Beschrijving
De volledige site van de Achelse Kluis is beschermd als monument.
Waarden
De Achelse Kluis is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde: Van het in 1656 opgerichte oratorium, een grenskapel in vakwerk, werden in 1955 de grondvesten teruggevonden, die wezen op de typische kenmerken van een Kempense driebeukige schuur.
Van de eremietentijd rest heden enkel nog de kapel van 1734-1736. Het betreft een sober laatbarok gebouw. Deze kerk werd bij de bouw van de huidige neogotische abdijkerk ten oosten ingekort, waarbij de driezijdige sluiting verdween. De neogotische kerk van P.J.H. Cuypers, opgericht in 1885-1886, is een voor België zeer uniek voorbeeld van deze belangrijke Nederlandse architect en restaurateur. Het betreft een rationele architectuur, in navolging van de ideeën van Viollet-le-Duc, waarin ook invloeden van de Duitse en Engelse neogotische beweging zijn verwerkt.
De uitzonderlijke verdienste van Ritzens architectuur ligt in het effectloze karakter ervan. Robuuste muurvlakken worden spaarzaam door spitsboogvensters doorbroken. De interne ruimtewerking is sober en terzelfder tijd innemend.
De overige abdij gebouwen uit de 19de en 20ste eeuw, gaande van de poortvleugel, het gastenhuis, de werkhuizen en de voormalige stallingen tot het oud kapittel, alsook de toegangspoort, de ommuurde moestuin, de "barakkenkapel" en het nieuwe kerkhof, verrijken elkeen de Achelse site en vervolledigen het beeld van het eeuwenlange religieuze leven aldaar.
sociaal-culturele waarde, volkskundige waarde
De Achelse Kluis vormde in zijn beginperiode een kleine communiteit van eremijten die de moeras-, bos en heidegronden aan beide zijden van de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden ontgonnen. Ze deden aan landbouw, herbergden pensiongasten, verzorgden krankzinnigen en gaven onderwijs aan jongens uit de omtrek. Vanaf de aankoop door de trappisten werd, naast de traditionele landbouwactiviteiten, de bouw van de nodige werkplaatsen aangevat. Onder andere de smederij, de timmerwerkplaats en het washuis stonden in voor de behoeften van de eigen kloostergemeenschap. Vanaf de stichting van de priorij in 1846 tot ongeveer 1910 werden er bovendien coniferen gekweekt voor de verkoop. De bierbrouwerij, die bedrijvig was van 1850 tot kort voor de Eerste Wereldoorlog, werd heropgestart. In de periode 1858-1896 werd er tevens aan wijnbouw gedaan. Ook de in 1861 geïnstalleerde koperslagerij , smederij en timmerwerkplaats waren niet enkel voor intern gebruik bedoeld, maar leverden ook bijvoorbeeld brandspuitwagens voor de omliggende gemeenten. Tussen 1884 en 1914 werden de wateringen aangelegd en uitgebaat. In 1947 werd in de Achelse Kluis de uitgeverij Sinite Parvulos opgericht.
historische waarde
In 1656 stichtten katholieken uit Waalre, Valkenswaard en Schaft een oratorium te Achel. Een bijhorende kluis volgde in 1686 door toedoen van Petrus Wijnants van Eijnatten uit Eindhoven. Bijna alle gebouwen van de hermitage werden in 1716 door brand vernield. In de periode 1734 - circa 1765 werd het klooster heropgebouwd. In 1798 volgden de opheffing en onteigening van het klooster, waarop de gebouwen werden verpacht en deels werden afgebroken. Een nieuwe fase brak aan in 1845 wanneer de trappisten van Westmalle het goed aankochten. In 1885-1886 bouwde architect P.J.H. Cuypers een neogotische kerk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er op Nederlands grondgebied een noodklooster opgericht, dat circa 1926 door architect Jos Ritzen werd omgebouwd tot een kapel van Onze-Lieve-Vrouw Middelares. In september 1944 werd de oude broederskerk door de Engelsen zwaar beschadigd. Na de vijandelijkheden werden de vooroorlogse plannen voor de bouw van een nieuwe abdij heropgenomen. In de periode 1945-1949 werden twee kloostervleugels gebouwd naar ontwerp van architect Ritzen. De oude eremietengebouwen werden jammer genoeg in 1973-1974 afgebroken.