in casu architectuurhistorische waarde: Thans op de straat ingeplante, langgestrekte hoeve van acht traveeën met ordonnantie stal/schuur-woonhuis onder zadeldak. De hoeve heeft een goed bewaarde vakwerkconstructie met vits- en leemwerk, en is deels versteend: ankerbalkgebint met zichtbare regels, later witgekalkt over de regels heen.
De oudere kern is reeds aanwezig op het primitief kadaster. Uitbreidingen volgden in 1860, 1906 en 1952. De inwendige indeling is deels bewaard, langs de buitenzijde afleesbaar en is zeker herstelbaar.

Als vakwerkconstructie is de hoeve op een algemener niveau representatief voor een aloude volkse en voor een stuk ook landelijke bouwtraditie, waarvan door sloop en onoordeelkundige verbouwingen steeds minder goede getuigen in het straatbeeld bewaard blijven.
Het complex bleef tot slot als hoeve herkenbaar en behield een landelijk kader, wat de oorspronkelijke functionaliteit van het gebouw onderstreept en positief bij draagt tot de esthetische appreciatie van de constructie.
Van de oude terreinaankleding bleven volgende elementen bewaard: een voorerf afgesloten met een mooi ijzeren hek.