vastgesteld gebied in de landschapsatlas van tot heden
Wijngaardberg en het landbouwgebied tot aan de Parhof
vaststellingsbesluiten: 25-09-2018 ID: 14716
Het gebied bestaat uit de landschappelijke overgang tussen het gesloten landschap van de ijzerzandsteenrug “Wijngaardberg” met haar bossige en heideachtige steile hellingen, die naar het oosten geleidelijk in hoogte afneemt en vervlakt en waar het landschap agrarischer en opener wordt. In het hele gebied kenmerken holle wegen het landschap. Het gebied vormt een nog open en weinig bebouwd cluster en weerspiegeld het traditionele landschap van deze streek. De Wijngaardberg zelf is beeldbepalend in de omgeving en de open akkers ten noorden en zuiden van de berg vrijwaren deze zichten.
De Wijngaarberg is een van de ijzerzandsteenruggen in het Hageland die gekenmerkt worden door hun zuidwest-noordoost oriëntatie. In het tertiair werd een diepe riviervallei opgevuld met glauconiethoudend zeezand. Ten gevolge van een reliëfinversie kwamen deze zandlagen droog te liggen en vond bodemvorming plaats waarbij het ijzerhydroxide als een harde laag neersloeg tussen de zandkorrels. Tijdens de latere ijstijden werden deze zandlagen geërodeerd en bleven de ijzerzandsteenbanken in reliëf staan waarna een eolische zandleemlaag alles afdekte. Naar het oosten vlakt het reliëf van de Diestiaanheuvel af en wordt de leemlaag dikker als overgang naar het Brabants leemplateau.
De heuvel is bepalend geweest voor het hydrografisch net, de inplanting van dorpen en het wegenpatroon. Wezemaal ligt ten noordwesten aan de voet van de Wijngaardberg en is verbonden met Gelrode in het oosten door middel van enkele hoofdwegen die ten noorden en zuiden van de heuvelrug lopen. Ten zuiden van de Wijngaardberg passeert de Kapellekensweg de 18de-eeuwse Onze-Lieve-Vrouw-van-Bijstandskapel met kapellinde en volgt het tracé langs de voet van de heuvel. De ‘berch’ van Wezemaal was sinds eind 12de eeuw het privébezit van de heer van Wezemaal en nagenoeg volledig met bos en heide begroeid, en diende op de eerste plaats wellicht als exclusief jachtterrein. De Wijngaardberg blijft tot halfweg de 19de eeuw in het bezit van de hertog d’Ursel.
Het ijzerzandsteen werd sinds de 11de eeuw op lokale schaal ontgonnen voor de bouw van monumentale gebouwen in de omgeving zoals kerken. Op de Wijngaardberg zijn drie groeves bewaard waarvan de Duivelsput reeds vermeld wordt in 1441. Tot in de 20ste eeuw leverden deze groeves ijzerzandsteen voor allerhande bouwwerken. Op sommige plaatsen in de uitgehakte wanden zijn nog merktekens te zien van het steenhouwersbedrijf. Ook in een aantal holle wegen werd lokaal ijzerzandsteen ontgonnen en is dit vandaag nog zichtbaar in de wanden van de weg. Deze wegen dienden voor het transport van het ontgonnen materiaal naar de dorpen en waren onderhevig aan erosie door het intensief transportverkeer.
Wijngaardberg
De Wijngaardberg ligt grotendeels onder gemengd bos en loofbos gekenmerkt door steile hellingen. Op de noordelijke hellingen liggen droogdalen die later gebruikt werden om wegen in aan te leggen. Deze holle wegen lopen dwars de helling op en vormden zo de kortste route naar de hoger liggende gronden. Op de top van de berg stond tot aan de Eerste Wereldoorlog een windmolen van de familie d’Ursel waar de landbouwers in de omgeving verplicht waren hun graan te laten malen. Deze molen werd vernietigd in de oorlog en erna werd op deze locatie een monumentaal Heilig-Hartbeeld geplaatst dat van in de ruime omgeving zichtbaar is.
De Wijngaardberg heette tot in de 19de eeuw Molenberg. Begin 19de eeuw gaf de hertog d’Ursel toestemming om een wijngaard aan te leggen op de berg die sindsdien de Wijngaardberg heet. Er werd gekozen voor de zuidhelling vanwege de oriëntatie die zorgde voor een warmer microklimaat en de ondergrond die zeer geschikt bleek voor wijnteelt. In totaal werden 10 terrassen uitgehakt voor de aanplanting van circa 2000 wijnstokken. Bij de aanleg van de wijngaard werd bovenop de berg op de grens met het bos op het plateau een indrukwekkende muur gebouwd van circa 1550 m lang. Deze ‘wijnmuur’ werd opgebouwd uit losse ijzerzandsteenschollen en diende ofwel als bescherming tegen de koude noorderwind of tegen loslopend vee en wild. De wijnteelt werd in circa 1840 stopgezet.
