Hoeve opgetrokken aan de voet van het heuvelsite rond de Ruttense Mot, achter de Ezelsbeek.
In de Buurtwegenatlas (1840-1845) wordt enkel de achterste stalvleugel weergegeven, die effectief in een gevelsteen omstreeks 1829 is gedateerd. De vakwerkvleugels en het woonhuis volgden naar alle waarschijnlijkheid nadien. Een verband met de vierkantshoeve op de Ferrariskaart (1771-1779), aangeduid op min of meer dezelfde locatie als de huidige hoeve, is niet meer aantoonbaar.

in casu architectuurhistorische waarde: Bakstenen gebouwen onder zadeldak, gegroepeerd rond een gekasseid erf met onregelmatige vorm: woonhuis langs de Etjesstraat, door een eenvoudige doorrit op de straathoek gescheiden van de stalvleugel langs de Beekstraat, dwarsschuur langs de Toppetstraat en een verbindende stalvleugel tussen woonhuis en dwarsschuur. Het oudste gedeelte is de omstreeks 1829 gedateerde stalvleugel, met een gedeeltelijk uit silex samengestelde plint, maar voor het overige sterk aangepast. De stal aan de Beekstraat is grotendeels in vakwerk opgetrokken, met een skelet op basis van ankerbalkgebinten en ankerbalkstandjukken, extern verstevigd met tussenstijlen en regels, het geheel rustend op een bakstenen stoel. Her en der bleven originele houten kozijnen bewaard. De dwarsschuur is eveneens afgewerkt in vakwerk, aansluitend bij de stal, met een originele poortdoorgang. Stal en dwarsschuur zijn uitgebreid en aangepast in baksteen, aan erfzijde met verschillende muuropeningen in vlakke kalkstenen omlijsting, in neoklassieke traditie. Het woonhuis is naar alle waarschijnlijkheid als laatste aan het complex toegevoegd, als een eenvoudige, typisch laat-19de-eeuwse baksteenconstructie.