Beschermd cultuurhistorisch landschap van tot ( vernietigd)
Hoogstamboomgaarden met fruittelersbedrijf
nietigverklaringen: 22-01-2021 ID: 14972
Hoogstamboomgaarden met fruittelersbedrijf
definitieve beschermingsbesluiten: 18-10-2017 ID: 14547
Deze bescherming betrof de hoogstamboomgaarden met fruittelersbedrijf, bestaande uit het huisperceel met semi-gesloten fruitbedrijf bestaande uit fruittelerswoning en bedrijfsgebouwen, voortuin en gekasseid binnenerf, de huidige sier- en nutstuin met aansluitende fruitweide (kleine hoogstamboomgaard) en de achterliggende weideboomgaard (grote hoogstamboomgaard).
De bescherming werd nietig verklaard door het arrest nr. 249.570 van de Raad van State.
De hoogstamboomgaarden met fruittelersbedrijf waren beschermd als cultuurhistorisch landschap omwille van het algemeen belang gevormd door de:
De fruittelerswoning met dubbele hoogstamboomgaard is een goed bewaard en bijzonder representatief voorbeeld van de beginperiode van de commerciële fruitteelt in deze streek (1880-1940). De twee types boomgaard illustreren de overgang van de fruitweide voor eigen gebruik naar de weideboomgaard die meer gericht was op fruitproductie voor de verkoop. De ommuurde 'huisboomgaard', aangelegd rond 1902, bevindt zich vlak achter de nut- en siertuin en kent een grote variëteit aan vruchtbomen, zoals notenbomen, appelbomen, perenbomen en kerselaars, zoals typisch was voor deze periode en functie. De daarachter gelegen grotere weideboomgaard dateert van rond 1921, toen de professionalisering van de fruitteelt op gang kwam. Dit uit zich in het regelmatig plantverband en het assortiment dat beperkt is tot appel- en perenbomen, van hoofdzakelijk commerciële rassen zoals, in dit geval, Keuleman, IJzerappel (appel) en Dubbele Flip (peer). Deze werden volgens de regels van de kunst aangevuld met andere variëteiten gericht op de optimale bestuiving van de hoofdrassen. In deze periode werden boomgaarden zowel gebruikt voor fruitteelt als voor graasweide voor het vee. Deze dubbele functie uit zich in het uitzicht van de weideboomgaard. De geplante bomen zijn alle hoogstamfruitbomen, waarbij de bomen schaduw bieden voor het vee maar de vruchten buiten hun bereik blijven. Daarnaast is de plantafstand tussen de bomen 12 m x 12 m, ruim genoeg om voldoende grasgroei toe te laten en ten slotte is de boomgaard omheind door een veekerende meidoornhaag die het vee op de weide hield. Ook nu wordt de boomgaard nog steeds begraasd door koeien.
In de eerste helft van de 20ste eeuw waren alle dorpen en steden in Haspengouw en het zuiden van het Hageland omzoomd door een gordel van hoogstamboomgaarden. Sinds de Tweede Wereldoorlog werden de meeste hoogstamboomgaarden gerooid en met hen verdwenen ook de typische oude rassen die vroeger over heel Vlaanderen veelvuldig voorkwamen. Vooral boomgaarden met een oppervlakte van meer dan 2 ha zijn een echte zeldzaamheid geworden. Binnen het werkingsgebied van het Regionaal Landschap Zuid-Hageland, die alle hoogstamboomgaarden in de streek inventariseerde, zijn er slechts 3 zulke hoogstamboomgaarden gekend. De grote weideboomgaard in Oplinter is met een oppervlakte van 4,8 ha en traditioneel uitzicht en gebruik, dan ook een mooi, zeldzaam relict van de voormalige boomgaardengordel rondom de dorpskern. Dat hierbij het laat 19de-eeuwse, semi-gesloten fruitbedrijf opgetrokken in een uniforme decoratieve baksteenstijl gaaf bewaard is gebleven, verhoogd de authenticiteit, de herkenbaarheid en de ensemblewaarde aanzienlijk en maakt deze site uniek.