Na de Eerste Wereldoorlog werd de Wijngaardberg ingeschakeld in de perzikenteelt. Wezemaal was hierin de pionier, op de andere ijzerzandsteenheuvels werd het voorbeeld vanaf de jaren 1930 gevolgd. Ook het plateau bovenop de Wijngaardberg en het landbouwgebied ten oosten werd in deze periode grotendeels gerooid en omgezet in boomgaarden. In de jaren 1960 nam de concurrentie toe en werd op veel plaatsen overgeschakeld op laagstam appelen, welke ook nu nog bovenop de Wijngaardberg worden aangetroffen.
De scherpe hellingsgraad van de zuidelijke helling van de Wijngaarberg en de warmte absorberende ijzerzandsteen creëren een warm microklimaat en ideale habitat voor een aantal thermofiele soorten. De afwisseling van ijzerzandsteen met grof zand en schaduwrijke hellingen zorgt voor een rijke variatie aan planten.
Landbouwgebied tot aan de Parhof
Ten oosten van de Wijngaardberg blijft het landgebruik tot in de 20ste eeuw ongewijzigd met een duidelijke agrarische dominantie. Na de Tweede Wereldoorlog neemt het areaal hoogstamboomgaarden snel toe maar vanaf 1960 overwegen de akkers opnieuw. Het centraal gelegen Waterloosveld was een gemene grond voor de inwoners van Gelrode. Vanuit het dorp leidden parallelle holle wegen de heuvelflank op en verbonden de bewoning in het dorp en de gemene heide en (schaarhout)bossen. Dit systeem is, hoewel het landgebruik veranderd is, nog duidelijk zichtbaar in het huidige landschap. Veel van deze wegen zijn bewaard gebleven en worden vandaag gekenmerkt door al dan niet steile taluds, vaak beplant met hakhout. De Gemeentebosweg en de ‘Groenen Weg’ verwijzen nog naar het bestaan en gebruik van gemene gronden.
De kern van het gebied wordt gevormd door de Wijngaardberg en het landbouwgebied ten oosten hiervan. Dit gebied is nog bijzonder gaaf en weinig verstoord. Rond deze kern zijn duidelijke landschappelijke grenzen gezocht voor de afbakening. In het zuiden is er een harde grens die gevormd wordt door de snelweg E314. In 2001 lag deze snelweg door de ankerplaats “Diestiaanruggen te Wezemaal” die naast de Wijngaardberg ook de Beninksberg omvatte. De schaal en impact van deze infrastructuur heeft doen beslissen bij de actualisatie van het gebied de snelweg als grens te beschouwen en de twee gebieden op te splitsen. Voor de Beninksberg is een afzonderlijke afbakening en omschrijving gemaakt. In het westen vormt de dorpskern van Wezemaal een duidelijke grens met de Wijngaardberg. Hier is het gebied tot aan de bebouwing afgelijnd. In het noorden is wederom de bebouwing als grens genomen en werd ook op de bebouwing afgegrensd. Indien mogelijk werden op het terrein herkenbare grenzen gevolgd, zoals de Dunkerweg. Daar waar bouwkundig erfgoed op de grens van de afbakening lag is deze mee opgenomen in het gebied, bijvoorbeeld in de omgeving van de Moedermeule. In het oosten is de Holsbeeksesteenweg als grens genomen, deze weg vormt een belangrijke landschappelijke barrière en het kleine landbouwgebied ten oosten daarvan omvat geen tot weinig erfgoedwaarden.
Dankzij de beperkte graad van bebouwing heeft de beboste Wijngaardberg in tegenstelling tot andere gelijkaardige heuvels een zeer gaaf uitzicht. Markante terreinovergangen, droogdalen en taluds kenmerken het gebied en zorgen voor een gevarieerd reliëf. De talrijke holle wegen hebben hun oorspronkelijk onverhard karakter vaak behouden wat bijdraagt tot een hoge belevingswaarde. Op de hellingen is er een afwisseling van grasland-, heide- en bosvegetaties wat contrasteert met de boomgaarden die het plateau domineren. Deze variatie in landgebruik zet zich verder door naar het oosten waar de fruitteelt meer gefragmenteerd is en afwisselt met akkers. De Wijngaardberg is door zijn hoogte en steile hellingen beeldbepalend voor de ruime omgeving. De open akkers ten zuiden en noorden ervan vrijwaren de zichten op de berg. Het heilighartbeeld op de top is zichtbaar vanuit Wezemaal en trekt de blik naar zich toe. Ook vanop de berg zijn veel vergezichten naar de omgeving mogelijk.
