Teksten van Groot Begijnhof: gedeelte

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/4674

Groot Begijnhof versie 1 - 21.08.2014 ()

Het Groot Begijnhof van Mechelen is gelegen aan de noordwestelijke rand van de stad en groeide in de periode 1595-1652 uit een reeds bestaande wijk van de stad. Het gedeelte dat als landschap is beschermd wordt begrensd door de Guido Gezellelaan, Nonnenstraat, Krommestraat, Twaalf Apostelenstraat en Schrijnstraat.

Historiek

De eerste begijnen in Mechelen bewoonden in 1209 een huis in de huidige Begijnenstraat. Weldra vestigden zij zich rondom het godshuis van rustende priesters op de Dekenij in de omgeving van de huidige Kanunnik de Deckerstraat en Heembeemd, aan de noordelijke buitenrand van de stad. Vermits de begijnen hier niet de gewenste stilte konden vinden en de expansiemogelijkheden beperkt waren, kregen ze in 1259 toestemming van de bisschop van Kamerijk voor het oprichten van een begijnhof net buiten de tweede stadsomwalling, tussen de Dijle en de Antwerpse Steenweg, een domein dat later Begijnenweide zou genoemd worden. Deze stichting werd gesteund door Maria van Lummen, vrouw van Berthout, en haar dochter Sophia.

Het hof, met een grootte van 19 hectare 78 are, was omsloten door muren en grachten en was de verblijfplaats van 1500 begijnen. Het begijnhof was daarmee het grootste dat ooit heeft bestaan. Zieke en oude begijnen bleven op de Dekenij, later bekend als Klein Begijnhof. Het nieuwe begijnhof werd als parochie erkend in 1286, na de oprichting van de kerk in 1279; de statuten werden verkregen in 1295. De infirmerie van het begijnhof had een uitzonderlijke reputatie, die in 1445 leidde tot de oprichting van een dochterziekenhuis Hôtel-Dieu te Beaune in Bourgondië. Gedurende drie eeuwen kende het begijnhof een bloeiperiode; in 1550 telde het 95 conventen. Aan deze welvaart kwam abrupt een einde toen in 1578 het hof werd verwoest door het stadsbestuur om te vermijden dat Spaanse troepen het als uitvalsbasis zouden innemen bij belegering. De begijnen vluchtten naar het Keizershof intra muros. In 1595 werd een officiële toelating gegeven voor de heroprichting van een nieuw hof binnen de stadsmuren in een weinig bewoonde wijk nabij Sint-Katelijnestraat. Hierbij werden twee bestaande woningen in de Nonnenstraat aangekocht, namelijk het Hof van Fontes en het refugiehuis van Sint-Bernards, dat later als infirmerie werd ingericht. Rond deze woningen bloeide het huidige Groot Begijnhof in de periode 1595-1652. Nieuwe straten (Hoviusstraat, Fonteinstraat, Acht Zalighedenstraat) werden aangelegd en nieuwe huizen werden gebouwd; jarenlang was het hof een grote bouwwerf. In 1596 werd een voorlopige kerk, gewijd aan Sint-Alexius en Sint-Catharina, opgericht op een deel van het grondgebied van het cellebroedersklooster, gelegen tussen huidige Cellebroedersstraat en Begijnenkerkhof. In 1613-1614 werd het klooster volledig ingelijfd bij het hof. Met de bouw van de barokkerk werd in 1629 gestart; de kerk werd gewijd in 1647.

De definitieve begrenzing kwam tot stand in 1652 met de annexatie van de Vrouw van Mechelenstraat met drie huizen en twee blekerijen in de Plankstraat. Gezien het Mechels begijnhof binnen de vesten werd ingericht in een reeds bewoonde stadswijk, gelegen tussen de vesten, Sint-Katelijnestraat en Nieuwe Beggaardenstraat, vormde het een afgesloten stadje in de stad, gekenmerkt door een asymmetrisch stratenpatroon. Het begijnhof was van de rest van de stad afgesloten door aaneengesloten huizenrijen en drie poorten: één in de Sint-Katelijnestraat aan de Schrijnstraat en twee in de Nieuwe Beggaardenstraat ter hoogte van de Vrouw van Mechelenstraat en de Nonnenstraat. Langs de vest was het afgesloten door een deel van de stadsmuur, de zogenaamde Centjesmuur. Tijdens de 17de eeuw kende het begijnhof een relatieve bloei, met als belangrijke bron van inkomsten het vervaardigen van Mechelse kant. De achteruitgang werd ingezet in de 18de eeuw; in 1720 telde het hof nog 700 begijnen en 27 conventen, in 1730 nog 650 begijnen en in 1750 slechts 480. In 1798, bij de Franse overheersing werd het begijnhof afgeschaft, waarbij de toegangspoorten werden afgebroken en de kerk verkocht. Deze afbraak zorgde ervoor dat het begijnhof meer geïntegreerd werd in de stad doordat het niet langer als hortus conclusus was afgesloten. In 1814 keerden de begijnen terug, maar doordat ze geen beslissingsrecht meer hadden over de gebouwen, werden meer stadswoningen opgericht i.p.v. de traditionele begijnenhuizen. De Vuilgracht en de Heergracht, twee vlieten die het hof doorkruisten, werden in 1858 gedempt. In 1925 werd het begijnhof als parochie afgeschaft wat de ontwikkeling tot gewone stadswijk versnelde. Het vormde daarna een kapelanie behorend tot de Sint-Katelijneparochie.

