Teksten van Steenkoolmijn Helchteren-Zolder: burelen, elektrische centrale, synoptisch bord, elektrisch schakelbord, schachtbok met ontvangstgebouw en watertoren

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/4114

Steenkoolmijn: burelen, elektrische centrale, synoptisch bord, elektrisch schakelbord, schachtbok 2 met ontvangstgebouw en watertoren versie 1 23062014 ()

De steenkoolmijn van Helchteren-Zolder kwam pas in 1930 tot ontsluiting. Ze bleef in gebruik tot in 1992. De site werd in twee fasen beschermd. In 1993 werden het bureelgebouw, de voormalige elektrische centrale, het synoptisch bord van de kolenwasserij, het elektrisch schakelbord in het ketelhuis, schachtbok nummer 2 met ontvangstgebouw en de watertoren als monument beschermd. In 1995 volgde het ophaalmachinegebouw met inbegrip van verschillende machines en de schoorsteen.

Historiek

Bij koninklijk besluit van 25 oktober 1906 werden de concessies ‘Helchteren’ (3240 hectare) en ‘Zolder’ (3280 hectare) toegestaan, gelegen onder het grondgebied van de gemeenten Koersel, Heusden, Zolder, Helchteren, Houthalen en Zonhoven.

Op 26 oktober 1907 werd de S.A. Charbonnage d’Helchteren-Zolder te Brussel opgericht, met een beginkapitaal van 15 miljoen frank, verdeelt in 30.000 aandelen van elk 500 frank. Van deze aandelen werden er 10.000 voor de concessie ‘Helchteren’ onderschreven door baron Goffinet en door de steenkoolmijn van Mariemont, en voor de concessie ‘Zolder’ door de steenkoolmijn van Bascoup en van Coucelles-Nord. De 20.000 overige aandelen werden verworven door 25 aandeelhouders, waarvan de voornaamste opnieuw waren: de Société de Mariemont (3.000 aandelen), de Société de Bascoup (3.000 aandelen), de Société de Coucelles-Nord (3.000 aandelen) en baron A. Goffinet een flink aandelenpakket voor haar rekening (2.244 aandelen).

De in december 1913 uitgeschreven 20.000 nieuwe aandelen werden onderschreven door 45 aandeelhouders. Hier waren de belangrijkste: de kolenmijnen van Mariemont-Bascoup met 5.248 aandelen, de kolenmijn van Courcelles-Nord met 2.624 aandelen, de weduwe van Alfred Solvay met 2.000 aandelen, P. Boël met 2.000 aandelen, Baron Léon Lambert met 2.000 aandelen, de kolenmijnen van Winterslag met 2.000 aandelen en de S.A. les Hauts-Fourneaux et Fonderies de Pont-à-Mousson met 1.120 aandelen.

Bij de kapitaalsverhoging van 13 december 1920 werden de 50.000 nieuwe aandelen a pari onderschreven door de staalfabrieken van Burbach-Esch-Dudelange (ARBED) (30.000 aandelen), door les Usines de La Providence (10.000 aandelen) en door de Bank van Brussel (10.000 aandelen).

De 50.000 nieuwe aandelen van de kapitaalsverhoging van 28 april 1923 tenslotte, werden volledig opgenomen door de Bank van Brussel, die ze aan de vroegere aandeelhouders aanbood in verhouding van één nieuw aandeel voor twee oude.

Door de uitbatingsfirma werd beslist de ontginningszetel op te richten te Voort, een gehucht van Zolder.

Ter voorbereiding werden nog een aantal proefboringen uitgevoerd, onder meer door de maatschappij Foraky: in 1907-1908 te Zolder-Vogelzang tot 967 meter, in 1908-1909 te Houthalen-Lillo tot 1.017 meter en in 1909-1910 te Zolder-Voort tot 1.333 meter.

In 1912 zou deze maatschappij nog een aanvullende proefboring uitvoeren op het gehucht Wijvenheide, in het zuiden van de concessie: met een diepte van 1.912 meter werd hier het vooroorlogs diepterecord van België gevestigd.

De aankoop van de nodige terreinen geschiedde tijdens de jaren 1909-1911. Vanaf 1912 vonden de vriesboringen plaats.

De Eerste Wereldoorlog veroorzaakte een belangrijke vertraging bij het ontsluiten van het mijnveld: een aantal machines van de koelcentrales en de gietijzeren bekuiping voor de schachten werden door de Duitse bezetters in beslag genomen. Dit en een aantal technische moeilijkheden (onder meer een ondergelopen schacht) brachten mee dat schacht I (uittrekkende schacht) pas eind 1928 was afgediept; schacht II (intrekkende schacht) was midden 1930 klaar.

