Teksten van Stadscentrum Maaseik

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/3597

Stadscentrum Maaseik ()

De bescherming als stadsgezicht betreft het stadscentrum van Maaseik. De gevels die zich op de grens van de afbakening bevinden en waarvan de rest van het gebouw buiten de afbakening ligt, maken in dit geval geen deel uit van de bescherming.

Het beschermingsdossier motiveert de bescherming als volgt:
Historische waarde: Historisch gezien is Maaseik een oud site dat zijn ontstaan dankt aan het Munster van Aldeneik, waarvan de stichting opklimt tot de 8ste eeuw. Gezien de minder gunstige ligging van deze kloostergemeenschap ontwikkelde zich ten zuidwesten van het oude Eycke (Aldeneik) een nieuwe nederzetting, vermeld als ’nova villa’ of ‘Nieuw-Eyck’, dat reeds in 1244 een aparte parochie werd met een eigen kerk. De Loonse graven en vanaf 1366 de prinsbisschoppen van Luik omringden Maaseik met een eigen omwalling. Maaseik kreeg het Luikse stadsrecht. De vesting werd door Karel de Stoute ontmanteld in 1467. In 1543 was ze heropgebouwd. In 1672 werd de stad door de Franse troepen voorzien van een fortificatie volgens het Franse stelsel: een laag en breed aangelegd systeem met een dubbele gordel van wallen en grachten, voorzien van bastions en lunettes. Bij hun terugtocht in 1675 vernielden de Fransen alle muren en torens. De ruïnes werden kort daarna heropgebouwd, doch vanaf dan raken ze geleidelijk aan in verval. In 1813 werd begonnen met de afbraak van de poorten en in 1847 met het afgraven van de wallen en het dempen van de grachten. In 1935 verdween de wal aan de zuidwestzijde en in 1960-1965 die aan de zuidoost- en noordoostzijde.
Sociaal culturele, in casu stedenbouwkundige waarde: De middeleeuwse stadsstructuur bleef vrijwel intact bewaard in het huidige stratenpatroon. De stad vertoont een langgerekt, zeshoekig grondplan (400 x 700 meter) met radioconcentrische structuur met het marktplein als centrum. De hoofdassen zijn de belangrijkste invalswegen, die in de middeleeuwse vesting elk op een stadspoort uitmondden: de Bosstraat op de Bospoort, de Bleumerstraat op de Bleumer- of Maaspoort, de Hepperstraat op de Hepper- of Maastrichterpoort en de Eikerstraat op de Eiker- of Roermondse poort. De stad was omringd met wallen en grachten, waarvan een gedeelte bewaard bleef tussen de Prinsenhoflaan en de Hepperpoort en in de Pelserstraat. Ten gevolge van de grote stadsbranden van 1650 en 1684 bleven maar weinig gebouwen van vóór deze periode bewaard, maar een relatief groot aantal in Maasstijl uit de periode tussen 1690 en 1710.
Artistieke, in casu esthetische waarde: Het esthetisch belang is vooral gelegen in het feit dat het geheel zich presenteert als een duidelijk afgebakende entiteit met grote gaafheid en homogeniteit. Dit is vooral waarneembaar binnen de als stadsgezicht afgebakende zone, waar zich trouwens de grootste concentratie aan waardevolle, monumentale gebouwen en beeldbepalende architectuur bevindt. De bebouwing is kleinschalig en behelst zowel religieuze als profane architectuur.
Het monumentaal patrimonium vertegenwoordigt nagenoeg alle periodes uit de bouwgeschiedenis vanaf de houtbouwfase tot en met de tweede helft van de 19de eeuw.

  • Onroerend Erfgoed Limburg, Beschermingsdossier DL000343, Stadscentrum met 36 monumenten (GYSELINCK J., 1991).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadscentrum Maaseik [online], https://id.erfgoed.net/teksten/190993 (geraadpleegd op ).


Stadscentrum Maaseik' ()

Deze bescherming betreft het stadscentrum van Maaseik.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadscentrum Maaseik [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298515 (geraadpleegd op ).