Beschermd monument

Steenkoolmijn van Beringen

Beschermd monument van tot heden

ID
4041
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/4041

Besluiten

Steenkoolmijn en kolenhaven
definitieve beschermingsbesluiten: 22-12-1993  ID: 2590

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van beschermingen vind je op onze website.

Beschrijving

De bescherming als monument betreft verschillende gebouwen en inrichtingen van de steenkoolmijn van Beringen. Al deze elementen zijn beschermd met inbegrip van de volledige uitrusting, onroerend door aard en/of bestemming (o.a. leidingen, verbindingen, passerellen, transportbanden, machines, werktuigen, alle toebehoren inherent aan de werking zoals mechanische, elektrische, elektro-mechanische, elektronische, hydraulische onderdelen, controle- en regeltoestellen, enz.).

  • hoofdgebouw (ook administratief gebouw of centraal gebouw genoemd);
  • borstbeeld op sokkel van C. Cavallier vóór het hoofdgebouw;
  • gebouw met kleedkamers en stortbaden;
  • controlegebouw en het wachterslokaal;
  • omheining van het mijnterrein, kant van Koolmijnlaan;
  • sociaal gebouw;
  • schachtbokken I en II met de vier ophaalgebouwen waarvan er twee gekoppeld zijn;
  • ontvangstgebouw en losvloer van schacht II;
  • elektrische centrale/compressorenzaal, inclusief controlekamer en hoogspanningszaal;
  • koeltorens (4 stuks);
  • gebouw van de watercentrale;
  • gebouw van de gasextractie-/ventilatieinrichting (afwijkingsventilatoren);
  • betonnen klaarvijvers;
  • centrale werkhuizen van 1920 en later; de watertoren uit 1929;
  • spoorlijnen (inclusief naar de kolenhaven)

De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) bracht een advies uit waarbij de waarden van de steenkoolmijn van Beringen als volgt werd gemotiveerd:

  • industrieel-archeologische waarde: als gebouwen en uitrustingen van een 20ste-eeuwse steenkoolmijn van het Limburgse Steenkoolbekken, met technologische, economische, bedrijfsarchitectuurhistorische en sociale betekenis.
  • sociaal-culturele waarde, in casu cultuurlandschappelijke waarde: zoals deze zich, op macro-stedenbouwkundige schaal, uitdrukt, in samenhang met de andere mijnzetels, als mijnregio met haar typische beeldbepalende en structuurduidende elementen.
  • sociaal-culturele waarde, in casu dorpslandschappelijke waarde: zoals deze zich, op micro-stedenbouwkundige schaal, uitdrukt, in morfologische samenhang met andere eruit gegroeide stads- en dorpsstructuren zoals woonwijken en sociaal-culturele, economische en maatschappelijke voorzieningen.
  • wetenschappelijke waarde, in casu architectuurhistorische waarde: typologisch te duiden als 'manufactuur'-bouwkunst.
  • Onroerend Erfgoed Limburg, Beschermingsdossier DL000373, Steenkoolmijn, advies KCML (1993).


Waarden

Volgende gebouwen en inrichtingen van de steenkoolmijn: het hoofdgebouw (ook administratief gebouw of centraal gebouw genoemd); het borstbeeld op sokkel van C. Cavallier vóór het hoofdgebouw; het gebouw met kleedkamers en stortbaden; het controlegebouw en het wachterslokaal; de omheining van het mijnterrein, kant van Koolmijnlaan; het sociaal gebouw; de schachtbokken I en II met de vier ophaalgebouwen waarvan er twee gekoppeld zijn; het ontvangstgebouw en de losvloer van schacht II; de elektrische centrale/compressorenzaal, inclusief controlekamer en hoogspanningszaal; de koeltorens (4 stuks); het gebouw van de watercentrale; het gebouw van de gasextractie-/ventilatieinrichting (afwijkingsventilatoren); de betonnen klaarvijvers; de centrale werkhuizen van 1920 en later; de watertoren uit 1929; spoorlijnen (inclusief naar de kolenhaven); dit alles met inbegrip van de volledige uitrusting, onroerend door aard en/of bestemming (o.a. leidingen, verbindingen, passerellen, transportbanden, machines, werktuigen, alle toebehoren inherent aan de werking zoals mechanische, elektrische, elektro-mechanische, elektronische, hydraulische onderdelen, controle- en regeltoestellen, enz.) zijn beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:

industrieel-archeologische waarde

als gebouwen en uitrustingen van een 20ste-eeuwse steenkoolmijn van het Limburgse Steenkoolbekken, met technologische, economische, bedrijfsarchitectuurhistorische en sociale betekenis.


