eeuw. Toch worden de principes van de klassieke vormentaal hier naadloos gecombineerd met een vrije en vloeiende aanleg, waardoor geometrische en landschappelijke elementen, die traditioneel als tegengesteld beschouwd worden, met elkaar versmelten.
Deze artistieke waarde is ook weerspiegeld in de architectuur van het in de late negentiende eeuw verbouwde kasteel Baudries in beaux-artsstijl waarin klassieke begrippen als rede, orde, grootsheid, helderheid en evenwicht, ook bij de verruiming van het bouwvolume werden gerespecteerd en toegepast. Dit schoonheidsideaal, opflakkerend in de late negentiende tot vroege twintigste eeuw, berust op een permanente zoektocht van ontwerpers naar artistieke evenwichten in een periode waarin eens te meer kunst, vakmanschap en wetenschap tot ontplooiing komen;
architecturale waarde
Het kasteeldomein Baudries heeft een opmerkelijke architecturale waarde omdat het een gaaf bewaard voorbeeld is van de laat negentiende-eeuwse gemengde stijl of ‘style composite’ (een mengvorm van de geometrische en landschappelijke stijl), hier naar ontwerp van de Franse equipe Duchêne, die in die periode toonaangevend was in Europa en daarom ook bekend stond als de ‘style Duchêne’. Meer bepaald kan de realisatie in Dikkelvenne geplaatst worden bij het oeuvre van de equipe Duchêne onder leiding van vader Henri, kort voor zijn voortijdig overlijden in 1902. De ontwerpstijl sluit aan op aanpassingen in beaux-artsstijl van het bijna gelijktijdig verbouwde achttiende-eeuwse landhuis, toegeschreven aan de Belgische architect Octave Flanneau. Een verbouwingsplan van het kasteel, bewaard in het huisarchief, en bouwfysische aanwijzingen duiden op bijsturingen van de Franse ingenieur-landschapsarchitect Henri Duchêne. Het landgoed getuigt van een hernieuwd model van buitenleven voor de hoge aristocratie, maar respecteert de klassieke zeventiende- en achttiende-eeuwse principes van ‘vivre entre cour et jardin’.
In het kasteeldomein zijn er duidelijke relaties tussen de bouwkundige en landschappelijke aanleg in beaux-artsstijl, waarbij de aswerking vanaf de centrale toegangsdreef over het voorplein en de tuinzijde van het kasteel zeer bepalend is. Deze aswerking, ondersteund door tuinornamenten zoals balustrades en tuinvazen en door snoeivormen, bomenrijen, individuele bomen, bomengroepen en struikenmassieven, wordt verder afgewisseld met verrassende diagonale zichtlijnen of ‘vista’s’. Het hele kasteeldomein, met geometrische parterretuinen, geïntegreerde bestaande bosbestanden en nieuw aangeplante smalle bosgordels, verspreide graslanden met bomengroepen, een serpentinevijver en een afwisselend geometrisch en landschappelijk padenpatroon, is opgevat als een architecturaal totaalconcept.
Door de perspectiefwerking in de hoofdas en in de zichtlijnen of ‘vista’s’ met behulp van fotografie te bestuderen, geldt ook deze realisatie van de equipe Duchêne als een bijzonder en destijds vernieuwend voorbeeld om zichtkwaliteiten in kasteeldomeinen te optimaliseren. De fotografie werd hier gebruikt als toepassingsbron om de esthetische beleving op het terrein te kunnen versterken. Samen met het uitvoeren van subtiel grondverzet blijkt dat ook terreinmodellering is ingezet om het perspectief beter te geleiden;