in casu architectuurhistorische waarde:
De woning van het pand Bloemenstraat 44 behield de structurele elementen en indeling van het vakwerkgebouw. Belangrijk hier zijn ook de intacte opkamer en de centrale haard. De schuur bevat ook nog de structurele elementen van de vakwerkbouw. Enkel de achtergevel werd vervangen door een gevel in betonblokken. De poortdoorgang tussen woongedeelte en schuur bleef eveneens zeer goed bewaard. De twee volumes behielden straatgevels in zeldzaam wordend stijl- en regelwerk met gewitte vullingen op een bakstenen stoel. Ook de vrije linkse kopgevel van de stal bleef in vakwerk bewaard. Andere traditionele elementen zijn onder meer de zadeldaken.

De oudste kern van de hoeve dateert van omstreeks 1857, namelijk het woonhuis met inrijpoort, terwijl de lagere stal uit 1861 stamt.

De vakwerkkern van de hoeve getuigt van een eeuwenlange bouwtraditie, waarvan in de streek vele voorbeelden bewaard bleven, in een unieke densiteit, die echter hoe langer hoe meer wordt aangetast door sloop- en bouwactiviteiten. De hoeve is tevens een belangrijke documentaire getuige van een lokale en volkse traditie.