Als wederopbouwpand is de woning De Moor een indirecte getuige van de Grote Brand van Leuven, waarbij de voormalige Statiestraat - nu Bondgenotenlaan - op 25 en 26 augustus 1914 nagenoeg volledig in de as werd gelegd door de Duitse bezetter omwille van vergeldingsacties tegen vermeende 'franc-tireurs'.

in casu architectuurhistorische waarde: In 1926 als eerste realisatie van de Leuvense architect Paul Stevens (1902-1973) gebouwde rijwoning, ontworpen als een bel-etagewoning met een inpandige garage - vernieuwend en atypisch aan de Bondgenotenlaan - en opgevat als een enkelhuis van vier bouwlagen onder een mansardedak, met een topgave lijstgevel in rode baksteen, blauwe hardsteen en witte natuursteen, getypeerd door een gevelbrede erker en dito balkon en een ingehouden, aan de art deco schatplichtige vormgeving van trapezoïdale muuropeningen, geometrische (baksteen)motieven en sierlijk smeedwerk voor deuren en balkon.In dezelfde stijl ontworpen, goed bewaard interieur met behouden indeling en een verzorgde interieurafwerking, gekenmerkt door oorspronkelijke parket- en tegelvloeren, veelal beglaasd binnenschrijnwerk, gestucte wanden en plafonds, en enkele fraaie interieurelementen, waaronder twee houten trappen met decoratieve trappaal en balustrade, een marmeren schouw met gebeeldhouwd halfreliëf in het fumoir, en veelkleurig glas-in-lood met gestileerde (bloem)motieven voor lanterneau en supraportes op de bel-etage. De woning De Moor is een authentieke en representatieve getuige van de burgerlijke architectuur en wooncultuur tijdens het Interbellum, enerzijds door de goede staat van bewaring van interieur, exterieur en tuinzone, anderzijds door de gehandhaafde woonfunctie, die aan het ensemble een uniek en inmiddels atypisch karakter geven binnen de heden bijna uitsluitend uit handelspanden bestaande bebouwing aan de Bondgenotenlaan.