De Wijngaardberg is een van de ijzerzandsteenruggen in het Hageland die gevormd werden in het Diestiaan als verdichte inspoelingshorizont. Tijdens een erosiefase boden de ijzerzandsteenbanken weerstand wat resulteerde in de Hagelandse heuvels. Droogdalen vormen op de noordelijke flank nog relicten van het glaciaal reliëf. Naar het oosten vervaagt het reliëf van de Diestiaanheuvel en gaat dit over in het Brabants leemplateau. In een drietal groeven is het ijzerzandsteen goed waarneembaar en is er een duidelijk onderscheid tussen de ijzerrijke uitspringende banken en de erosiegevoelige zandige lagen. Ook in een aantal holle wegen is het ijzerzandsteen nog zichtbaar in de wanden. De scherpe hellingsgraad van de Wijngaardberg zorgt voor een sterk zon beschenen zuidhelling. Gecombineerd met de warmte absorberende ijzerzandsteen creëert dit een uniek microklimaat en ideale habitat voor thermofiele soorten. Het hoge ijzergehalte van de bodem en de afwisseling tussen schaduwrijke en -arme hellingen zorgt voor een variatie aan waardevolle flora.
De Wijngaardberg deed als beboste heuvel in de middeleeuwen dienst als jachtterrein voor de heer van Wezemaal en bleef grotendeels bos tot de 18de eeuw. De roestbruine ijzerzandsteen werd daarenboven al sinds de 11de eeuw gewonnen voor de bouw van kerken en monumentale gebouwen uit de streek. Drie ijzerzandsteengroeves en lokale toponiemen zoals ‘Duivelsput’ herinneren nog aan deze ontginningsactiviteit. Bestaande holle wegen op de flanken zorgden voor het transport van het ontgonnen materiaal en maakten deel uit van het netwerk aan onverharde wegen dat de cultuurgronden en grondstoffen op de Wijngaardberg verbond met de nederzettingen aan de voet van de heuvel. De aanwezigheid van een windmolen op de top van de berg tot aan de Eerste Wereldoorlog resulteerde in de naam Molenberg. De latere naam Wijngaarberg is onlosmakelijk verbonden met de korte maar intensieve periode van wijnteelt op de berg in de 19de eeuw waarvan de ijzerzandstenen wijnmuur een monumentale getuige vormt. Het Waterloosveld vormt een voormalige gemene grond voor de inwoners van Gelrode en is nog via verschillende intacte holle wegen verbonden met het dorp zodat de link tussen de dorpen en de gemene heide en bossen nog duidelijk herkenbaar is.
Het tot op het einde van de 18de eeuw beboste gebied, was vanaf het begin van de Steentijd en de daarop volgende perioden bewoond. Getuigen hiervan zijn de talrijke archeologische prospectievondsten verspreid over de heuvel en de oostelijk gelegen akkers en velden.
De Wijngaardberg vormt als grotendeels beboste heuvel een groen baken in het landschap dat contrasteert met de omliggende bebouwing. De hydrografie, het wegennetwerk en de inplanting van de straatdorpen rondom zijn geconditioneerd door deze specifieke reliëfvorm. Op de noord- en zuidflanken van de berg liggen talrijke holle wegen die dwars de helling oplopen en vaak gebruik maken van oude droogdalen. De landschappelijke structuur in het oostelijke gebied is herkenbaar bewaard: het dorp Gelrode is door middel van (holle) wegen verbonden met het agrarisch gebied, de voormalige gemene grond van het dorp.
De wijnmuur op de scheidingslijn tussen de wijngaard en het bos op het plateau is opgebouwd uit ijzerzandsteenschollen, mogelijk afkomstig van de terrassen aangelegd voor de wijngaard. De muur die oorspronkelijk circa 2 meter hoog en 1,7 meter breed was, bestaat uit los op elkaar gestapelde schollen. Om de stabiliteit te waarborgen, werden de buitenste wanden van de muur afgevlakt zodat ze een rechte zijkant verkregen. De wijnmuur vormt mede door zijn omvang een uniek voorbeeld van stapelbouw in Vlaanderen.
Waar het ijzerzandsteenpakket het dikst is, werd dit op lokale schaal intensief ontgonnen. Het materiaal werd gebruikt voor de constructie van monumentale gebouwen in de omgeving zoals de kerktorens van Rotselaar en Wezemaal. Op de Wijngaardberg zijn drie ijzerzandsteengroeves bewaard waarvan de oudste vermelding dateert uit de 15de eeuw. In een aantal van deze groeves verwijzen merktekens nog naar het steenhouwersbedrijf dat hier actief was.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Wijngaardberg en het landbouwgebied tot aan de Parhof [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/21196 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.