Beschrijving
Het Sint-Angela-Instituut en -klooster te Tildonk, zijn beschermd als monument.
Waarden
Het Sint-Angela-instituut en -klooster zijn beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
Ontstaan in 1818 onder impuls van pastoor Johannes Lambertz (1775-1869) als dorpsschooltje in een bijgebouw van de pastorie en sinds 1822 op de huidige locatie gevestigd evolueerde het Sint-Angela-instituut van de Zusters Ursulinen dat een meisjesinternaat met een kosteloze lagere school combineerde in de loop van de 19de eeuw tot een internationaal gerenommeerde onderwijsinstelling, die niet alleen tot de oudste meisjesinternaten ten lande kan worden gerekend, maar tevens aan de basis lag van een veertigtal nieuwe, over gans de wereld verspreide vestigingen.
Het los van een vooropgesteld plan tijdens de periode 1822-1930 organisch gegroeide, deels bepleisterde bakstenen school- en kloostercomplex getuigt in zijn stilistische verscheidenheid van een gestage uitbreiding van het onderwijsaanbod en de hiermee gepaarde aangroei van schoolbevolking en kloostergemeenschap. Het feit dat niet alleen de schoolgebouwen opmerkelijk intact bleven, vaak met originele aankleding en meubilair zoals de refter, de proclamatiezaal, een slaapzaal met couchettes, een toiletruimte, maar ook de globale omkadering met klooster, boerderij, ommuurde nutstuin met serre en boomgaard en een ca. 1880 in een hybride landschappelijke stijl aangelegde siertuin met vijver, lindenlaan en overwegend religieus geïnspireerd tuinmeubilair maakt van Tildonk een uniek tijdsdocument.
historische waarde
historische, in casu architectuurhistorische waarde: De imposante, architecturale vormgeving met karakteristieke typologie van respectievelijk rond binnenkoeren en speelplaatsen gegroepeerde klooster- en schoolgebouwen vormt een boeiende synthese van diverse stijlen gaande van neoclassicisme, vooral neogotiek, eclecticisme tot art nouveau en zelfs art déco waarbij functioneel-praktische en esthetische aspecten met elkaar werden verzoend. Opvallend bij de binnenafwerking is het systematisch en decoratief gebruik van “moderne” materialen in de vorm van decoratieve vloertegels en faiencemuurbekledingen die samen met de met geëtst glas beglaasde klasdeuren de karakteristieke sfeer van de eindeloze gangen typeren.
artistieke waarde
De vleugels met uitgesproken representatieve en/of religieuze functie onderscheiden zich door een zeer verzorgde en rijke interieurdecoratie volgens een totaalconcept gerealiseerd door nauw samenwerkende kunstenaarsateliers.
De intieme, eerder sobere kloosterkapel (1863) en meer nog de voorname, uitbundig gestoffeerde, driebeukige kloosterkerk (circa 1880) met meubilair van Frans De Vriendt uit Borgerhout, orgel van Anneessens uit Geraardsbergen en brandglasramen van het Brugse atelier van Samuël Coucke (1833-1899) vormen opmerkelijk gaaf bewaarde voorbeelden van een kwaliteitsvolle, religieuze neogotische vormgeving en decoratie uit de tweede helft van de 19de eeuw.
De feestzaal (1903-1904) - een driebeukige, afgeknotte hal met beglaasde dakkap naar ontwerp van de Brusselse architect J. Prémont - vormt een opmerkelijk voorbeeld van art nouveau-architectuur, opgevat als een metaalstructuur geleverd door het atelier Devroye uit Brussel waarvan het “feestelijk” karakter wordt bepaald door de florale en sterk symbolische scraffiti-versieringen van de Vilvoordse kunstschilder-decorateur Augustin Giraudo, het sterk geometrische en geabstraheerde glas-in-lood van de Brusselse glazenier Raphaël Evaldre en de kleurrijke tegellambrisering van Villeroy et Boch.