De bescherming als stadsgezicht betreft het geheel van panden behorend tot het voormalige klooster van de Engelse Theresianen, met inbegrip van de bomen van de voormalige kloostertuin en de Aragonbrug.

De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) bracht een advies uit waarbij de historische en artistieke waarde van het stadsgezicht als volgt werd gemotiveerd: Het geheel van het voormalige klooster van de Engelse theresianen bleef met uitzondering van de kloosterkerk grotendeels bewaard, zij het verbouwd en omgevormd tot woonhuizen en schoolgebouwen.
Bewaard bleef nog het oudste deel (Kerkstraat 1-3) van het complex gelegen aan de Neteboord. Het betreft het oudste gebouw (vermoedelijk het refugium van de abdij van Postel), dat zeer waarschijnlijk reeds bestond toen de kloosterorde het domein in 1680 door een legaat van Kanunnik Bedingfield verwierf. Van het complex dat in opdracht van de kloosterorde begin 18de eeuw werd opgetrokken naar ontwerp van de Brusselse bouwmeesters De Bruyn en Broquille rest nog de kloostervleugel aan de Kerkstraat, weliswaar verkaveld en omgevormd tot private woonhuizen (Kerkstraat 7-13), en tot schoolgebouw (Kerkstraat 5). De hoofdingang van het voormalige klooster maakt nu deel uit van het huis Kerkstraat nummer 7. De poort en toegang van Kerkstraat 5, was de toegang tot de voormalige kloostertuin. Van de vroegere kloostertuin getuigen nog enkele waardevolle imposante bomen, waaronder een Ginkgo, een moerascypres, een Hongaarse linde, een esdoorn uit Noord-Amerika, een tamme kastanje en een plataan.