In 1998 werden de Vlaamse begijnhoven, waaronder het Groot Begijnhof van Mechelen, opgenomen in de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Hun specifieke stedenbouwkundige aanleg en gedifferentieerde architectuur getuigen van hun gevestigde aanwezigheid in de Lage Landen, de enige contreien waar deze sociaal-religieuze en eigenzinnige vrouwengemeenschappen in Europa tot volle bloei zijn gekomen en zeven eeuwen lang hebben stand gehouden.

Beschrijving

Het globaal uitzicht van het begijnhof bleef grotendeels behouden. Het als landschap beschermde gedeelte omvat diephuizen en breedhuizen uit eind 16de, 17de of begin 18de eeuw in traditionele bak- en zandsteenstijl. Een aantal gevels werd in de 18de eeuw en vooral in de 19de eeuw aangepast onder meer door het wegbreken van vensterkruisen, vergroten of vernieuwen van vensters, bepleisteren van de gevel, verbouwen van topgevel tot lijstgevel enzovoort. Verder werden talrijke lijstgevels opgetrokken die thuishoren in de 19de-eeuwse stadsarchitectuur, waaruit blijkt dat het begijnhof toen reeds opnieuw gedeeltelijk geïntegreerd was in de stad. Langs de vesten in het westen is dit gedeelte van het begijnhof begrensd door de 17de-eeuwse Centjesmuur, een bakstenen muur, verlevendigd met decoratieve motieven in zwart gesinterde baksteen die verwijzen naar het passieverhaal.

Nonnenstraat: Convent Van den Brande

Het Convent Van Den Brande, een traditioneel breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een steil zadeldak (Vlaamse pannen), wordt geïdentificeerd met een blauwe hardstenen gevelplaat met opschrift: "GEFONDEERT DOOR ELISABETH VAN DEN BRANDE ANNO 1613". De baksteenbouw is verrijkt met horizontaliserende zandstenen speklagen. De voormalige kruiskozijnen werden aangepast in de 19de eeuw maar behielden hun zandstenen negblokken en accoladeboogvormige ontlastingssysteem. De rechthoekige deur is gevat in een deels gecementeerde omlijsting. De gevel is afgewerkt met zandstenen steigergaten en een getrapt dakvenster met overhoeks topstuk. De linkerzijpuntgevel is afgewerkt met een aandak en muurvlechtingen van gesinterde baksteen.

Krommestraat: hoekhuis Sint-Victor

De woning Sint-Victor vormt het hoekhuis van de Krommestraat met de Nonnenstraat. Sint-Victor bestaat uit wee haakse bakstenen gebouwen onder aaneengesloten zadeldaken (Vlaamse pannen). Het woonhuis van het dubbelhuistype met een verankerde, witgekalkte voorgevel telt vier traveeën en twee bouwlagen en klimt op tot de 17de eeuw. Rechts bevindt zich de opkamer met een behouden kruiskozijn. De gevel is afgewerkt met steigergaten en een tandlijst. Het dienstgebouw in de Nonnenstraat is voorzien van rechthoekige muuropeningen, een rondboogdeur en twee laadvensters.

Krommestraat: begijnenhuis Sint-Donatus

Het begijnenhuis Sint-Donatus, beschermd als monument bij ministerieel besluit van 13 oktober 1986, is een breedhuis van het dubbelhuistype met vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (kunstleien). Het gebouw dateert in de kern van de 17de eeuw maar werd aangepast in de 19de eeuw. De verankerde bakstenen lijstgevel staat op een vernieuwde sokkel. De vensters, die in de 19de eeuw werden aangepast, zijn rechthoekig en voorzien van blauwe hardstenen lekdrempels. Links bevindt zich de voormalige opkamer waarvan het venster in 1874 verlaagd werd (zie zandstenen latei onder een dubbele ontlastingsboog). De barokke rondboogdeur met een ovalen bovenlicht in een zandstenen omlijsting bleef bewaard. De steigergaten zijn in zandsteen.

Krommestraat: stadswoning

De stadswoning is een breedhuis van vier traveeën onder een verspringend zadeldak (Vlaamse pannen), opklimmend tot de 16de-17de eeuw. Het hoger opgetrokken linkse gedeelte telt twee bouwlagen, het rechtergedeelte één bouwlaag. De witgekalkte lijstgevel is voorzien van rechthoekige muuropeningen. Rechts bevindt zich de opkamer naast een rechthoekige, versmalde deur onder een oculus.

Krommestraat: woningen

Het gedeelte van de Krommestraat tussen het midden van de straat en de bocht werd rond de jaren 1990 bebouwd met twee bakstenen woningen onder een zadeldak.

Hoekhuis Twaalf Apostelenstraat-Krommestraat

Het hoekhuis van de Twaalf Apostelenstraat met de Krommestraat, beschermd als monument bij ministerieel besluit van 13 oktober 1986, is een 17de-eeuws diephuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (leien, pannen). De voor- en zijgevels zijn aangepast en voorzien van een cementbekleding. De gevel langs de Twaalf Apostelenstraat is een tuitgevel op schouderstukken met aangepaste muuropeningen. Bovenaan bevindt zich een rondboogvormig luikgat met imposten en een sluitsteen, tussen en onder rechthoekige zoldervensters. De zijgevel langs de Krommestraat telt drie en één blinde travee met aangepaste muuropeningen en steigergaten. De achterpuntgevel op schouderstukken is afgewerkt met muurvlechtingen en rondboogvormige en rechthoekige vensters. Het rechthoekige is afgedekt door een dubbele ontlastingsboog wat wijst op voormalige kruiskozijnen.

Twaalf Apostelenstraat: stadswoning

De stadswoning is een diephuis met een verankerde 17de-eeuwse puntgevel van twee bouwlagen en twee traveeën onder een zadeldak (kunstleien). De cementering van de voorgevel is voorzien van schijnvoegen. Een rondboogvormig zolderluik met imposten en een sluitsteen is bekroond met een oculus in de top.

Twaalf Apostelenstraat: twee stadswoningen

De twee stadswoningen tellen beide twee traveeën en tweeënhalve bouwlaag en zijn afgedekt door een doorlopend zadeldak. De witgekalkte voorgevels zijn opengewerkt met getoogde muuropeningen met hardstenen lekdrempels; de vensters van het gelijkvloers zijn beluikt. Onder de dakrand werd een kroonlijst op modillons met muizentand uitgewerkt.

Twaalf Apostelenstraat: woning

De stadswoning in pseudo-bak- en zandsteenstijl is een bakstenen dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. De woning ligt verdiept ten opzicht van de twee stadswoningen links, maar sluit aan bij het convent rechts. Zandsteen werd gebruikt voor de plint, de venster- en deuromlijstingen, speklagen en steigergaten. De ramen zijn uitgewerkt als kruisvensters onder een dubbele ontlastingsboog. Het getrapt dakvenster heeft twee rechthoekige vensters en een oculus. Boven de inkomdeur werd een heiligenbeeld geplaatst.

Twaalf Apostelenstraat: Convent der Twaalf Apostelen

Het Convent der Twaalf Apostelen werd in 1579 gesticht door Antonia Roelants en beschermd als monument bij ministerieel besluit van 12 december 2002. Het is een breedhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (Vlaamse pannen), dat anno 2014 is opgesplitst in twee woningen. De gedecapeerde bakstenen lijstgevel uit de 18de eeuw vertoont een classicistische inslag, onder meer de muuropeningen zijn aangepast in de 19de eeuw. De rechthoekige deur is gevat in een portiekomlijsting met gebruik van zandsteen; erboven bevindt zich een witgeschilderde classicistische nis met een reliëf van Christus en de twaalf apostelen. Een tweede rechthoekige deur biedt toegang tot de tweede woning. Twee rechthoekige dakkapellen zijn bekroond met een driehoekig fronton. Het aansluitend achterhuis telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak (nok parallel aan de straat, kunstleien). De deels witgekalkte lijstgevel heeft aangepaste vensters en een centrale rechthoekige deur in een hoge portiekomlijsting met paneelversiering (18de-eeuws). Een centrale rechthoekige dakkapel is eveneens bekroond met een driehoekig fronton.

Twaalf Apostelenstraat: Convent van Coeckelbergh

Het Convent van Coeckelbergh, beschermd als monument bij koninklijk besluit van 22 december 1976, is een verankerd breedhuis van vijf onregelmatige traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (kunstleien en Vlaamse pannen). Het huidige uitzicht van de bepleisterde en beschilderde lijstgevel dateert uit de 19de eeuw; in de kern is gebouw ouder. De rechthoekige vensters en de hoge, licht getoogde deur zijn respectievelijk voorzien van grijsgeschilderde lekdrempels en een grijsgeschilderde omlijsting. Boven de deur werd een blauwe hardstenen gedenksteen aangebracht met opschrift "HET CONVENT VAN COECKELBERGH GEFONDEERT INT IAER 1346". Tussen de derde en vierde travee bevindt zich een nis onder een driehoekig fronton, met een beeldje van Maria met Kind. De twee dakkapellen hebben een rechthoekig venstertje onder een zandstenen latei op consoles. Het rechteraandak is voorzien van muurvlechtingen. Op de gecementeerde achtergevel sluiten twee bijbouwen aan.

Twaalf Apostelenstraat: woning Gerste Brooden

De woning Gerste Brooden in traditionele stijl, beschermd als monument bij koninklijk besluit van 22 december 1976, is een combinatie van een breedhuis en een diephuis onder zadeldaken. De nieuw gevoegde voorgevel is voorzien van een anno 2014 verweerde rode beschildering, de vensteromlijstingen zijn deels gecementeerd. Het linkergedeelte is een lijstgevel met een tudorboogdeurtje in een zandstenen omlijsting. De deur wordt bekroond door een rechthoekig bovenlicht en geflankeerd door een kloosterkozijn. De bovenverdieping is opengewerkt met een kruiskozijn. Het rechtergedeelte is een aangepaste puntgevel van twee traveeën. De opkamer is voorzien van rechthoekige vensters, de bovenverdieping van kruiskozijnen. Een rechthoekig zoldervenster is gevat in een zandstenen omlijsting onder een latei op consoles tussen twee rechthoekige luiken. De geveltop heeft een klein luikgat.

Twaalf Apostelenstraat: begijnenhuis

Het begijnenhuis, beschermd als monument bij koninklijk besluit van 22 december 1976, is een breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (kunstleien). Het traditioneel bakstenen gebouw is verankerd met lange muurankers en staat op hoge zandstenen sokkel; zandsteen is eveneens gebruikt voor muurbanden, hoek- en negblokken en gedichte steigergaten. Rechts bevindt zich een opkamer van twee traveeën. De gevel was aanvankelijk opengewerkt met kruiskozijnen; de kruisen werden verwijderd, het wigvormig ontlastingssysteem bleef bewaard. De korfboogdeur in de eerste travee is gevat in een grijsgeschilderde omlijsting met imposten, een bladsluitsteen en een druiplijst. Een bekronende rondboognis met een beeldengroep van de Heilige Familie rust op een sokkel met cartouche. Boven de deur en de nis bevindt zich een bolkozijn, naast de deur een klein rechthoekig venster.

Twaalf Apostelenstraat: begijnenhuis

Het begijnenhuis, beschermd als monument bij ministerieel besluit van 12 december 2002, is een breedhuis van drie traveëen en twee bouwlagen onder een zadeldak. De gedecapeerde bakstenen gevel heeft eenvoudige rechthoekige vensters en vertoont sporen van een oudere gevelindeling. De achtergevel wordt gevormd door een dubbele puntgevel waarvan de zuidelijke aansluit op het begijnenhuis links en die voorzien is van vlechtingen met gesinterde bakstenen. Vermoedelijk werd het huis gebouwd in de 17de eeuw tussen de aanpalende woning (het grondplan verbreedt achter het links aanpalende huis) en aangepast in de 18de eeuw.

Twaalf Apostelenstraat: begijnenhuis

Vermoedelijk is dit begijnenhuis, beschermd als monument bij ministerieel besluit van 12 december 2002, een van de gebouwen die dateren van voor de vestiging van de begijnen in de binnenstad. De Twaalf Apostelenstraat gaat (onder andere namen) terug tot de 14de eeuw en werd oorspronkelijk in twee delen gesplitst door een vliet die de huizen in de Schrijnstraat scheidde van de huizen in de Twaalf Apostelenstraat. Dit huis lag oorspronkelijk aan deze vliet. Het is een breedhuis met een bakstenen lijstgevel van drie traveëen op een L-vormig grondplan. De achtergevel van de achteruitbouw is uitgebouwd als puntgevel. Sporen van de oorspronkelijke gevelindeling bleven bewaard.