Op 15 april 1930 werden de eerste steenkolen bovengehaald. Tot einde 1939, toen men besliste om de technische uitbouw aan te passen om een dagproductie van 5.000 ton te bereiken, steeg deze van 781 ton vetkool in 1931 tot 2.868 ton in 1939. Later werd de exploitatie van Zolder ondergronds samengevoegd met deze van Houthalen, waarbij Zolder instond voor de extractie.

In 1992 werd de steenkoolmijn gesloten.

Beschrijving

De schachttorens werden, naar ontwerp van Lemaire (Châtelineau), door de Luxemburgse constructiefirma Wurth opgetrokken vanaf 1924 (schacht I) en 1925 (schacht II). Enkel de schachtbok van schacht II bleef bewaard. De schachttoren is uitgevoerd in metaalvakwerk volgens het boktype, met een open liftkoker (boven de schacht) voor beide boksspieren en met twee achterwaarts gerichte boksderdebenen. De schachttoren heeft een metalen boogdak.

Het ontvangstgebouw is gebouwd in beton en metaalvakwerk, dat met betonnen gevelvlakken is opgevuld. Het ontvangstgebouw is opgetrokken onder en tussen de benen van de schachtbok (1925).

De watertoren van het type Monnoyer werd in 1913 ontworpen door SEBM voor de Société Anonyme des Charbonnages Helchteren et Zolder, Siège de Voort. De toren is 27,5 meter hoog en werd ontworpen voor een capaciteit van 300 kubieke meter. De toren is opgebouwd uit een ter plaatse gestorte monolitische betonstructuur opgevuld met voorgevormde betonpanelen (claveaux). Aan de basis heeft de torenschacht een diameter van 8 meter inwendig en aan de top 6,28 meter uitwendig. Bovenop de ringbalk en de draagstructuur van de kuip is het reservoir geplaatst. Dit reservoir heeft een uitwendige diameter van 8,46 meter. De vier niveaus zijn via metalen ladders bereikbaar. In de jaren 1980 werden betonherstellingen uitgevoerd aan de buitenzijde. In september 1995 werden de leidingen van het industriële water afgekoppeld en werd een nieuwe leiding getrokken vanaf de openbare weg zodat de watertoren met drinkwater kon opgevuld worden.

De elektrische centrale, opgetrokken in 1924 naar ontwerp van architect Dewandre betreft een opmerkelijke betonnen hall-constructie, voorzien van een bakstenen gevel, en afgedekt door een metalen spant.

De burelen, in zakelijke stijl, dateren van 1937.

Verder werden het elektrisch schakelbord uit het ketelhuis en het synoptisch bord van de gesloopte kolenwasserij mee opgenomen in de bescherming. Het synoptisch bord werd verplaatst naar het Mijnmuseum te Beringen.

Bibliografie

  • Archief Onroerend Erfgoed Limburg, DL000375, Steenkoolmijn, beschermingsdossier (J. De Schepper, 1993).
  • Archief Onroerend Erfgoed Industrieel Erfgoed, DL000375, Steenkoolmijn, restauratiedossier watertoren.

Auteurs:  De Schepper, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Steenkoolmijn Helchteren-Zolder: burelen, elektrische centrale, synoptisch bord, elektrisch schakelbord, schachtbok met ontvangstgebouw en watertoren [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159884 (geraadpleegd op ).


Steenkoolmijn Helchteren-Zolder: burelen, elektrische centrale, synoptisch bord, elektrisch schakelbord, schachtbok met ontvangstgebouw en watertoren ()

De bescherming als monument betreft verschillende onderdelen van de voormalige steenkoolmijn van Helchteren-Zolder:
Het bureelgebouw met hoofdburelen;
De voormalige elektrische centrale;
Het synoptisch bord van de kolenwasserij;
Het elektrische schakelbord in het ketelhuis;
De schachtbok nummer 2 met ontvangstgebouw;
De watertoren van het Monnoyer-type.

De site werd in twee fasen beschermd. In 1993 werden het bureelgebouw, de voormalige elektrische centrale, het synoptisch bord van de kolenwasserij, het elektrisch schakelbord in het ketelhuis, schachtbok nummer 2 met ontvangstgebouw en de watertoren als monument beschermd. In 1995 volgde het ophaalmachinegebouw met inbegrip van verschillende machines en de schoorsteen.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Steenkoolmijn Helchteren-Zolder: burelen, elektrische centrale, synoptisch bord, elektrisch schakelbord, schachtbok met ontvangstgebouw en watertoren [online], https://id.erfgoed.net/teksten/190948 (geraadpleegd op ).