Teksten van Hoeve De Oude Vlieg: parkje

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/1954

Hoeve De Oude Vlieg: omgeving versie 1 - 09.01.2014 ()

De Oude Vlieg en zijn omgeving vormen het hoekperceel van de Vliegstraat met de Steenweg, gelegen ten westen van de dorpskern. Het gaat om een semi-gesloten hoeve in een klassiek geïnspireerde Engelse tuin. De hoeve is gelegen in het oude kwartier Hemelsveld.

Historiek

De Oude Vlieg staat reeds afgebeeld op de Ferrariskaart (1774-1775) als een ruim, gesloten complex met inrit aan de zijde van de Vliegstraat en tuinen in het oosten en zuiden. Het gebouw lag quasi in het centrum van het oude Alkense gehucht Roodstaart, dat grosso modo rond het kruispunt Steenweg-Vliegstraat-Lindestraat te situeren is. Op de Ferrariskaart staat het als Hameau Roodt Stert vermeld.

Op de kadasterkaart van 1809 door Groulard vormen de gebouwen een U en een L rond een vierkante binnenplaats en worden ze omgeven door omhaagde percelen. De Primitieve kadasterkaart van 1830 geeft voor de gebouwen geen veranderingen weer, maar wel voor de omliggende percelen. Uit de kadastrale legger blijkt dat de boerderij ook een kleine brouwerij bezat. Bij de poort lag een weide en zowel ten noorden als ten zuiden bevond zich een tuin, ten westen een boomgaard met T-vormige vijver en bij het goed hoorde een groot L-vormig stuk bouwland.

In 1844 was het goed in eigendom van Thomas Putzeys, rentenier te Alken. In 1845 noteert het kadaster de verdwijning van de brouwerij. De Buurtwegenatlas (1840-1845) geeft links van de hoeve een vijver met een eigenaardige T-vorm weer. Deze is wellicht een restant van een gracht, maar schijnbaar verdedigde deze niet de Oude Vlieg, maar een gebouw op het links belendende perceel. Ferraris duidt hier nog een kleinere U-vormige hoeve aan, de vijverpartij volgde toen exact een gedeelte van de toenmalige perceelgrenzen. Het water heeft in oorsprong niets te maken met de Oude Vlieg, maar werd naderhand, toen ook de hoeve verdwenen was, in de tuin van het complex verwerkt; dit is de situatie zoals die in de Buurtwegenatlas werd geregistreerd. Of toen reeds de huidige landschapstuin bestond, is onduidelijk.

Het kadaster vermeldt in 1855 de sloop van een been van de L-vormige boerderijvleugel samen met een deel van de zuidelijke stalvleugel. Alle aan de boerderij grenzende percelen werden samengevoegd tot één perceel. Mogelijk werd toen al een herenboerenparkje aangelegd. De legger wijst immers op een verandering van aard en ook een gedeeltelijke reconstructie van de gebouwen. Tien jaar later verdween de smalste vijverarm kadastraal en ontstond er een tweede, naar het park geopend erf door de toevoeging van twee aanbouwsels bij de westelijke vleugel. De kadastrale verdeling in 1870 van een perceel wordt geïnterpreteerd als de omzetting van bouwland naar boomgaard. De mutatieschets van 1888 ten slotte noteert een lichte vormverandering van de vijver en de komst van het een moestuinperceel op de plaats van de oude tuin.

Ondertussen was het goed in handen gekomen van Franciscus Farcy, eerst winkelier en 'brander' (likeurstoker) te Hasselt en later rentenier te Alken. Na erfenisdeling werd het eigendom van Jan F.F. Farcy-Hoebaers, notaris te Hasselt. In 1910 verkocht deze het aan Willem Stellingwerf, advocaat te Hasselt, en zijn echtgenote Maria Creten. Na de dood van de laatste juffrouw Stellingwerf werd De Oude Vlieg langs vrouwelijke lijn aan de huidige bewoners (op het moment van de inventarisatie in 2001) nagelaten, de familie Kleinerman de Lance. Een mondelinge overlevering schrijft de parkaanleg toe aan Georges Lambert Bernard de Lance (1765-1840), ambtenaar bij Waterstaat in de Oranjetijd en bekend van de aanleg van promenades en de bron van de Géronstère in Spa (1818), de heraanleg van het kasteelpark van Hamal (Tongeren) in Engelse stijl en de aanleg van het ‘Engels hof’ of Groot Asdonk in Tessenderlo.

Tijdens de 19de en het grootste deel van de 20ste eeuw deed het goed voornamelijk dienst als buitenplaats voor zijn Hasseltse eigenaars. Op de kaart van het Krijgsdepot van 1871 staat het goed aangeduid als 'Smishof ', het ligt dan ook ten westen van de Smisbeek. De situatie met park, vijver, moestuin en het voetpad naar het noordoosten als zuidelijke begrenzing zijn herkenbaar. Op de ICM-kaart van 1923 is het goed naamloos geworden en is de rondweg rond de vijver duidelijk herkenbaar.

Beschrijving

De Oude Vlieg en zijn omgeving beslaan het hoekperceel van de Vliegstraat met de Steenweg. De semi-gesloten hoeve vormt samen met het erf een pittoresk complex, dat een 17de-eeuws woonhuis en een knechtenkwartier, paardenstal, bakhuis en dwarsschuur uit de 19de eeuw omvat.