Aanduiding van

Is de omvattende bescherming van

Betonnen klaarvijvers

Koolmijnlaan (Beringen)
Grenzend aan Waterstraat: betonnen klaarvijvers, 1938.


Centrale burelen

Koolmijnlaan (Beringen)
Centrale burelen, 1921, naar ontwerp van eigen architecten F. Frenay, E. Thielens en A. Huybrighs en opgetrokken uit betonblokken.


Elektrische centrale

Koolmijnlaan (Beringen)
Elektrische centrale ten oosten van ketelhuis aangebouwd: steeds verder uitgebouwd vanaf 1909, toevoeging van hoogspanningszaal in 1926 en sterk uitgebreid in 1938.


Kleedkamers en stortbaden

Koolmijnlaan (Beringen)
Kleedkamers en stortbaden opgetrokken in drie bouwfasen: 1922-23, 1925-26 en 1953, telkens naar ontwerp van eigen studiebureel.


Koeltorens

Koolmijnlaan (Beringen)
Vier betonnen koeltorens opgetrokken ter vervanging van de houten voorlopers.


Omheining, controlegebouw en sociaal gebouw

Koolmijnlaan 203-205 (Beringen)
De toegang tot het mijnterrein is afgezet met smeedijzeren hekken of ommuurd met betonblokken. Aan de toegangspoorten bevindt zich het controlegebouw, naar ontwerp van A. Huybrighs en G. Nijs uit 1924. In 1953 werd erachter een sociaal gebouw gerealiseerd.


Ontvangstgebouwen

Koolmijnlaan (Beringen)
Ontvangstgebouwen en losvloer opgetrokken vanaf 1923, nadien meermaals verbouwd en verhoogd: metalen vakwerkbouw op open staketsel; muurpartijen der verdiepingen opgevuld met baksteenmetselwerk.


Schachten, schachttorens en ophaalgebouwen

Koolmijnlaan (Beringen)
Beide schachten hebben een nuttige doormeter van 6 m, en zijn bekleed met de originele gietijzeren bekuiping tot op 650 m, en daaronder met beton.


Spoorlijnen

Beverlosesteenweg (Beringen)
De spoorlijnen dienden voor de afvoer van verwerkt steenkool en zelf geproduceerde betonblokken naar de kolenhaven maar ook voor de aanvoer van allerhande werkmateriaal.


Watercentrale

Koolmijnlaan (Beringen)
Ten zuiden van centrale en ketelhuis: watercentrale voor ontijzering grondwater. In 1943-1945 uitgevoerd in zuiver functionele betonbouw met bakstenen gevel.


Watertoren

Stationsstraat (Beringen)
Watertoren van 200m3 in gewapend beton en gewapend betonmetselwerk, naar ontwerp van de Societé d'Etudes Pelnard, Considere et Caquot S.A. uit 1929.


Werkhuizen

Koolmijnlaan (Beringen)
Huidige werkhuizen opgetrokken vanaf 1920. De centrale werkhuizen bezitten originele uitwerking van gewapend betonnen raekemspanten op gewapend betonnen skelet, 1920.

Is de gedeeltelijke bescherming van

Steenkoolmijn van Beringen

Koolmijnlaan 201-203 (Beringen)
Deels gelegen op grondgebied Koersel, deels op grondgebied Paal. In de streek van Beringen hadden de eerste verkenningsboringen plaats vanaf 1902: deze bewezen dat de ondergrond voldoende kolen bevatte om er een mijnzetel te vestigen.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Steenkoolmijn van Beringen [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/4041 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.