Beschrijving
Het Instituut voor Bacteriologie is beschermd als monument.
Waarden
Het voormalige Instituut voor Bacteriologie is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde: het Instituut voor Bacteriologie werd ontworpen door Augustin van Arenbergh (1870-1937), laatste telg van het bekende architectengeslacht, en kleinzoon en zoon van respectievelijk Alexander (1799-1877) en Louis (1834-1888) Van Arenbergh. Het instituut is typerend voor Augustins op het einde van de 19de eeuw van eclecticisme naar art nouveau evoluerende werk en vormt het hoogtepunt in zijn oeuvre, samen met de als monument beschermde art nouveau villa 'Les Tilleuls' (1905) in Heverlee.
Complex op T-vormige plattegrond, bestaande uit een op de neorenaissance geïnspireerde hoofdvleugel met hoofdzakelijk administratieve ruimten, en een voor onderricht en onderzoek bestemde dwarsvleugel met laboratoria, les- en onderzoekslokalen in een soberdere, functionele stijl.
Typologisch interessant complex, gekenmerkt door een hoofdvleugel van twaalf traveeën en twee bouwlagen, met een sterk geritmeerde en horizontaal gelede voorgevel. De voorgevel wordt gemarkeerd door een verhoogde, paviljoenvormige inkompartij, gevormd door een sierlijk omlijste rondboogpoort tussen drielichten in onderbouw en een monumentaal, als rondboogarcade uitgewerkte drielicht in de bovenbouw. Typerend zijn de horizontaliserende plint, cordons en sierbanden, en de veelkleurige decoratie van geometrische baksteenmotieven, tegeltableaus en -friezen met arabesken en grotesken.
Voorts vermeldenswaardig en authentiek interieur met polychrome cementtegelvloeren, parketten en lambriseringen, fraaie trappen, oorspronkelijk schrijnwerk met grotendeels origineel hang- en sluitwerk, kleine en sobere bibliotheek met vaste boekenkasten, en labo-zaal met gietijzeren kolommen.
historische waarde
instituut dat in 1897 in opdracht van de Katholieke Universiteit van Leuven gebouwd werd namens professor J. Denys (1857-1932), eminent bacterioloog, stichter van de afdeling bacteriologie (1885), en mede-grondlegger van het onderzoek naar tropische geneeskunde. Als universitair instituut, materiële getuige van het geneeskundeonderwijs, dat in het laatste kwart van de 19de eeuw sterk beïnvloed werd door het groeiende belang van wetenschappelijk onderzoek als aanvulling en ondersteuning van de medische praktijk, en als dusdanig - na het anatomisch amfitheater van J. Helleputte uit 1876 - het eerste door de Katholieke Universiteit Leuven gebouwd instituut met laboratoria en auditoria.