De weideboomgaard illustreert de beginperiode van de professionalisering en rationalisering van de fruitteelt van na de Eerste Wereldoorlog en is een bijzonder representatief voorbeeld voor de technieken die in deze periode werden toegepast. Fruitbomen werden geplant volgens een regelmatig patroon van noord-zuidgerichte rijen met vaste tussenafstanden tussen de verschillende bomen. Door het planten in driehoeksverband werd het aantal bomen op de beschikbare oppervlakte gemaximaliseerd. De fruitboomsoorten werden beperkt tot de combinatie appelen en peren (zoals hier het geval is) of kersen, perziken en pruimen. Ook de inplanting van de bomen gebeurde in functie van de opbrengst. De boomgaard werd aangeplant op een licht, overwegend naar het zuiden en oosten afhellend terrein, een terreinsituatie die erom gekend stond de beste resultaten te geven. In het westen beschermde een populierenrij de boomgaard tegen westenwinden en slagregens. Deze werden regelmatig getopt om te voorkomen dat het wortelstelsel zou concurreren met de fruitbomen. In deze boomgaard bevonden de perenbomen zich vooral in het hogere westelijk gedeelte en beperkten de meer gevoelige appelbomen zich voornamelijk tot het beter afgeschermde oostelijk gedeelte. Ook het aantal rassen werd beperkt gehouden waarbij de best verkopende variëteiten, in dit geval Keuleman bij de appelen en Dubbele Flip bij de peren, typische rassen voor de streek, het hoofdaandeel uitmaakten van de boomgaard, volgens de regels van de kunst aangevuld met een assortiment dat een optimale bestuiving van deze rassen verzekerde. De groeivormen (vaasvorm, piramidale vorm) van de fruitbomen zijn een gevolg van de typische snoeitechnieken die werden toegepast om een optimale opbrengst te creëren. Het snoeien had tot doel om zoveel mogelijk licht, lucht en zon in de boom te brengen om enerzijds vruchtontwikkeling en rijping te bevorderen en anderzijds de kans op schimmelinfecties te verkleinen. De evenwichtige basisstructuur van de bomen getuigt van de uiterste zorg die er werd besteed aan de basis- en opvolgingssnoei.
Oude fruitrassen zijn vaak het resultaat van een langdurig selectieproces dat leidde tot de meest ziekte- en plaagresistente variëteiten. Met het massaal verdwijnen van de hoogstamboomgaarden zijn ook vele rassen, vaak met unieke eigenschappen, zeldzaam geworden en vormen zodoende een waardevolle genendatabank. Met de nieuwste wetenschappelijke technieken kunnen oude eigenschappen geïntroduceerd worden in nieuwe rassen. Ook voor de ontwikkeling van ecologisch verantwoorde plaagbestrijding maken onderzoeksinstellingen vaak gebruik van hoogstamboomgaarden als referentiemateriaal. Het behoud van oude rassen blijft dus ook voor het moderne fruitteeltkundige onderzoek belangrijk. In de weideboomgaard komen typische commerciële rassen uit het interbellum in deze streek voor. Het gaat onder andere om Keuleman en Cox Orange Pippin (appel) en Dubbel Flip en William's Duchesse (peer). De genetische variëteit uit zich niet in de soorten, die weinig variatie vertonen en op zich niet zeldzaam zijn, maar in de vele en goede klonale selecties van de in die periode belangrijke variëteiten. Binnen er variëteit bestaan er steeds selecties die het beter doen op niveau van schilkwaliteit, grootte, kleur, suikergehalte en productiviteit. De klonale selecties in deze boomgaard zijn kwalitatief erg waardevol en getuigen van vakbekwaamheid van de teler.
