Teksten van Brouwerij De Posthoorn

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/5336

Brouwerij De Posthoorn stadsgezicht_versie 1_20141017 ()

Het complex was vroeger de residentie van de schout Willem de Clerck die het in 1588 afstond aan het klooster van Bethanië. Na de opheffing van de kloostergemeenschap in de Franse periode werden de gebouwen in 1810 ingericht als brouwerij.

Historiek

De brouwerij was voorheen het Hof van Schout Willem de Clerck die in 1588 zijn gronden afstond aan het klooster van Bethanië. Deze kloosterlingen waren aanvankelijk buiten de Adegempoort gevestigd. Na totale vernieling van hun gebouwen in 1572 en 1578, namen zij in 1588 hun intrek in dit Hof. In 1613 geschiedde de noordwestelijke uitbreiding van hun complex met in 1616 de bouw van een kloosterkerk op de hoek van de Kanunnik De Deckerstraat. Het gebouw werd in 1618 ingewijd door Mathias Hovius. De kloostergemeenschap werd in 1783 opgeheven en de gebouwen werden openbaar verkocht, maar later werd het klooster opnieuw opgekocht door de orde.

Het klooster werd geconfisqueerd tijdens de Franse revolutie en een gedeelte van het pand werd na openbare verkoop in 1810 verworven door J.F. Scheppers die het verbouwde tot brouwerij ‘De Posthoorn’. Het complex werd nadien samen met naastliggende pand ingericht als meubelmakerij Verschueren en was volgens oude foto's voorheen gecementeerd. Het complex werd gerestaureerd in het eerste kwart van de 20ste eeuw door architect R. Verreydt en is sinds 1938 in privé-bezit.

Beschrijving

Het huidig complex bestaat uit bakstenen gebouwen met traditionele kern en latere aanpassingen onder zadel- en schilddaken, U-vormig opgesteld rondom een gekasseide binnenplaats. De huidige inplanting komt grosso modo overeen met het rechter gesloten complex van het voormalig Bethaniëklooster.

Het complex wordt van de straat afgesloten door een bakstenen muur met ezelsrug, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. De muur heeft ritmerende lisenen en verdiepte korfbogen met imposten en sluitsteen. De centrale rondbooginrijpoort is ouder en is naar neoclassicistisch patroon geflankeerd door pseudo-pilasters en afgedekt met leien schilddak boven de omlopende kroonlijst op klossen. Het ijzeren hek met gesmede versiering dateert uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

De oostelijke hoofdvleugel heeft een nok parallel aan de straat. De voorgevel bestaat uit een linkerhelft van twee bouwlagen en drie traveeën en een één travee breed uitspringende rechterhelft van twee en een halve bouwlaag met rechthoekige beneden- en getoogde bovenvensters. Sinds de restauratie zijn de rechthoekige vensters gevat in een natuurstenen omlijsting onder ontlastingsbogen. De bovenvensters in de derde travee hebben bewaarde hoekblokken en kwartholle dagkanten. De classicistische rondboogdeur werd verbouwd tot een neotraditioneel korfboogdeurtje in natuurstenen omlijsting onder gebogen druiplijst als aanzet van een drielobbige nis met beeld van Sint-Anna-ten-Drieën. In de rechterhelft met afgeknotte hoek bleven de speklagen bewaard. De rechthoekige vensters hebben arduinen lekdrempels, op de benedenverdieping onder arduinen bovendorpel. De mezzaninovensters zijn ovaal. Er is een bredere penant tussen de eerste en tweede travee met een gevelsteen en gebeeldhouwde posthoorn. De aflijnende kroonlijst loop door over de zuidvleugel.

De achtergevel toont een zichtbaar traditionele kern. Het linker gevelvlak had voorheen drie bouwlagen, nu omvat deze twee bouwlagen en drie traveeën met rechthoekige vensters, met gedeeltelijk bewaarde zandstenen speklagen, lateien en ontlastingssysteem. Het centraal dakvenster met tuitgeveltje werd later toegevoegd. Het inspringend rechter gevelvlak omvat drie traveeën en een uitgebouwde begane grond. De bovenverdieping heeft verlaagde kruiskozijnen, behouden speklagen, hoekblokken en gekoppelde ontlastingsbogen.

Haaks op de hoofdvleugel zijn de noord- en zuidvleugels gesitueerd van twee bouwlagen en respectievelijk drie en vier traveeën; Het uitzicht dateert uit het eerste kwart van de 19de eeuw en werd gerestaureerd in het eerste kwart van de 20ste eeuw.

De zuidvleugel heeft een lijstgevel aan de straatzijde van drie bouwlagen en twee traveeën. Er zijn getoogde bovenvensters, de begane grond heeft gedichte muuropeningen en behouden hoek- en negblokken. Aan binnenplaatszijde wordt de begane grond geritmeerd door een rondboogarcade op imposten, met rechthoekige vensters en blinde oculi in de spaarvelden. Op de bovenverdieping zien we getoogde vensters in verdiepte rechthoekige spaarvelden.

De noordvleugel werd verbouwd in het eerste kwart van de 20ste eeuw. Aan straatzijde zien we een neotraditionele gevel met enkelhuisopstand van drie traveeën met rechthoekige vensters in natuurstenen omlijsting, voorzien van rolluikkasten op de bovenverdieping. Het rondboogdeurtje een booglijst en een oculusvormig bovenlicht. In de geveltop is een drielicht voorzien. De binnenplaatsgevel heeft op de begane grond een rondboogarcade naar patroon van de zuidvleugel en is gedeeltelijk geopend door getoogde muuropeningen. De bovenvensters zijn eveneens getoogd.

Ten noordwesten staat een bakstenen bedrijfsgebouw onder drie gekoppelde overkragende afgewolfde zadeldaken (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. De brede vensters hebben I-balken.

Het geheel van de gebouwen Schoutetstraat 4-6 is beschermd als stadsgezicht omwille van het algemeen belang gevormd door de stedenbouwkundige waarde als ensemble dat door zijn ligging tegenover het Refugie van Tongerlo en tuin van het aartsbisschoppelijk paleis het straatbeeld in sterke mate bepaalt.

Bibliografie

  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, DA000699, Dertien monumenten en één stadsgezicht, beschermingsdossier (F. Brenders, 1987).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerij De Posthoorn [online], https://id.erfgoed.net/teksten/164520 (geraadpleegd op ).


Brouwerij De Posthoorn ()

Brouwerij De Posthoorn is beschermd als stadsgezicht. De bescherming omvat het volledige gebouwencomplex, met inbegrip van het voorplein en de afsluitingsmuur met poort en hekwerk.

In het beschermingsdossier wordt de stedenbouwkundige waarde van het geheel van de gebouwen Schoutetstraat 4-6 als volgt gemotiveerd: "als ensemble dat door zijn ligging tegenover het Refugie van Tongerlo en tuin van het aartsbisschoppelijk paleis het straatbeeld in sterke mate bepaalt."

  • Onroerend Erfgoed Antwerpen, Beschermingsdossier DA000699, Dertien monumenten en één stadsgezicht (F. Brenders, 1987).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brouwerij De Posthoorn [online], https://id.erfgoed.net/teksten/191835 (geraadpleegd op ).