Teksten van Teutenwoning Ceelen-Keunen

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/3611

Teutenwoning Ceelen-Keunen versie 1 14052014 ()

De voormalige teutenwoning Ceelen-Keunen is een burgerwoning met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met (kunst)leien (nok evenwijdig aan de straat) tussen beschilderde bepleisterde aandaken met schouderstukken en schouwen als topstukken. Het pand is gelegen aan de Dorpsstraat en werd op het eind van de 19de eeuw opgetrokken, mogelijk met oudere kern.

Historiek

Op het primitief kadasterplan van Sint-Huibrechts-Lille uit 1826 is op het perceel waar de teutenwoning op gebouwd is, al een langgestrekt gebouw aanwezig, dat in 1876 toebehoorde aan Jacobus Henricus Reyners.

Na verdeling ging het dat jaar over in handen van Mathys Joannes Ceelen-Reyners, die het in 1887 schonk aan zijn zonen Jan Joseph Ceelen-Wilsens en Jacobus Henricus Maria Ceelen-Keunen.

Na een aantal uitbreidingen en wijzigingen gaf het kadaster in 1891 een 'démolition partielle' en in 1894 een 'reconstruction totale' aan. In 1897 werd het pand in twee delen opgesplitst: het huis en het magazijn. Er is op het kadasterplan een lichte verbreding van de grondvorm merkbaar. Waarschijnlijk kreeg het pand dan zijn huidige vorm. Er bleven een aantal postkaarten en ook een oude luchtfoto bewaard, waarop het huis te zien is. Op de oudste daarvan, daterend rond 1905, is de woning te zien zoals ze ook vandaag de dag nog bestaat.

Vanaf 1911 werden de weduwe Ceelen-Keunen en haar kinderen als eigenaar vermeld. Zowel de families Ceelen als Keunen zijn bekende teutenfamilies in Lille. Het kadaster vermeldt dan ook als beroep veelal koopman of handelaar(ster).

Over het teutenverleden van de familie Ceelen is iets meer geweten. Ze maakten deel uit van de teutencompagnie Ceelen-Lenders (later Witters-Bierkens), die alvast op het einde van de 18de eeuw handel dreef in Oud Beyerland (Zuid Holland) met een winkel/magazijn in Piershil. Het rijksarchief in Hasselt bewaart zes registers met een neerslag van een deel van de activiteiten van deze compagnie tussen 1784 en 1805, waaronder één volume uit 1792 dat toebehoorde aan 'matthijs Selen St hubertus lill'. De familie Ceelen was een vooraanstaande familie in het dorp. Mathys Jan Ceelen-Reyners was burgemeester van 1879 tot 1892, zijn zoon Jan-Joseph Ceelen van 1896 tot 1918. Hij was eveneens lid van de bestendige deputatie van Limburg.

Beschrijving

De voormalige teutenwoning Ceelen-Keunen is een burgerwoning met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met (kunst)leien (nok evenwijdig aan de straat) tussen beschilderde bepleisterde aandaken met schouderstukken en schouwen als topstukken. De baksteenbouw heeft een hardstenen plint.

De lijstgevel wordt door een middenrisaliet gemarkeerd en heeft een geprofileerde beschilderde houten kroonlijst op sierlijke consoles, voorzien van voluten en acanthussen, waaronder een fries met radmotieven. De getoogde vensters zijn voorzien van hardstenen lekdrempels, cordon vormend op de tweede bouwlaag, onder afgeschuinde dito lateien. Het houtwerk is vernieuwd. De verdiepte, getoogde deur is gevat in een vlakke, afgeschuinde, hardstenen omlijsting op neuten; het ijzeren traliewerk dateert uit het interbellum en er zijn twee flankerende originele ijzeren voetschrapers.

De linkerzijpuntgevel is blind. De rechterzijpuntgevel heeft twee dito vensters, eertijds beluikt. De eenvoudiger uitgewerkte achtergevel heeft getoogde, deels aangepaste benedenvensters en beluikte, rechthoekige bovenvensters met hardstenen lekdrempels en dito lateien. Het houtwerk is grotendeels vernieuwd. De centrale rechthoekige deur is gevat in een houten kozijn, met waarschijnlijk bewaard houtwerk, waaronder sierlijke roedeverdeling.

Het interieur van de woning kon niet bezocht worden.

Achteraan het huis ten noordwesten bevindt zich een lager aanbouwsel onder zadeldak (Vlaamse pannen) met overhoekse muizentand.

Ten oosten en wat achterin is een iets later losstaand dienstgebouwtje gelegen, van baksteen op gecementeerde plint, onder een plat dak met sierlijk geprofileerde houten kroonlijst. De getoogde en rondbogige muuropeningen hebben gecementeerde boogvelden, voorzien van geschilderd rankwerk.

Bibliografie

  • Beschermingsdossier 4.001/72025/104.1, Neerpelt: teutenwoning Ceelen-Keunen (S.N., 2013, digitaal dossier).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Teutenwoning Ceelen-Keunen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/158268 (geraadpleegd op ).


Teutenwoning Ceelen-Keunen ()

De bescherming als monument betreft de voormalige teutenwoning Ceelen-Keunen.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Teutenwoning Ceelen-Keunen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/191004 (geraadpleegd op ).