Teksten van Begijnhofkerk Sint-Jan Evangelist en Heilige Begga

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/4846

Begijnhof: begijnhofkerk Sint-Jan Evangelist en Heilige Begga versie 1 - 09/09/2014 ()

De barokke begijnhofkerk is toegewijd aan Sint-Jan Evangelist en de Heilig Begga en dateert deels uit circa 1640, deels uit 1679-1687.

Historiek

De oude begijnhofkapel toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw (patrones van het begijnhof) werd opgericht in 1381 op de plaats van een bestaande bidplaats die zich ter hoogte van het schip van de huidige kerk bevond. De aanleg van het voormalig, omringende kerkhof dateert uit dezelfde tijd.

Circa 1640 werd een nieuw koor met twee traveeën van midden- en zijbeuken opgetrokken, wellicht ter vervanging van het aanwezige koor. In 1641 is er sprake van wijding van altaren. In 1672 werd tot een aanzienlijke vergroting beslist en de uitvoering geschiedde in twee fasen van 1679 tot 1682, waarbij de westzijde met een voorlopige gevel werd afgesloten - zie de naad in de zijgevels ter hoogte van het voorlaatste raam - en van 1685 - begin van afbraak van de oude kerk - tot 1687, waarbij de huidige voorgevel tot stand kwam. De leiding van de werken berustte bij Libert Fabri. Voor de eerste bouwfase wordt de vooralsnog niet nader te identificeren broeder Bernardus als bouwmeester vermeld. De wijding door bisschop van Beughem vond plaats op 10 augustus 1687. De stijlkenmerken van de begijnhofkerken van Hoogstraten en Lier zouden elkaar wederzijds hebben beïnvloed.

In de loop van de 19de eeuw werden herhaalde malen herstellingen aan ramen, dak en voorgevel uitgevoerd. Bij de beschieting in 1944-1945 werd de kerk zwaar beschadigd en in 1949 gerestaureerd. De volledige buitenrestauratie, met inbegrip van de glas-in-loodramen werd in 1998-1999 gerealiseerd door architectenburo Van Boxel, Hectors en Van Laer.

Beschrijving

Vrijstaande georiënteerde barokkerk die deels van circa 1640, deels van 1679-1687 dateert. De plattegrond ontvouwt een driebeukige zaalkerk met basilicale opstand, schip van vijf traveeën, koor van één rechte travee en driedelige, afgeronde sluiting, verder een halfronde noordelijke traptoren tussen koor en middenbeuk en sacristie en berging rechts en links van het koor.

De kerk is opgetrokken als een baksteenbouw met gebruik van zandsteen en arduin voor de constructieve onderdelen. Middenbeuk en koor bevinden zich onder een afgewolfd zadeldak, zijbeuken onder een lessenaarsdak en dakkapellen (leien) en het geheel wordt bekroond door een tweeledige, zeszijdige dakruiter met opengewerkte lantaarns onder helm en ingesnoerde spits.

De barokke voorgevel van drie traveeën en drie geledingen is opgebouwd als een verhoogde halsgevel geflankeerd door vleugelstukken met in- en uitgezwenkte top en bekronend driezijdig fronton, kruis en siervazen op de hoeken. De horizontale gevelgeleding gebeurt door middel van gekorniste lijsten, de verticale geleding door middel van respectievelijk Dorische en Ionische pilasters. De rondboogdeur in monumentale arduinen omlijsting door J. Stillman, meestersteenkapper uit Henegouwen (zie het steenmerk) is opgevat als entablement op geblokte Dorische halfzuilen met bekronende, uitbundig omlijste rondboognis met vuurpotten en fronton, waarin een eind 15de-eeuws houten beeld van Moeder Gods met Kind geplaatst werd. De omlijsting is ingevuld met een houten vleugeldeur waarboven een uitgesneden cartouche met engelenkopjes en chronogram "eXtrVItVr DoMUs eXCeLsI (1687)". De flankerende, omlijste rondboognissen bevatten witgeschilderde beelden van de Heilige Petrus en de Heilige Joanna van Valois, uit 1860, en hebben ook bekronende omlijste cartouches met opschriften: "Mijn huis is een huis des gebeds", Math. 21, 13 en "Wie vraagt zal verkrijgen", Math. 7, 8. De tweede bouwlaag bevat een groot segmentboogvenster. De met een gemetseld kruis verlevendigde top bevat ook een ellipsvormige oculus.

De zij-, achter- en koorgevels met in pleisterwerk uitgevoerde speklagen en omlijste steigergaten zijn per travee geritmeerd door versneden steunberen. Tegen de gevels bevinden zich ijzeren kruisen en grafstenen uit het vierde kwart van de 18de eeuw, het derde kwart van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw. Tussen de steunberen zijn segmentboogvensters in een omlopende bepleisterde omlijsting met neuten, oren en waterlijst aangebracht. Een korfboogvormige sacristiedeur bevindt zich onder een afdak. Tegen de koorgevel werd een calvarieberg met breukstenen rotsformatie en crucifix in entablement met beschilderde Ionische zuilen, kroonlijst met opschrift "Jesus Nazarenus Rex Judaeorum" en driezijdig fronton geplaatst.

