Het Hof ten Steen is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door:
Vermeld sinds 1413 en in de 14de eeuw eigendom van Gielis van Ophem, telg uit het gelijknamige oude riddergeslacht, lag het hof ten Steen als afsplitsing van het tegenover de kerk gelegen en inmiddels verdwenen hof van Oppem mee aan de basis van ontstaan en ontwikkeling van het gehucht Oppem. Oorspronkelijk een geïsoleerd ingeplante stenen woontoren evolueerde ten Steen vrij snel, mogelijk reeds begin 16de eeuw tot een omvangrijk hoevecomplex dat, op de donjon na, tijdens de godsdienstoorlogen werd vernield en waarvan de huidige vierkantstructuur in kern minstens teruggrijpt tot het einde van de 17de eeuw.
In het tweede kwart van de 16de eeuw gedateerd en mogelijk zelfs ouder illustreert deze tot een kelder- en ontvangstniveau gereduceerde donjon met zadeldak het adellijke woontype uit deze periode: een vierkante woontoren opgetrokken in baksteen met natuurstenen parement in groot en regelmatig verband voorzien van een druiplijst en opengewerkt met een rechthoekige deur met monolietlatei, gedrukte ontlastingsboog en klembalk en daarnaast kleine vierkante vensters met negblokomlijsting. Bepaalde al dan niet in relictvorm bewaarde interieurelementen zoals het gedrukte tongewelf boven de kelder, het getralied keldervenster, de gewelfconsole met dropmotief verwijzend naar een verdwenen kruisriboverwelving, de resten van een schouwpenant met keellijst en octogonaal profiel, de grote muurkast met flankerende rechthoekige nissen en de driehoekige lampnis verhogen de documentaire waarde van een bouwtype waarvan in Vlaanderen slechts een vijftigtal exemplaren bleven bewaard. Het aanleunende, middelgrote, straatbelijnende hoevecomplex uit de 17de en begin 18de eeuw, bestaande uit witgeschilderde bakstenen volumes met natuurstenen plint en pannen zadeldaken rond een rechthoekig erf en waarvan de huidige configuratie in kern minstens teruggrijpt tot het einde van de 17de eeuw getuigt van een gangbare evolutie waarbij de woontoren geleidelijk werd gereduceerd tot annex van een landbouwcomplex.