Teksten van Gemeentelijke jongensschool

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/69

Gemeentelijke jongensschool ()

De bescherming als monument betreft de voormalige gemeentelijke jongensschool.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentelijke jongensschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/188570 (geraadpleegd op ).


Gemeentelijke jongensschool ()

Gemeentelijke lagere jongensschool van Nijverseel, ten westen van het centrum, tijdens het interbellum gebouwd naar ontwerp van architect Paul Semal.

Historiek

Nijverseel waarvan de benaming zou verwijzen naar een hof uit de Merovingische periode was een van oudsher bewoonde wijk ten westen van het centrum van Opwijk. Een geleidelijke toename van de bebouwing langsheen de weg Opwijk-Aalst en langs de verbindingswegen met de heerbaan naar Dendermonde leidde tot het ontstaan van een apart gehucht. In 1840 telde Nijverseel samen met de aangrenzende Kalkestraat 867 inwoners, een aantal dat in 1930, ongeveer een eeuw later, vrijwel was verdubbeld. Op parochiaal vlak resulteerde de gestage aangroei van de populatie tot de oprichting van de kapelanie Onze-Lieve-Vrouw Middelares (K.B. van 28 juli 1937), in 1958 omgevormd tot een zelfstandige parochie. Om het krappe onderwijsaanbod van het centrum te verruimen werd tevens een gemeentelijke jongensschool gebouwd. Nijverseel beschikte op dat moment enkel over een in 1897-1898 opgerichte vrije kleuter- en lagere school.

Alhoewel er reeds in 1879 sprake was van de oprichting van een gemeenteschool in Nijverseel viel de uiteindelijke beslissing pas op de gemeenteraad van 17 januari 1936 en dit op schriftelijk aandringen van de gouverneur die zich hierbij baseerde op een rapport van de provinciale technische dienst en van de “schoolopziener”. De plannen opgemaakt door de Opwijkse architect Paul Semal werden reeds op 4 augustus 1936 door de gemeenteraad goedgekeurd. Op 21 augustus van datzelfde jaar volgde de aankoop door de gemeente van een 27 are 15 centiare groot, ongeveer 103 meter diep en 30 meter breed perceel langsheen de Steenweg op Aalst, op een 900 meter van de gehuchtkern.
De openbare aanbesteding vond plaats op 4 mei 1937 waarna de werken voor 343.910, 43 frank werden toegewezen aan de aannemers Dubois Frans en Jozef, en De Mol Adolf uit Lebbeke. De werken, voor 25% betoelaagd door het Ministerie van Openbare Werken en Werkverschaffing, waren volledig rond op 5 februari 1938 niettegenstaande de school met haar drie graadklassen reeds op 3 januari in gebruik was genomen.

Midden jaren 1970 telde de school ingevolge de daling van het geboortecijfer, de concurrentie van de Rijkslagere scholen van Opwijk Centrum, Asse, Lebbeke en van het Bijzonder Lager Onderwijs Opwijk nog slechts 47 leerlingen. Met de gemeenteraadsbeslissing van 28 augustus 1975 fusioneerde Nijverseel met Opwijk Centrum waarbij het de twee laagste graadklassen kon behouden. Toen op 1 september 1976 de vrije meisjesschool gemengd werd daalde het leerlingenaantal naar een dieptepunt en werd de definitieve sluiting een feit. De daarop volgende jaren vonden diverse culturele en verenigingsactiviteiten er een onderdak. Sinds eind 2006 werd de school die nog steeds eigendom is van de gemeente volledig buiten gebruik gesteld.

Paul Semal (Opwijk, 1891- Antwerpen, 1975) volgde een architectuuropleiding aan de Sint-Lucasschool in Schaarbeek (1909-1913) waarna hij zijn studies verder zette in Den Haag waar hij ook stage liep (1913-1916) bij een vooralsnog onbekend bureau. Volgens een voorlopige oeuvrelijst was hij in de dertiger en veertiger jaren heel actief in Opwijk waar hij zowel woningen als nijverheids- en landbouwgebouwen en zelfs een wijkkerk, de Onze-Lieve-Vrouw-Middelareskerk van Nijverseel (1938-39), realiseerde. Binnen dit typologisch sterk gevarieerde en overwegend modernistisch geïnspireerde oeuvre behoort de wijkschool van Nijverseel zeker tot één van zijn beste realisaties. Van januari 1942 tot juni 1943 was hij “oorlogsburgemeester” van Opwijk waarna hij met zijn gezin naar Antwerpen verhuisde.

