Beschrijving
De bescherming als monument betreft de teutenwoning Linders-Kerckhofs, die later dienst deed als gemeentehuis, bibliotheek en museum.
Waarden
De teutenwoning Linders-Kerckhofs is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
De woning is een voor Noordelijk Limburg en bij uitbreiding voor Vlaanderen zeldzaam voorbeeld van een teutenwoning. Ze gaat terug op een oudere, langgestrekte teutenwoning, die in 1750 werd opgericht door Jacob Kerckof en Maria Elisabeth. De woning blijft in handen van de familie Kerckhofs tot 1919. Het huidige pand werd gebouwd door het echtpaar Henrica Joanna Kerckhofs en Theodorus Lambertus Linders, koopman uit Sint-Huibrechts-Lille. Theodoor Linders of 'Gouden Deurke' was als teut actief in de regio rond Uithoorn.
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde: Teutenwoningen behoorden tot de top van wat op het vlak van de 19de-eeuwse burgerlijke bouwkunst in de streek werd gerealiseerd, getuige zowel eigentijdse waarderingen als hedendaagse evaluaties. Ze bepaalden lange tijd het uitzicht van de regio. Sint-Huibrechts-Lille, door het grote aantal woningen van welstellende teuten als het 'eldorado van de teuterij' bestempeld, neemt daarenboven binnen de streek een uitzonderlijke positie in. Door de Hollandse stilistische invloeden, die blijken uit de rijke en kwaliteitsvol uitgevoerde ornamenten in de gevels in combinatie met baksteenbouw, kunnen de 19de-eeuwse burgerwoningen die door de teuten werden opgericht, waarschijnlijk zelfs beschouwd worden als een waardevolle afzonderlijke categorie binnen de architectuur in Vlaanderen.
Het exterieur van de woning Linders-Kerckhofs is representatief voor dit type van woningen en is rijk versierd met natuurstenen ornamenten. De voorgevel wordt gemarkeerd door hoeklisenen en een middenrisaliet met horizontale accentuering door de gekorniste puilijst, waarboven paneelwerk (versierd met wolvenkoppen op de hoeklisenen, diamantkoppen, rozetten en gestileerd bladwerk) en een centrale balustrade. De tweede bouwlaag heeft doorlopende lekdrempels een gelede architraaf en gelijkaardige panelenfries met centrale leeuwenkop en twee flankerende vrouwenhoofden, waarboven de geprofileerde omlopende houten kroonlijst op sierlijke, centraal gekoppelde consoles met voluut, acanthusbladeren en bladwerk, bij het middenrisaliet en de hoeken afgewisseld met een soort bolversiering. De getoogde vensters zijn gevat in omlijstingen met vlakke aanzetstenen en floraal versierde sluitsteen, boven rustend op consoles met een voluut, een parellijst en florale versiering. De verdiepte getoogde deur heeft bewaard hout- en traliewerk, het portiek heeft een met diamantkopsluitsteen, binnenin versierd met panelen, rozetten en diamantkoppen.
sociaal-culturele waarde
De woning werd in 1750 opgericht door leden van de teutenfamilie Kerckhofs en verbouwd tot haar huidige, rijk gedecoreerde vorm door het echtpaar Linders-Kerckhofs. Bouwheer Theodoor Linders of 'Gouden Deurke' was als teut actief in de regio rond Uithoorn. Dit maakt de woning bij uitstek tot een voorbeeld van de architecturale realisaties waarmee de welstellende teuten in de loop van de 19de eeuw hun dorpen van herkomst verrijkten. De woning is bovendien zeer centraal gelegen en neemt een prominente plaats in op het dorpsplein, links naast de parochiekerk.
De burgerwoningen die de teuten in de 19de eeuw bouwden vormen de laatste materiële neerslag van de opbrengsten van de succesvolle teutenhandel, die gedurende meer dan drie eeuwen het economisch bestaan van Noord-Limburg beïnvloedde. De woning heeft dan ook een belangrijke sociaal culturele waarde, aangezien ze de economische geschiedenis van de streek en de maatschappelijke opgang die bepaalde teutenfamilies wisten te maken illustreert.