Beschrijving
De bescherming als monument omvat de villa De Olmen, het aangelegd deel van de tuin, de gemetste toegang met hek, de wegkapel en de resten van het tuinpaviljoen met kunstgrot.
Waarden
Villa De Olmen en het aangelegd deel van de tuin, met inbegrip van de gemetste toegang met hek, de bijhorende wegkapel, en de resten van het tuinpaviljoen met kunstgrot, zijn beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
artistieke waarde, historische waarde
in casu architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde: : De riante villa De Olmen, gebouwd in 1926, is in de regio van Dendermonde een zeldzaam fraai voorbeeld van landhuisarchitectuur representatief voor het interbellum: naar stijl zijn elementen verenigd van de pittoreske cottage-bouw en van de art deco met een sobere decoratieve baksteenarchitectuur. Typerend voor dit vroeg bouwwerk van de Gentse architect Carlos Malfait is de verwantschap met het oeuvre van de vermaarde architect Valentin Vaerwyck.
Als residentiële woning van brouwer L. Callebaut vormt de villa één van de laatste relevante architecturale getuigen herinnerend aan de heden verdwenen brouwnijverheid te Wieze, een industrie die in deze gemeente een lange traditie en grote vermaardheid kende.
Het interieur illustreert een voor dit genre van villa typerende combinatie van conservatieve en modebewuste stijlelementen met functioneel vooruitstrevende opvattingen en uitrusting inzake wooncomfort. De grote gaafheid en mate van authenticiteit van het interieur dragen sterk bij tot het zeldzaam karakter van de villa. De kostbare afwerking is tevens een uiting van het prestige en de sociale status van de bouwheer. Zo is er veelvuldig gebruik gemaakt van eik: voor parketvloeren in de salons en de hele bovenverdieping, voor alle binnendeuren, voor lambrisering, voor beide trappen. Het luxueus karakter blijkt ook onder meer in de grote inkomhal met trappenhuis uit elementen als de wandbekleding met houtfineer op papier, uit de verschillende marmeren wastafels op de bovenverdieping.
Het aangelegde deel van de villatuin, teruggaand op een lusthof in landschappelijke stijl, vormt met de architecturaal uitgewerkte inkom en de bijhorende wegkapel, historisch, stilistisch en conceptueel een eenheid met het landhuis.
De resten van het gecementeerd bakstenen tuinpaviljoen met kunstgrot van gewapend beton van 1925 bezit als zeldzaam wordend voorbeeld van een folie een merkwaardig karakter; het paviljoen met bovenverdieping vertoont bouwkenmerken zoals torentjes die refereren aan een middeleeuws aandoende constructie en is tevens als tuingrot met bijhorende kunststenen tuinbeelden een typische uiting van tuinarchitectuur. De als folie in de villatuin geïntegreerde constructie getuigt van de lange traditie van de kunstgrot in de landschapstuin. De aan de achterzijde ingerichte Mariagrot getuigt tevens van de doorlevende devotie voor Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes.