Beschrijving
De bescherming als monument betreft de Sint-Michielskerk en het omringend kerkhof.
Waarden
De Sint-Michielskerk (voorheen Sint-Martinuskerk) met inbegrip van het kerkhof is beschermd als monument omwille het algemeen belang gevormd door de:
artistieke waarde
De heldere, overwegend neoclassicistisch geïnspireerde binnenruimte wordt gearticuleerd door een pilasterstelling en een gestuct kruisribgewelf met brede, geprofileerde gordelbogen. De ruimte wordt gestoffeerd door een overwegend uit de eerste helft van de 18de eeuw daterend meubilair met daarnaast een barokke preekstoel en een eveneens uit de eerste helft van de 18de eeuw daterend, sinds 23 januari 1981 beschermd orgel.
historische waarde
Als voormalig eigenkerkje van de sinds begin 12de eeuw vermelde heren van Boutersem, invloedrijke vazallen van de hertogen van Brabant, vormt deze parochiekerk, met haar excentrische ligging, aan de rand van het gehucht, een enige materiële getuige en verwijzing naar de rond 1800 verdwenen, een 300-tal meter verderop gelegen en voorheen de Velpevallei dominerende feodale kasteelsite. Tevens refereert deze kleine plattelandskerk met omliggend kerkhof aan de eeuwenoude, minstens tot de 13de eeuw opklimmende band met de cisterciënzerabdij van Villers-la-Ville, die er het begevings- en tiendenrecht bezat.
historische waarde
in casu architectuurhistorische waarde:
Opgetrokken in een onregelmatig natuursteenverband van Gobertange, ijzerzandsteen en kwartsiet vormt de oostpartij van dit stilistisch heterogene, eenbeukige plattelandskerkje. het heeft een vierkant koor van één travee met halfronde absis, en is voorzien van een plint, modillons, een rondboogvenster, een rechthoekige deur met lateiconsooltjes alsook een eenvoudig geprofileerde altaartafel. Die laatste bleef uitzonderlijk bewaard en is een representatief voorbeeld van een eind 11de-begin 12de-eeuwse, romaanse koorpartij. Samen met de eveneens bewaarde natuurstenen onderbouw van de beuk traceert ze het profiel van een zeldzaam bouwtype, meer bepaald van een klein landelijk, romaans zaalkerkje (beukomvang van circa 13,6 bij 8,1 meter) met oorspronkelijk houten (?) westtoren. Bakstenen bovenbouw van het schip en rondboogvensters met negblokken verwijzen naar de wederopbouw na de gedeeltelijke instorting van 1649 terwijl de neoclassicistische westtravee en ingebouwde klokkentoren refereren aan een vergroting en herinrichting uit 1861 naar ontwerp van provinciaal architect A. Van Arenberg (1799-1877).