Een ander item dat verband houdt met de genetische diversiteit zijn de zaailingonderstammen en stamvormers die telers in die periode gebruikten om hoogstammen te produceren met een hoge levensverwachting (80 tot 150 jaar). Hier is nog weinig over gekend en hier valt dus veel kenniswinst te verwachten door onderzoek van wortel- en stamscheuten. Daarnaast heeft de boomgaard een belangrijke ecologische waarde. Het permanent grasland met microreliëf vertoont nog kenmerken van een soortenrijk Kamgrasland. Kamgrasweilanden komen voor op eerder voedeselrijke gronden en worden meestal begraasd door runderen. Typische soorten als Kamgras, Scherpe boterbloem, Madeliefje en Veldzuring zijn nog aanwezig. Deze boomgaard is ook de habitat van broedvogels zoals de steenuil en zoogdieren zoals de das en de eikelmus. Omhaagde hoogstamboogaarden met tussen de 100 en 300 bomen vertonen een zeer hoge soortenrijkdom, maar zijn ondertussen een zeldzaamheid.
Ingeplant op een vrijstaand perceel langs het Sint-Genovevaplein, is de statige fruittelerswoning met bedrijfsgebouwen, de ommuurde hoogstamboomgaard en de grote weideboomgaard met een oppervlakte van 4,8 hectare een opvallend en beeldbepalend element in de dorpskern van Oplinter en vervult ze een waardevolle contextuele functie als overgangselement tussen de bebouwde dorpskern en het achterliggende open agrarische landschap.
De hoogstamboomgaard is een karakteristiek landschapselement dat zorgt voor afwisseling en doorheen de seizoenen een gevarieerd uitzicht vertoont wat bijdraagt tot de belevingswaarde van het landschap. Veel mensen genieten van de bloesems in de lente en de vruchten in de herfst. De variatie in vruchten en variëteiten met verschillende rijpingsmomenten, maakt het geheel nog aantrekkelijker. De weideboomgaard kent voor ongeveer 50 procent uitval en is dus zeker niet meer volledig. Daar de uitval zich voornamelijk concentreert in de noordoostelijke helft van het perceel, vertegenwoordigt de zuidwestelijke helft toch nog een gaaf beeld van de oorspronkelijke boomgaard. Ook de omheining met meidoornhagen en populieren langs de westzijde bleef grotendeels bewaard. Het grazend vee onder de bomen en de aansluitende 19de-eeuwse fruittelerswoning met huisboomgaard vervolledigen dit beeld. Dit maakt van deze boomgaarden met fruitbedrijf een landschappelijk uniek relict dat bijdraagt tot de herkenbaarheid en identiteit van de streek.
Dit is een zeldzaam, zeer goed bewaard voorbeeld van een U-vormige fruitbedrijf opgetrokken in 1896 dat vrij snel werd uitgebreid met een westvleugel in dezelfde stijl en zo evolueerde tot een homogeen semi-gesloten complex. Zowel de statige fruittelerswoning als de bedrijfsvleugels zijn opgetrokken in een voor de periode typische sobere -doch zeer verzorgde-, baksteenstijl onder meer gekarakteriseerd door getrapte spaarvelden, risalieten, hoeklisenen, baksteenfriesen, omlopende kordons en oculi. De bedrijfsgebouwen zijn afgewerkt met decoratieve, wit geschilderde houten windborden, die het geheel een pittoresk uitzicht verlenen.
Sint-Genovevaplein 1 (Tienen)
De site is gelegen in de dorpskern van Oplinter, in het noordwesten van de geografische streek (droog) Haspengouw, die gekend is als de grootste fruitstreek van het land. Het geheel van woning, bedrijfsgebouwen, nutstuin en boomgaarden bevindt zich langs het Sint-Genovevaplein. Vooraan staat de fruittelerswoning met flankerende bedrijfsgebouwen uit eind 19de eeuw die via een kleine sier- en de nutstuin verbonden is met de deels ommuurde hoogstamboomgaard. Hierachter bevindt zich de ruime, grotendeels omhaagde weideboomgaard.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoogstamboomgaarden met woning en bedrijfsgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/21163 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.