De bescherming als monument van het Sint-Wevinaklooster of de abdij van Groot-Bijgaarden omvat het priesterhuis, het poortgebouw, het pachthof, de funderingsresten van de abdijkerk en het kloosterpand, de infirmerie, de ommuring en de verderop gelegen Sint-Wivinakapel.
De voormalige Sint-Wivina-abdij met inbegrip van de ommuring is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
Aanvankelijk een van de abdij van Affligem afhankelijke priorij, opgericht in 1126-29 door Godfried I van Brabant, in 1548 tot een zelfstandige Benedictinessenabdij verheven en uiteindelijk opgeheven in l794.
Het poortgebouw (1729): een gaaf bewaard, classicistisch geinspireerd, bak- en kalkzandstenen poortgebouw met natuurstenen voorgevel geaccentueerd door de als risa1iet uitgewerkte poorttravee, met rondboogpoort ingeschreven in een vooruitspringende en geblokte rechthoekige omlijsting bekroond met een driehoekig fronton. De eveneens symmetrisch opgevatte maar sobere achtergevel wordt geritmeerd door pilasters met entablement en vaasbekroning, terwijl een sluitsteen het wapen van de abdis G. de Gages met leus "Deus fortitude mea" en de smeedijzeren borstwering de bouwdatum 1729 bevat.
Het priesterhuis (1756): gaaf bewaarde bak- en kalkzandstenen langsbouw in Louis XV-stijl d.m.v. gevelankers 1756 gedateerd, gekenmerkt door een rijke en verzorgde uitvoering, met natuurstenen voorgevel geritmeerd door middenhoekrisalieten, waarbij de drie middelste traveeën, afgelijnd door pilasters met kapiteel en entablement worden bekroond met een acoladefronton. Bovendien een gaaf bewaard interieur met fraaie Louis XV-trap, stucplafonds, schouwmantels en binnenluiken.
Het pachthof (1775): een L-vormig bak- en kalkzandstenen volume, met merkwaardig gebogen voorgevel en achteruitwijkend mansardedak, het resultaat van diverse verbouwingen als 18de-eeuwse elementen waaronder een geblokte toegangspoort en steekboogvensters.
De infirmerie (1632): breedhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl met natuurstenen plint, puilijst, hoekkettingen, kruis- en kloosterkozijnen en rondboogdeur, daterend van 1632 en gerestaureerd in de eerste helft van de 18e eeuw, waarbij de oorspronkelijk vrijstaande spiltrap in het gebouw werd geïnkorporeerd.
De ommuring: een bakstenen omheiningsmuur verstevigd met steunberen, door middel van jaarstenen respect. 1636, 1641 en 1676 gedateerd en typologisch een belangrijke component van deze vm. abdij site.
De funderingsresten van de abdijkerk en het kloosterpand die door middel van een gedeeltelijke heropbouw en bomenaanplant inplanting en proporties van het verdwenen complex visualiseren.
De St.-Wivinakapel (1660): een eenvoudige bak- en kalkzandstenen kapel met rechthoekige plattegrond en driezijdige koorsluiting gelegen aan het eindpunt van de vml. toegangsdreef. Het oorspronkelijke abdijdomein binnen de muren met bewaarde typologische kenmerken van een abdij tuin waaronder moestuin, boomgaard, serres en visvijvers gevoed door de langs stromende Molenbeek.