in casu architectuurhistorische waarde: Alleenstaand gebouw met een duidelijke tweeledigheid: links een neoromaans schoolgedeelte van vier traveeën en één bouwlaag, rechts een gemeentehuis van drie traveeën en twee bouwlagen, het geheel uniform onder een gemeenschappelijk golfplaten zadeldak. Bakstenen gebouw op een verhoogde begane grond, afgewerkt met Maaslandse kalksteen en mergelsteen voor plint, hoekbanden, pilasters en rondboogfries. Strekse vensters met lekdrempels en geprofileerde druiplijsten in het gemeentehuis, rondboogvensters met metalen roedeverdeling in de school. De hoofdingang is een rechthoekige deur in een kalkstenen omlijsting met druiplijst.
De tweeledigheid van het exterieur vertaalt zich naar het grondplan: het gemeentehuis omvat dienst- en circulatievertrekken, het schoolgedeelte een theaterzaal.

Typische laat 19de- tot vroeg 20ste-eeuwse combinatie van dorpsschool en gemeentehuis, later omgevormd tot gemeentelijke feest- en toneelzaal. Er werd geopteerd voor een typische architecture parlante, waarbij de neostijlen zowel om hun esthetische als functionele kwaliteiten werden geselecteerd.