Beschrijving
De Sint-Antoniuskapel, gelegen aan het Pater Damiaanplein te Leuven, is beschermd als monument.
Waarden
De Sint-Antoniuskapel is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde
zichtbepalend en nagenoeg vrijstaand ingeplant aan de voet van de steile helling naar de Naamsestraat, getuigt de Sint-Antoniuskapel van een opmerkelijke historische gelaagdheid. In de 13de eeuw gekend als Onze-Lieve-Vrouwekapel, in de 14de eeuw als 'Clerckencapelle' - gesticht en bediend door de theologiestudenten van Sint-Pieter - en in 1426 door de Stad overgedragen aan de pas opgerichte universiteit, liet de Artesfaculteit het bedehuis begin 17de eeuw herbouwen en als 'Sint-Antoniuskapel' opwaarderen tot één van de belangrijkste Leuvense kapellen. Vanaf einde 18de eeuw tijdelijk getekend door een periode van verval en functieverlies, zou de kapel na 1860 verheven worden tot 'nationaal heiligdom van Sint-Jozef' door de in Frankrijk ontstane en hier te Leuven, op de site tussen Sint-Antoniusberg en Ramberg, eerste in België gevestigde Congregatie van de paters der Heilige Harten-Picpus. Met de overbrenging in 1936 van het stoffelijk overschot van Pater Damiaan en bijzetting in de kapel, werd dit bedehuis bijkomend een druk bezochte herdenkings- en bezinningsplaats, die door een acute nood aan ruimte in 1960-1961 werd vergroot en gemoderniseerd.
historische waarde
in casu cultuurhistorische waarde: met de oprichting door de Congregatie van het 'Genootschap van de Altijddurende Verering van Sint-Jozef' en het massaal onder de bevolking brengen van de Sint-Jozefverering, waardoor de kapel uitgroeide tot een volwaardige bedevaartplaats, neemt de Sint-Antoniuskapel met haar status van nationaal Sint-Jozefheiligdom en daarenboven als grafkerk van 'Sint-Damiaan van Molokaï', een unieke plaats in binnen de religieuze geschiedenis van niet alleen Leuven maar ook van België, en vormt ze tot op vandaag een authentieke getuige van intense verering en volksdevotie, sinds de recente heiligverklaring van Pater Damiaan met een extra universele dimensie.
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde: herbouwd in 1617 betreft het hier een laatgotische kapel die gerestaureerd werd in de jaren 1860-1868 en in 1960-1961 gedeeltelijk werd gesloopt, aangepast en uitgebreid met een nieuwe, moderne bedevaartsruimte. Met zijn in bak- en zandige kalksteen opgetrokken historische gevels getypeerd door versneden steunberen, hoekkettingen, geprononceerde plint, vrij ruime spitsbooglichten en een rijkere uitwerking voor de voorpuntgevel vormt het bewaarde, later gerestaureerde éénbeukige kapelgedeelte met transeptarmen onder kruisende zadeldaken en opvallende dakruiter blikvanger en een bijzonder waardevol architectuuraccent in de scenografie van het Pater Damiaanplein. Bovenal vormt het nog een zeldzaam bewaard voorbeeld van laatgotische, begin 17de-eeuwse kapelarchitectuur te Leuven.
De bijzondere ruimtelijke opbouw en inrichting van het interieur met een opmerkelijke combinatie en onderlinge integratie van het bestaande kapelgedeelte en de eigentijdse uitbreiding, is het resultaat van de verbouwing die Walter Steenhoudt tijdens zijn tweejarige associatie (1959-1960) met zijn stagemeester Jos Ritzen quasi volledig autonoom uitwerkte en hiermee een zeer vroege, representatieve getuige naliet van contextgebonden architectuur, tekenend voor zijn oeuvre.
Illustratief daarvoor is, inspelend op de sterke terreinhelling, de als portaalruimte met trappenpartij opgevatte, vier traveeën diepe historische kapelbeuk onder kruisriboverwelving en zijn originele overgang naar een hoger gesitueerde, nieuwe bedevaartsruimte volgens de visie van de liturgische vernieuwing, met bijzondere aandacht voor modern materialengebruik en centrale volumewerking met een door kolommen en glasraampartijen gearticuleerd en opengewerkt, hoger oprijzend vierkant. In samenhang hiermee verhoogt de kwaliteitsvolle decoratieve inrichting nog de ensemblewaarde van het geheel, onder meer door het meubilair - hoofdaltaar met schrijn waarin een 19de-eeuws beeld van Sint-Jozef, tabernakel, biechtstoelen - voornamelijk ontworpen door Wim Ibens, die ook tekende voor de gebronsd koperen zijdeuren en de motieven in de bevloering; verder diverse schilderijen door M. Felbier en de talrijke glasramen, onder meer op naam van L. Grossé en J. en H. Mortier, en waaronder enkele, al dan niet geïncorporeerd, nog dateren uit de 19de- begin 20ste-eeuw, zoals ook meerdere ex voto tegels in de devotiekapel.
Gecreëerd als een ingetogen bezinningsruimte, ingericht met de graftombe van Pater Damiaan door architect Rie Haan en gemoderniseerd door Jos Martens in 1988, getuigt de crypte met zijn opmerkelijk bakstenen netgewelf constructief daarentegen van een traditionalistische, manifeste inbreng van Jos Ritzen.