Het molengebouw van de watermolen de Slagmolen betreft een bakstenen gebouwen van twee bouwlagen. De watergevel bestaat uit een versteend vakwerkgedeelte en een geveltop met verticale beplanking.
Historiek
De huidige molen werd begin 17de eeuw (1612) als slag- en bookmolen opgericht op de plaats van een in 1523 ingeplante volmolen. Eind 18de eeuw werd er nog enkel olie geperst. In 1834 begon men ook met een graanmolen. Eind 19de eeuw viel het olieslaan weg en in 1899 plaatste men een gietijzeren onderwerk. Er werd gemalen tot 1955. In 1986-1987 plaatste men een nieuwe molenas en een nieuw houten waterrad zodat er vanaf dan weer kon gemalen worden.
Beschrijving
Het molengebouw ligt in het verlengde van en sluit aan op de voormalige molenaarswoning. Het betreft een bakstenen gebouw van twee bouwlagen. De watergevel bestaat uit een zogenaamd versteend vakwerkgedeelte met deur, venster en luik en een geveltop met verticale beplanking, tochtlatten en twee vensters. Het zadeldak heeft een oude dakstructuur en is bedekt met Vlaamse pannen. De doorbrekingen zijn horizontaal afgewerkt met houten lateien.
De vloer van het gelijkvloers bestaat uit rode tegels, de zolder heeft een vloer van brede planken. Op het gelijkvloers bevindt zich een zwaar gietijzeren raderwerk gevat in gietijzeren zuiltjes op arduinen voet en bruggen. Op de bruggen draaien twee rondsels waarvan de stand regelbaar is: lichtsysteem met handwiel en hefboom op iedere brug en een verstelbare taatspot. De zware hoefijzervormige brug van de hoofdas is gedateerd 1889. De twee houten meelgoten eindigen in een grote meelschoen. Het geheel wordt ondersteund door gebogen hout waarin gaten zijn aangebracht voor de verschillende standen van een palet, waarop de meelzakken bij het vullen steunen.
De maalzolder bevat twee koppels maalstenen op zware vloer die door verticale en horizontale houten balken gedragen wordt. De steenkistringen zijn polygonaal, de lopers hebben tweetakse rijnen, de steenkisten zijn van hout en de houten galg heeft een dubbele zwengel. Het luiwerk heeft een haakse overbrenging (conische raderen). De houten riemwielen hebben een door middel van een hefboom aanspanbare riem. Ook is er op de maalzolder een balans aanwezig. De sluis bestaat uit beton en breuksteen. De houten sluisdeuren zijn uitgerust met een houten staart. De maalsluis werd vroeger wellicht bediend vanuit het interieur. Er is een laterale lossluis aanwezig.
Het houten waterrad heeft tangentiaal gemonteerde armen en radiaal geplaatste houten pluiplanken. De verbinding gebeurt door middel van houten pennen en sleutels alsook met van vierkante koppen voorziene bouten. De as is een zware eikenhouten balk, de asput heeft een houten kader en de lager draait in een houten blok.
De watermolen vertoont zowel oude als nieuwe kenmerken. De oude kenmerken zijn het houten waterrad, de houten wateras, de frontale opstelling van de maalstenen, de inwendige structuur en de vakwerkbouw. De nieuwe kenmerken zijn het gietijzeren raderwerk en de betonnen sluiswand. Opvallende en vrij zeldzame elementen zijn het houten waterrad met tangentiaal geplaatste armen, de houten as, de laterale lossluis, de gedateerde gietijzeren asbrug (inwendig rond de wateras) en het luiwerk met regelbare riemspanning.
De watermolen, genaamd Slagmolen, met inbegrip van molengebouw, waterrad, sluiswerk en de volledige maalinstallatie met toebehoren, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de: