Teksten van Hoeve Rachierhof

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/468

Hoeve Rachierhof ()

De bescherming als monument betreft hoeve Rachierhof met bijhorend bakhuis.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Rachierhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187817 (geraadpleegd op ).


Rachierhof ()

De 18de-eeuwse hoeve Rachierhof bevindt zich aan de oostrand van het Mollendaalbos.

Historiek

Het landelijke gehucht Mollendaal op de zuidgrens van Bierbeek is uitgebouwd aan de rand van het Mollendaalbos, de oostelijke uitloper van Meerdaalwoud, ter hoogte van het brongebied van de gelijknamige beek die de gemeente van zuid naar noord doorkruist. Mollendaal maakt deel uit van het grootschalige, open landbouwgebied met intensief bewerkte, zachtglooiende akkers dat zich verder uitstrekt richting Opvelp tot over de taalgrens. Aan de basis van de ontwikkeling van dit bescheiden gehucht lag het Rachierhof, voor het eerst vermeld in 1401 en tot met de Franse Revolutie eigendom van de cisterciënzerinnenabdij Valduc, gelegen in het aangrenzende Hamme-Mille.

De naam van het Rachierhof is afgeleid van het Oudfranse "rachier", wat ontwortelen, uittrekken, rooien betekent. Dat het Rachierhof werd gewonnen op het bos blijkt duidelijk uit de figuratieve pre-kadastrale kaart van Bierbeek uit 1605 waarop de hoeve summier wordt voorgesteld als drie in los verband gegroepeerde gebouwen die een enclave vormen middenin het Mollendaalbos. Door opeenvolgende ontginningen ontstond de huidige situatie: een vrijstaande hoeve in een open akkerlandschap met op de achtergrond het Mollendaalbos.

Van de bouwgeschiedenis zijn slechts de grote lijnen bekend. Naar verluidt bevond de hoeve zich alleszins vóór 1753 op een andere locatie, vlakbij maar dichter aansluitend op het Mollendaalbos. Funderingsresten zouden hiernaar verwijzen. Zoals veelal gebruikelijk bij de oudste hoeven kende het Rachierhof de gangbare evolutie van in los verband gegroepeerde lemen constructies naar een meer gestructureerde, versteende vierkantvorm, zoals voorgesteld op de figuratieve pre-kadastrale kaart van de baronie Bierbeek van circa 1760. Deze toont een vierkantshoeve met losse bestanddelen, opgetrokken in baksteen met pannen daken. Duidelijk herkenbaar is het huidige T-vormige woonhuis dat volgens de archivalia in 1753 werd heropgebouwd. Typologisch merkwaardig is het grote, vrijstaande volume rechts van de hoeve, ongeveer ter plaatse van het huidige bakhuis. Welke de bestemming was is niet te achterhalen. Het gebouw verdween blijkbaar kort nadien want op de Ferrariskaart (1770-1778) is het niet meer terug te vinden. Direct aansluitend op de hoeve lagen de moestuin en een grote boomgaard, het geheel met hagen omheind. Uit bewaarde pachtcontracten blijkt dat het areaal van akkers, weiden en bossen tijdens het ancien régime tussen de 35 en 50 hectare schommelde.

Tijdens het Franse bewind werd de hoeve openbaar verkocht en toegewezen aan Antoon Campen, Emmanuel Hugo en Patrice Loyaerts uit Tienen. Achtereenvolgens eigendom van de Roye de Wichelen (1834) uit 's Hertogenbosch, de Leuvense familie Vanderschrieck (1838-1861) en hertog Engelbert van Arenberg (1861) is de hoeve sinds 1918 in het bezit van de landbouwersfamilie Wackers. De exploitatie was ten tijde van de bescherming een gemengd bedrijf van 30 hectare, waaronder 27 hectare akkergronden en drie hectare weiland.

Beschrijving

Het Rachierhof, omgeven door weiland, akkers en relicten van een hoogstamboomgaard, is ingeplant aan de oostrand van het Mollendaalbos, langs een deels gekasseide holle weg die vanouds Bierbeek met Hamme-Mille verbond. De hoeve bestaat uit een heterogeen geheel van bakstenen constructies met pannen zadeldaken, ingeplant volgens een semi-gesloten vierkantstructuur rond een gekasseide binnenkoer die wordt gesloten met smeedijzeren poorten. Rechts van de hoeve, middenin de boomgaard, ligt het vrijstaande bakhuis.

Het oudst en het meest in het oog springend is het witgeschilderde woonhuis uit 1753 met zijn minder gebruikelijke T-vormige plattegrond en mank zadeldak op de erfvleugel. Het telt één bouwlaag van vier traveeën met korte dwarsvleugel onder een zadeldak met bakstenen muizentandfries, aandaken, vlechtingen, top- en schouderstukken. De erfgevel is opengewerkt met rechthoekige openingen, omlijst met negblokken met sponningbeloop, langs de veldzijde voorzien van diefijzers. In de dwarsvleugel is een kloosterkozijn bewaard, in de kopgevels kleine vierkante muuropeningen in een natuurstenen omlijsting.

In het verlengde van en aansluitend op de woning bevindt zich een eenvoudig stalvolume met verspringende nok uit 1951. De westzijde van het erf wordt afgesloten door een vrijstaande stalvleugel uit 1953 die sporen vertoont van een oudere kern. De zuidvleugel omvat de drie traveeën diepe langsschuur, in de geveltop 1832 gedateerd. De oostelijke geveltop, met aandak, vlechtingen en topstuk, is opengewerkt met een poort met witstenen omlijsting, houten latei en boogbekroning met bovenaan in de top een uilengat. In 1954 werd ze aan de westkant uitgebreid met een nieuwe stal. De oostvleugel langs de straat tenslotte bevat de ondiepe varkensstal uit 1941, eveneens een verbouwing van een oudere kern, die nadien werd verhoogd.

Bibliografie

  • Beschermingsdossier, DB002107, Rachierhof en hoeve Denonville in het gehucht Mollendaal (G. Paesmans, 1999, digitaal dossier).

Auteurs:  Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Rachierhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/147708 (geraadpleegd op ).