Beschrijving

Deze voormalige gemeentelijke, lagere jongensschool van Nijverseel ligt aan de verbindingsweg Opwijk-Aalst, ten westen van het centrum van Opwijk, te midden van een woonzone. De 6 juli 1936 gedateerde bouwplannen vermelden de bouw van “drie nieuwe klaslokalen met turnzaal, zaal voor geneeskundig toezicht en overdekte speelplaats”.
Het momenteel L-vormige, eenlaagse complex (de kleine, haakse sanitaire vleugel achteraan is intussen gesloopt) bestrijkt de volledige breedte van een ca. 100 meter diep, langgerekt perceel. Het is terugwijkend en parallel met de rooilijn ingeplant en wordt voorafgegaan door de vroegere “hof van het schoolhoofd”, nu een omhaagde en beklinkerde parkeerzone, terwijl zich achteraan de obligate speelkoer met betontegels bevindt. Het straatvolume met dominant, helrood pannen zadeldak omvat de drie graadklassen en het lokaal voor medisch toezicht terwijl in de haakse vleugel achtereenvolgens het “bureel van de bestuurder”, de overdekte speelruimte en helemaal achteraan een turnzaal met zadeldak zijn ondergebracht. De torenvormige traphal op de hoek links vormt de verbindingsschakel tussen beide vleugels. Het geheel is opgetrokken in baksteenmetselwerk - machinale baksteen in diverse bruinrode tinten, in strekverband met diepliggend voegwerk voor de gevelpartij, gewone handvormsteen in kop- en strekverband voor de achterliggende gevels - met een zoldering van welfsels op metalen liggers. Zowel spantstructuur, kroonlijst (met herstellingen in kunststof) als binnen en buitenschrijnwerk zijn in hout, met gebruik van zichtbeton voor de vensterlateien in de achtergevels.
De toegang situeert zich links, ter hoogte van het rechthoekige, verticaliserende volume van de traphal met op de verdieping het hoge drielichtvenster en ernaast een getrapt en vooruitspringend metselwerkmassief met vlaggenmast. Gelijkvloers wordt de inkom gemarkeerd door een houten, oorspronkelijk volledig beglaasde vleugeldeur met flankerend rondvenster en een beschermende luifel, aan linkerzijde opgevangen door een pilastertje met bolbekroning, dat op zijn beurt rust op een laag scheidingsmuurtje waarop een afgeronde, gemetselde bloembak aansluit. Aan rechterzijde sluit de luifelrand aan op de geprononceerde kroonlijst van het kleine, vlak afgedekte en vooruitspringende volume van het lokaal voor medisch toezicht. De gevelwand van de klassenvleugel toont een sterke horizontale geleding met een hoog geplaatst register van per drie geschikte, grote raampartijen van liggende rechthoeken met rasterverdeling, een geprononceerde, overkragende kroonlijst en drie langgerekte, vierdelige dakkapellen. De voorliggende bloembak en de beglaasde deur aan het geveluiteinde zijn verdwenen en vervangen door een storende elektriciteitscabine. De elementaire achtergevel toont drie brede, vrijwel gevelhoge raampartijen met lateien en stijlen in zichtbeton, voorafgegaan door een afgeronde, gemetselde bloembak.

De uitwendige vormgeving vormt een perfecte weerspiegeling van de binnenindeling. Drie naast elkaar gelegen, ruime leslokalen (8 x 7,3 x 4,5 meter) met volledig beglaasde buitenwand geven aan de ene zijde (zuidoost) uit op de speelkoer en communiceren aan de andere zijde (noordwest) via een deur en een hooggeplaatste, ondoorzichtige vensterpartij met de brede, aan straatkant gelegen gang. De lokalen met karakteristieke afgeronde hoeken en inmiddels verdwenen kolenkachels tonen een identieke afwerking: een kleurrijke bevloering van monochrome tegels (bruinrood, olijfgroen, lichtgeel en zwart) met geometrisch patroon en zwarte plint, een eveneens zwart omrande, geel betegelde estrade, een gele faiënceplint met zwarte boord, een lage wandkast met schuifdeuren onder het brede gangraam, verluchtingsroosters in de venstertabletten en de typische valraampjes voor de verluchting. De eveneens betegelde gangvloer herneemt hetzelfde kleurenpalet, ditmaal verwerkt in een centraal lopermotief waarboven een hoge, zwart omrande bakstenen plint. Dezelfde combinatie van lopermotief en bakstenen plint wordt doorgetrokken in de ruime traphal waar een brede granito bordestrap met buisleuning naar de ruime zolder leidt. De ruimte onder de trap wordt benut als toegang tot de kelder en als bergkast (met schuifdeuren). Verderop in de gang, richting speelplaats, een granito gootsteen met waterpomp. Een brede beglaasde deur achteraan de traphal leidt langsheen het lokaal van de schoolbestuurder naar de speelkoer en naar de overdekte speelplaats of gaanderij, ondergebracht in de langgerekte, haakse vleugel. Gietijzeren zuiltjes, I-liggers en houten spantjes ondersteunen het zwak hellende lessenaarsdak. Helemaal achteraan en voorafgegaan door de vlak afgedekte kleedruimte (nu sanitair) met eveneens vierkleurige tegelvloer bevindt zich de turnzaal (12 x 8 meter) met hoog geplaatste rechthoekige raampartijen, een brede houten toegangspoort en een rood pannen zadeldak. Afgezien van de houten vloer en metalen verluchtingsroosters bleef er van de oorspronkelijke uitrusting niets bewaard.

Bibliografie

  • BRAEKEN J. 1992: Scholen om te leren, Monumenten en Landschappen, 11, p. 3-6.
  • Dag zuster...Dag Meester...Dag Juffrouw...200 jaar onderwijs in onze gemeente, Heemkring Opwijk-Mazenzele, 1991.
  • De lagere school in België van de middeleeuwen tot nu, tententoonstellingscatalogus, Brussel, 1986.
  • MIGOM S. 2006: Een school voor elk dorp. In: Sterk gebouwd en makkelijk in onderhoud, ambt en bouwpraktijk van de provinciale architecten in de provincie Antwerpen, Antwerpen, p. 77 – 88.
  • SCHELLEKENS J. 1942: De landelijke School. In: Bouwkunst en wederopbouw, jg. 2, , p. 245-253.
  • VERPOEST L. 1992: Twee eeuwen scholenbouw. In: Terug naar school. Onderwijsgebouwen vroeger en nu, brochure OpenMonumentenDag.

Bron: Beschermingsdossier DB002292
Auteurs:  Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentelijke jongensschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/145398 (geraadpleegd op ).