Interieur

Bepleisterd, witgeschilderd interieur met tweeledige opstand waarin zandstenen booglijsten met gemarkeerde rondboogarcades op in 1898 gedecapeerde, Dorische zuilen van witte natuursteen met rood ingeschilderd voegwerk staan. De overwelving van schip en koor werd gerealiseerd met kruisribgewelven met zandstenen ribben, gescheiden door gordelbogen met casettendecoratie, steunend op uitgelengde consoles met witstenen kapiteel en voluut (middenbeuk) of halfpilasters (zijbeuken); in de koorapsis door middel van een gelijkaardig straalgewelf. Segmentboogvensters in omlopende bepleisterde omlijsting met sleutel, oren en neuten bevinden zich onder een zandstenen booglijst. Aan weerszijden van het koor zijn rondboogdeuren in een bepleisterde omlijsting met voluten en fronton aangebracht, ingevuld met eikenhouten paneeldeuren met gesculpteerde vegetale motieven en engelenkopjes. In de vloeren van zwarte en witte marmer komen verschillende 17de-, 18de- en 19de-eeuwse grafzerken voor.

Meubilair
  • Schilderijen op doek:
    • vier blindnissen in koor met voorstelling van ten westen kerkvaders door J. Van Reesbroeck, circa 1700.
    • Onze-Lieve-Vrouw de la Salette door B. Cloet, 1853.
    • Geschilderde 19de-eeuwse kruiswegstaties.
  • Beeldhouwwerk:
    • Onze-Lieve-Vrouw, geschilderd hout, 15de eeuw;
    • Houten crucifix, 16de eeuw;
    • Witgeschilderde houten beelden van de Heilige Begga, Heilige Johannes Evangelist, 17de eeuw, Christus Zaligmaker, 18de eeuw en Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, eerste helft 19de eeuw;
    • Terracottabeeld van Heilige Liborius, 18de eeuw, gepolychromeerd door A. Hoevenaers in 1927;
    • Verschillende gepolychromeerde houten beelden, 19de- en 20ste eeuw.
    • Enkele 18de-eeuwse reliekhouders.
  • Glasramen (Restauratie na de Tweede Wereldoorlog door Fr. Crickx):
    • Vier ramen in koor door Joannes Loos, 1681, in 1843 gerestaureerd door J.F. Pluys.
    • Groot raam in voorgevel, 1871.
    • Zes ramen in zijbeuken door G. Ladon, 1908.
    • Vier ramen in zijbeuken, 1912.
    • Lichtbeuk met losange-ramen.
  • Barok meubilair:
    • Hoofdaltaar: portiekaltaar van gemarmerd hout door Jan Claudius De Cock, 1717, met bekronende beeldengroep van Heilige Drievuldigheid, witgeschilderde houten beelden van Heilige Jozef en Heilige Anna op zijportieken, predella met vier evangelisten; altaarstuk op doek voorstellend Het Laatste Avondmaal door Peter Sperwer, 1717.
    • Zijaltaren: portiekaltaren van gemarmerd hout, respectievelijk toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, met Onze-Lieve-Vrouwebeeld met Kind en bekroning met zinnebeeldige harten van Jezus en Maria door L. De Vriendt, 1877 (ten noorden) en Heilige Catharina van Alexandrië, met in nis verzilverd houten beeld van Heilige Catharina en altaarstuk voorstellend de Heilige Maagden in aanbidding voor de Heilige Drievuldigheid door L. Maes, circa 1685 (ten zuiden).
    • Eikenhouten communiebank, uit de tweede helft van de 17de eeuw, waarvan middelste deel als front voor altaar pro populo fungeert.
    • Preekstoel door Theodoor Verhaegen, eerste kwart van de 18de eeuw.
    • Houten biechtstoelen, uit de tweede helft van de 17de eeuw in de noordelijke zijbeuk, uit de 19de eeuw met hermenbeelden uit de tweede helft van de 17de eeuw en kroonstuk uit de tweede helft van de 18de eeuw in de zuidelijke zijbeuk.
  • Doksaal met houten orgelkast in Lodewijk XVI-stijl door Alexander Nuten, 1770;
  • Orgel van J.J. Delhaye, 1833, met beperkt hergebruik van vorig orgel door J.R. Tits, 1776-1780.

Bibliografie

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 0241 en 0242.
  • Historische nota betreffende Het Begijnhof van Hoogstraten opgemaakt ter gelegenheid van de restauratie anno 1993 onder leiding van H. Adriaensens, Onuitgegeven document, Hoogstraten, 1993.
  • Het begijnhof van Hoogstraten een boeiend restauratieproject, Brochure uitgegeven door v.z.w. Het Convent.
  • Horsten Fr. 2000: Van blufpoker tot Monumentenprijs, in Jaarboek van Koninklijk Hoogstraatse Oudheidkundige Kring, jaarboek 2000.
  • Jansen J. 1977: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Antwerpen. Kanton Turnhout II, Brussel, 37-40.
  • Lambrechts R. 1959: Het begijnhof van Hoogstraten (1380-1600), in Jaarboek van Koninklijk Hoogstraatse Oudheidkundige Kring, XVII.
  • Lauwerys J. 1975: Het begijnhof van Hoogstraten II, in Jaarboek van Koninklijk Hoogstraatse Oudheidkundige Kring, XLIII.
  • Lauwerys J. 1972: Ikonografie van het begijnhof, in Jaarboek van Koninklijk Hoogstraatse Oudheidkundige Kring, XL, 347-378.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begijnhofkerk Sint-Jan Evangelist en Heilige Begga [online], https://id.erfgoed.net/teksten/162488 (geraadpleegd op ).


Begijnhofkerk Sint-Jan Evangelist en Heilige Begga ()

De begijnhofkerk toegewijd aan Sint-Jan Evangelist en de Heilig Begga te Hoogstraten, is beschermd als monument.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begijnhofkerk Sint-Jan Evangelist en Heilige Begga [online], https://id.erfgoed.net/teksten/192110 (geraadpleegd op ).