Teksten van Toegangspoort tot de voormalige botanische tuin

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/286

Toegangspoort tot de botanische tuin versie 1 - 17.06.2013 ()

De monumentale, classicistische poort naar ontwerp van Laurent-Benoît Dewez (1731-1812) uit 1771 sluit aan op het Anatomische theater en bood in de 18de eeuw toegang tot de eerste botanische tuin van de universiteit.

Historiek

Al vanaf het midden van de 12de eeuw vormde de Minderbroederstraat een belangrijke verbindingsweg tussen het centrum van de stad en de buitenwijken.
Vanaf het begin van de 18de eeuw maakte de Leuvense universiteit een begin met de uitbreiding van haar infrastructuur. Door de nabijheid van de stadskern en de nog talrijke onbebouwde terreinen was de Minderbroedersstraat daarvoor bij uitstek geschikt. Vooral in de 19de eeuw kenden de universitaire bouwactiviteiten er een hoge vlucht, waardoor de architecturale impact van deze onderwijsinstelling in de straat nog werd versterkt.

De toegangspoort tot de eerste botanische tuin is gelegen op het eerste terrein dat de universiteit in 1738 in de Minderbroedersstraat verwierf. Het ging om een stuk grond van nagenoeg een kwart hectare groot, dat voordien toebehoorde aan de patriciërsfamilie Van Ophem. Het lag op de hoek van de straat en de huidige Kapucijnenvoer, net buiten de eerste stadsomwalling, en was begrensd door het klooster der Engelse nonnen aan de Kapucijnenvoer, en aan de Minderbroedersstraat door het erf van de stichting voor armenzorg De Vijf Wondekes. Met deze aankoop wilde de universiteit de bouw van een anatomisch theater en de aanleg van een kruidentuin mogelijk maken, initiatieven die nauw verband hielden met de toenmalige wetenschappelijke ontwikkelingen.
Gelijktijdig met de vernieuwingen in de geneeskunde ontstond ook binnen de leerstoel botanica een meer praktijkgerichte mentaliteit. Botanica stond door het onderzoek naar de geneeskundige eigenschappen van planten immers gedeeltelijk ten dienste van de geneeskunde. Terwijl vanaf de 16de eeuw aan verschillende Europese universiteiten plantentuinen werden ingericht, ten behoeve van onderzoek en onderwijs, gebeurde dit in Leuven pas veel later. Mogelijk boden de tuinen van de talrijke kloosters, abdijen, patriciërshuizen en colleges in de stad voldoende illustratie- en onderzoeksmateriaal. De aankoop van het terrein aan de Minderbroedersstraat in 1738 zou definitief een einde maken aan het ontbreken van een botanische tuin.

Weldoener en initiatiefnemer bij de aanleg van de kruidentuin en de bouw van het anatomisch theater was Hendrik Jozef Rega (1690-1754). Als doctor in de geneeskunde doceerde hij vanaf 1719 anatomie aan de Leuvense universiteit. Daarbij profileerde hij zich van meet af aan als een overtuigd voorstaander van het praktisch medisch onderzoek. De botanische tuin en het anatomisch theater kwamen er dan ook voor een groot deel dankzij hem.
Op het onbebouwde terreingedeelte werd tussen 1738 en 1741 de botanische tuin of 'hortus botanicus' aangelegd. Professor Rega wendde vanaf het begin zijn relaties aan om planten te verwerven voor de nieuwe tuin. Zo bekwam hij onder meer een collectie van professor Adriaan Sassenus (1672-1756), medicus, apotheker en titularis van de leerstoel scheikunde, die in de Vaartstraat een kleine kruidentuin ten behoeve van zijn apotheek bezat. In de loop van de komende jaren werden de collecties nog aanzienlijk vergroot en kreeg de tuin een grote faam dankzij het bezielende werk van professor Michaux, die er tussen 1745 en 1793 het beheer over had.
De zolder van het huis Van Ophem werd aanvankelijk als bergruimte voor de hortus benut; een bijgebouw werd verbouwd tot tuinmanswoning. Het tuinpaviljoen met serres werd aanvankelijk door de botanici in de oorspronkelijke toestand gelaten en pas later meermaals verbouwd, tot het in 1771 werd gesloopt. In dat jaar ontwierp architect Laurent-Benoît Dewez (1731-1812) nieuwe serres én een nu nog bestaande poort die toegang gaf tot de botanische tuin.

De tuin had aan het einde van de 18de eeuw zijn grootste bloei achter de rug. Na de oprichting van de staatsuniversiteit (1817) tijdens het Nederlandse bewind werd immers op het terrein van het in 1801 gesloopte kapucijnenklooster, een tweede en grotere botanische tuin aangelegd. De eerste speelde vanaf dan nog slechts een tweederangsrol. Bovendien bouwde stadsarchitect Edouard Lavergne in 1874 op het terrein van de oude tuin de Gemeenteschool nummer 3. Mogelijk was het bij die gelegenheid dat de uit 1771 daterende serres werden afgebroken.

Beschrijving

De monumentale toegangspoort, in 1771 in classicistische stijl opgetrokken naar ontwerp van Laurent-Benoît Dewez (1731-1812), sluit aan op het anatomisch theater. De houten poortdeuren zitten gevat in een arduinen rondboogomlijsting die uit geriemde archivolten op pilasters bestaat. De trapezoïdale sluitsteen is met een typisch Louis XVI-motief gedecoreerd en in de zwikken versterken rozetten het ornamentele aspect van de poort. Twee monumentale pilasters met Ionisch kapiteel en festoen flankeren de poort. Het sterk verweerde en met mos begroeide hoofdgestel schraagt een driehoekig fronton waarvan het verdiept fronton is omlijnd door een geprofileerde lijst. Boven op dit fronton zijn restanten van siervazen zichtbaar, terwijl het opschrift "Hortus botanicus" ter hoogte van de architraaf aan de oorspronkelijke functie van de poort herinnert.

Bibliografie

  • Stadsarchief Leuven, Modern Archief, dossier 8262/2 (bouwvergunning 1918); dossier 22619 (bouwvergunning 1971).
  • DE MAEGD C. 1984: Hortus Lovaniensis. Zijn geschiedenis en zijn gebouwen. De restauratie van de Oranjerie, Monumenten en Landschappen, 3.4, 6-26.
  • GUIMARAES T. 1990: Histoire des terrains de l ́ancien jardin botnique, Restauration de l'atelier du sculpteur François Vermeylen. Minderbroedersstraat Leuven (1877), s.l. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling KULeuven), 26-43.
  • STAES J. 1993: De oude snijkamer (anatomietheater) van de universiteit. Hoek Minderbroedersstraat en Kapucijnenvoer, Brochure Open Monumentendag, Leuven, 13-16.

Bron: Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Braban,t, DB002095, Toegangspoort tot de botanische tuin, beschermingsdossier
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Toegangspoort tot de voormalige botanische tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/146395 (geraadpleegd op ).


Toegangspoort tot de voormalige botanische tuin ()

De toegangspoort tot de eerste botanische tuin van de universiteit van Leuven is beschermd als monument.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Toegangspoort tot de voormalige botanische tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/188390 (geraadpleegd op ).