Beschrijving
De parochiekerk Sint-Barbara is, met inbegrip van het perceel waarop het gebouw is gelegen, beschermd als monument.
Waarden
De Sint-Barbarakerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
historische en historische, in casu architectuurhistorische waarde: Bakstenen kerkgebouw in neogotische stijl met sterke West-Vlaamse reminiscenties, opgericht vanaf 1934 onder impuls van mijnbaron Evence Coppée. De ruwbouw moet grotendeels zijn voltooid in 1936, de interieurafwerking werd gehinderd door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en sleepte nadien nog enkele jaren aan.
Gebouw gepositioneerd in het midden van de Tuinwijk, op een terrein ten oosten van het gemeenteplein; de toren is een beeldbepalend element en het eindpunt van verschillende radiaal middelpuntszoekende assen. Driebeukige structuur, met een monumentale westgevel met hoofdingang, een dwarsbeuk met zijportalen en een indrukwekkende koorpartij, gevormd door een heuse koortoren met duidelijk Westvlaams geïnspireerd profiel, in het zuiden geflankeerd door een winterkapel, in het noorden door een sacristie, die enerzijds - door middel van lagere galerijen - met de toren in verbinding staan, en anderzijds - door hoekoplossende verbindingsruimten - met de transeptarmen. Sobere baksteenparamenten op een afgeschuinde plint; hoofdpoort in hout met koperbeslag, spitsboogramen soms gedrukt, soms lancetvonnig in verdiepte nissen met afgeschuinde onderdorpels ; glasramen geïnspireerd op deze in Chartres.
Bepleisterd interieur met bakstenen details; spitsbogige scheibogen op bundelpeilers tussen de beuken; overdekking door middel van kruisribgewelven tussen spitse gordelbogen; geprofileerde scheiboog tussen koor en kruising; beperkte sculpturale afwerking rond de balustrade van het orgeldoksaal. Rijke meubilering met ingemetselde biechtstoelen, marmeren en kalkstenen altaren en doopvont en verschillende attributen.
artistieke waarde
Gebouw opgetrokken door de Ukkelse architect Vanden Nieuwenborgh, uitgevoerd in een sobere baksteengotiek, deels historiserend en geïnspireerd op West-Vlaamse modellen, deels modernistisch in de lijn van de Amsterdamse en Delftse school, doch op een katholieke, bijna megalomane wijze geïnterpreteerd. Interieurafwerking door Maquiestaux (wandversiering boven het rechtse zijaltaar, 1940), Jo Verwilghen (preekstoel, 1940), Ceyssens (koorlezenaar, 1940) en Raf Malleux (heiligenbeelden).
sociaal-culturele waarde, volkskundige waarde
De kerk is een typische mijnkathedraal, opgericht op kosten van de mijnuitbating op een centraal terrein in de oude tuinwijk. Het gebouw vervulde niet alleen de praktische behoefte aan een cultusruimte, maar moest ook bijdragen tot het positieve imago van het mijnbedrijf, dat zelfs in tijden van crisis op volle toeren bleef draaien. De kathedralen, als protserige blikvangers, fungeerden alzo als visitekaartje naar de buitenwereld toe en stimuleerden de werklust en het samenhorigheidsgevoel onder de arbeiders. Naast deze commerciële overwegingen zullen de kerken ook paternalistische, christelijke idealen hebben gediend. Hun propagandistische waarde was derhalve op verschillende domeinen te situeren, wat het tot openbare interbellumgebouwen bij uitstek maakt.