Twaalf Apostelenstraat: woningen

De stadswoning telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak en is voorzien van getoogde muuropeningen. De woning die via een recente aanbouw aansluit bij het begijnenhuis Calvariënberg telt vier ongelijke traveeën en twee bouwlagen. De vensters zijn vernieuwd. Boven de eerste travee doorbreekt een dakkapel het zadeldak.

Twaalf Apostelenstraat: begijnenhuis Calvariënberg

Het begijnenhuis Calvariënberg is gelegen aan een inmiddels gedempt vlietje, op de hoek met de Schrijnstraat. In de 20ste eeuw fungeerde het als kopergieterij. De woning is een combinatie van een diephuis en twee haakse bijbouwen onder zadeldaken (kunstleien en Vlaamse pannen). De traditionele bak- en zandsteenbouw klimt op tot de 17de eeuw en werd aangepast in de 19de-begin 20ste eeuw. De voorgevel, deel lijstgevel en deels puntgevel (oorspronkelijk tuit- of trapgevel?), is gecementeerd en beschilderd en voorzien van rechthoekige, deels gedichte muuropeningen uit de 19de eeuw. De zijgevel in de Schrijnstraat is nagenoeg blind. De bijbouwen zijn gemarkeerd door aaneengesloten bakstenen zijtuitgevels afgewerkt met muurvlechtingen van gesinterde baksteen. De gewijzigde muuropeningen omvatten rechts rondboogvormige zoldervensters, links rechthoekige zoldervensters met een zandstenen onder- en bovendorpel.

Schrijnstraat: Stadswoning met dienstgebouw

De woning is gelegen op het einde van de straat en heeft een weelderige tuin met een tuinmuur met rondboogvormige toegangspoort in een geprofileerde zandstenen omlijsting met imposten en sluitsteen. De muur heeft een aflijnende overhoekse muizentandlijst. De witgekalkte bakstenen gebouwen tellen één of twee bouwlagen onder een zadeldak (Vlaamse pannen) en zijn opgesteld in L-vorm. De voorgevel van twee traveeën heeft een rondboogdeurtje, een breed, gewijzigd benedenvenster en rechthoekige bovenvensters. De tuingevels hebben rechthoekige vensters onder een ijzeren I-balk en met hardstenen lekdrempels. Het dienstgebouw onder een lessenaarsdak en met een boogfries op consoles, is aangebouwd tegen de Centjesmuur.

Bibliografie

  • HEIRMAN M. 2001: Mechelen: Groot Begijnhof, Langs Vlaamse begijnhoven, Leuven, 64-74.
  • KOCKEN M. 1981: Gids voor Oud Mechelen, Antwerpen, 213-220.
  • VAN AERSCHOT-VAN HAEVERBEECK S. 2010: Vlaamse Begijnhoven Werelderfgoed, M&L. Monumenten, Landschappen en Archeologie 29.5, 15-22.

Auteurs:  Van Aerschot, Suzanne; Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groot Begijnhof: gedeelte [online], https://id.erfgoed.net/teksten/161784 (geraadpleegd op ).


Groot Begijnhof: gedeelte ()

Een gedeelte van het Groot Begijnhof van Mechelen is beschermd als landschap. De bescherming omvat de zone die wordt begrensd door de Guido Gezellelaan, Nonnenstraat, Krommestraat, Twaalf Apostelenstraat en Schrijnstraat.

Ter verduidelijking:

Het Groot Begijnhof van Mechelen werd tot drie maal toe beschermd; één keer als landschap en twee keer als stadsgezicht. Iedere bescherming heeft een andere afbakening.
In 1976 werd een deel van het begijnhof (begrensd door de Guido Gezellelaan, Nonnenstraat, Krommestraat, Twaalf Apostelenstraat en Schrijnstraat) beschermd als landschap. Deze bescherming is het onderwerp van deze fiche.
In 1985 werd een ander deel van het begijnhof beschermd als stadsgezicht. De afbakening van deze bescherming heeft een grillige vorm en komt ongeveer overeen met het grootste deel van het begijnhof min het deel dat eerder al was beschermd als landschap.
In 2012 werd de bescherming als stadsgezicht uitgebreid. Het deel dat reeds was beschermd als landschap, kwam erbij, alsook ten zuiden de bebouwing aan de zuidkant van de Vrouw van Mechelenstraat, ten oosten enkele huizen op de hoek van de Moreelstraat en de Cellebroedersstraat met de Sint-katelijnestraat en ten noordoosten de bebouwing aan de Schrijnstraat richting Sint-Katelijnestraat.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groot Begijnhof: gedeelte [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192211 (geraadpleegd op ).