Beschrijving
Het oorlogsmonument ter ere van de gesneuvelden en burgerlijke slachtoffers van Bassevelde tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog is met inbegrip van de imitatierots, het plantsoen en de twee vrijheidsbomen beschermd als monument.
Waarden
Oorlogsmonument Eerste Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog voor de gesneuvelden en burgerlijke slachtoffers van Bassevelde met twee vrijheidsbomen, staande op een imitatierots en omgeven door een plantsoen is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
wetenschappelijke waarde
De twee waardevolle herdenkingsbomen, zomereiken (Quercus robur), bezitten een belangrijke dendrologische waarde.
De noordelijk gesitueerde boom is de oudste en zou geplant zijn in 1830 ter herdenking van de oprichting van het Koninkrijk België. Al in 1930 werd "den vrijheidsboom", ingeschreven op de "lijst der merkwaardige bomen van België". De vrijheidsboom van 1830, een zeldzaam wordend exemplaar, heeft een respectabele stamomtrek van 348 centimeter. De 6 meter hoge takvrije stam heeft een grote holte van circa 2 meter op 40 centimeter ten gevolge van aantasting door zwammen. De gesteltakken zijn zwaar ingekort of gekandeleerd.
De andere vrijheidsboom, ten zuiden van het oorlogsmonument, is opgericht na de bevrijding van de Eerste Wereldoorlog. In 1919 besloot de gemeenteraad op 16 november een soldatenfeest in te richten waarbij "tot eeuwig aandenken der verlossing van het Duitsche juk eenen vrijboom op de markt zal geplant worden". De mooi gevormde eik heeft tegenwoordig een omtrek van 243 centimeter, een rechtopstaande takloze stam van 6 meter zonder zichtbare holten, en een kroon met een optimale bladbezetting. sociaal-culturele waarde
Als zijnde de materialisatie van het herdenken van een collectief trauma. Als een teken van dankbaarheid van een ganse gemeenschap om de heldenmoed van haar dode burgers niet te vergeten en te eren.
Sterk beeldbepalend ruimtelijk element op de historische dries van Bassevelde door de landschappelijke inplanting op een beplant heuveltje, dat een imitatierotspartij vormt en gelegen is midden in een omheind plantsoen met lage ijzeren omheining.
De landschappelijke waarde wordt versterkt door de twee vrijheidsbomen, twee zomereiken die beeldbepalend zijn ingeplant aan weerszijden van het oorlogsmonument. Als herdenking aan grote gebeurtenissen binnen de geschiedenis van België, is de aanplant van vrijheidsbomen een opvallende symbolische daad, die deel uitmaakt van een sterk verspreide volkse traditie. artistieke waarde
In witte steen gegoten en geschilderde beeldengroep op een imitatierotspartij, die een sterke symboliek van het zegevierende vaderland uitbeeldt. Naast een grote arduinen obelisk in de vorm van een stèle, versierd met bronzen zegekransen en met bekronend kruis, staat een heldhaftig soldaat met wapen en vaandel, die wordt geflankeerd door een brullende Belgische leeuw die onder zijn poot een gevallen Duitse adelaar vertrappelt. Deze arend werd uit angst voor repressie bij het begin van de Tweede Wereldoorlog verwijderd. Los bij de groep ligt een gebroken karrenwiel. Op de voorzijde van de obelisk staat het wapenschild van Bassevelde en de inscriptie "Het dankbare Bassevelde aan zijne helden 1914-1918". Op de achterzijde staan de 24 namen van gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog gegrift, aangevuld op de sokkel met de namen van de slachtoffers van 1940-1945. Op de zijkanten hangen bronzen laurierkransen als symbool van de overwinning en het eeuwige leven, met op het lint de tekst "AAN ONZE GEVALLENE MAKKERS, SEPT. 1920".
Representatief thematisch werk van de beeldhouwer Aloïs De Beule (gesigneerd), die meer dan twintig oorlogsmonumenten realiseerde. Aloïs De Beule (Zele 1861-Gent 1935) volgde opleiding aan de Academie van Gent en werkte onder meer in het atelier van Mathias Zens. Hij richtte te Gent een eigen atelier op voor religieuze kunst. Belangrijke medewerkers waren beeldhouwers Oscar Sinea, Geo Verbanck, Louis Ou Bar, Leo Sarteel, Modest Van Hecke, Achille Moertgat en Ju les Vits. Aloïs De Beule evolueerde van een hoofdzakelijke neogotische kunst naar monumentale realistische expressieve beeldhouwkunst. historische waarde
Gemeentelijk oorlogsgedenkteken ingehuldigd met grootse feestelijkheden op 5 september 1920 als dank aan de gesneuvelde helden uit de Eerste Wereldoorlog. Later aangevuld met namen van de oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Het beeld kende een bewogen geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog, toen men uit vrees voor repressie van de oprukkende vijand de arend deponeerde in de vijver van de pastorie.