Het goed is zowel langs de Vliegstraat als langs de Steenweg omhaagd en omgracht. Het betreft een gemengde meidoornhaag (Crataegus) waar tussen Amerikaanse eik (Quercus rubra), tamme kastanje (Castanea sativa), taxus (Taxus baccata), linde (Tilia) en Italiaanse populier (Populus nigra 'Italica') groeien en op de hoek met de Vliegstraat vlier (Sambucus) en gele kornoelje (Cornus mas). Een gebogen oprit vanaf de Steenweg leidt naar de op de Vliegstraat gerichte voordeur. Het smeedijzeren inrijhek uit de 19de eeuw is recent meer achteruit geplaatst tussen nieuwe stalen buizen, maar de oude hekpijlers van kunststeen zijn behouden. Het is een eenvoudig hek van smeedijzer met vierkant stijl- en regelwerk en makelaar, ronde spijlen met sierpunt en in U-vorm uitgewerkte onderspijltjes, boven een dubbel register van in elkaar gehaakte en zich spiegelende U-motieven tussen de onder- en de tussenregels. Het park strekt zich voornamelijk uit ten oosten van de gebouwen, met ten westen en ten noorden smalle groene stroken met bomen en struiken. Ten zuiden ligt de voormalige moestuin en de hoogstamboomgaard van kers en noot (deels buiten de afbakening van de bescherming gelegen).

De vijver vormt het centrum van de parkaanleg. Voorheen lag er een brug over de vijver die deel uit maakte van de rondweg in het park. Naar verluidt was het een gebogen ijzeren brug met houten leuning, verstevigd door Sint-Andrieskruisen, en stond er op een heuveltje (in de zuidoostelijke hoek van het park) ook een paviljoentje. Deze parkingrediënten dateren uit de jaren 1870-1880, toen zulke rustieke elementen populair waren, al ontstond het parkje minstens vijftig jaar vroeger. De aanwezige beplanting is recenter (vermoedelijk een goede honderd jaar oud) en kan in verband gebracht worden met de eigendomswissel van 1910. De variatie in kleur en vorm van de bomen, de ouderdom van sommige bomen en het labyrintpatroon van het buxusparterre in de zuidoostelijke hoek verwijzen inderdaad naar rond 1900. Tot de oudste bomen behoren onder meer een rode beuk (Fagus sylvatica 'Atropunicea') met een stamomtrek van 3,75 meter (opname in 2001), een zomereik (Quercus robur), een ginkgo (Ginkgo biloba) en bovendien ook twee oude taxussen (Taxus baccata) die begin jaren 1990 in de voortuin omvielen en de gesneuvelde monumentale witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) met een stamomtrek van 3,50 meter.

De rondweg die huis, moestuin, boomgaard, park en oprit aandoet, wordt begeleid door oude massieven van buxus (Buxus) en taxus (Taxus) en als voorjaarsbloeiers komen wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus) en meiklokje (Convallaria majalis) voor. De voortuin heeft tegenover de huisdeur een U-vormige taxushaag en er groeien tegen de zijgevel ook drie oude leiperen. Naast het pad naar de moestuin ligt een door slingers van lage buxushagen gevormd labyrint dat deels gevuld is met rozen. Er ligt een ronde leisteen bij, omcirkeld door breukstenen, mogelijk de sokkel voor een zonnewijzer, een tuinornament of een kuipplant. De moestuin, nu in gras omgezet en voornamelijk als bloemen- en fruittuin in gebruik is omhaagd met meidoorn en langs de straat met gele kornoelje; er zijn twee identieke hekjes, één naar de naastliggende pauwentuin en één naar de hoogstamboomgaard achteraan. De beide poortjes staan in meidoornhagen en bestaan uit een aan gepunte houten kepers opgehangen houten kader waardoor smeedijzeren spijlen steken. Een derde hek leidt naar de achteraan gelegen boomgaard; het heeft bandijzers als spijlen, uitlopend op gedraaide punten, op een eveneens houten kader. De toegang tot de moestuin vanuit de voortuin is in de meidoornhaag aangegeven door twee hoger gesnoeide massieven die de doorgang begeleiden. Het voorheen gekruiste padenpatroon is slechts voor een deel behouden, en wordt begeleid door spalieren die over hun hoogtepunt heen of aan verjonging toe zijn. De pauwentuin is slechts een grasveld naast de moestuin, met aanleunend tegen het hoevegebouw in vakwerk, een pauwenkooi en volière, aangelegd door één van de heren Stellingwerff die pauwen kweekte.

Bibliografie

  • Beschermingsdossier DL002248, Hoeve De Oude Vlieg (J. Gyselinck, 2002, digitaal dossier).
  • DE MAEGD C. (red.) 2007: Historische tuinen en parken van Vlaanderen, Inventaris Limburg, Deel 3: Alken, Borgloon, Heers, Kortessem, Wellen, M&L Cahier 15, Brussel, 56-59.

Auteurs:  De Maegd, Christiane; Gyselinck, Jozef
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve De Oude Vlieg: parkje [online], https://id.erfgoed.net/teksten/152869 (geraadpleegd op ).


Hoeve De Oude Vlieg: omgeving ()

De bescherming als dorpsgezicht betreft de onmiddellijke omgeving van de hoeve, bestaande uit een parkje in landschappelijke stijl. De hoeve zelf behoort niet tot deze bescherming, maar werd apart beschermd als monument.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve De Oude Vlieg: parkje [online], https://id.erfgoed.net/teksten/190054 (geraadpleegd op ).