historische, in casu cultuurhistorische, volkskundige, sociaal-culturele waarde: De Thujadreef hoort bij het domein Hoeverheide, in 1860 ontstaan na de aankoop van woeste heidegronden door de Aalsterse senator Léon LeirensEiiaert. Op het domein werd in eerste instantie geëxperimenteerd met Amerikaanse eik, enkele percelen en vele dreven werden er mee aangeplant (drevenpatroon gekadastreerd in 1872). De Thujadreef werd later aangelegd. De precieze aanlegdatum is niet gekend, maar kan gesitueerd worden in het laatste kwart van de 19de eeuw. Enerzijds is het tracé voor het eerst zichtbaar op de topografische kaart van het Militair Dépot uit 1882, anderzijds stemt de omvang van de bomen overeen met de reuzenlevensbomen in Bokrijk, waar de eerste exemplaren van Thuja plicata werden aangeplant in 1889. Later werd het domein verder aangeplant met grove den in functie van de nabijgelegen mijnontginningen. De Thujadreef is een relict uit de experimentele bosbouw, een exoot die nu niet meer wordt aangeplant.

in casu esthetische waarde: De dreef heeft een lengte van 338 meter en bestaat uit laat-19de-eeuwse reuzenlevensbomen, de oudste in de regio, die door hun leeftijd erg omvangrijk zijn. Door zijn lengte en omvang is de dreef beeldbepalend en ruimtelijk-structurerend in de omgeving van de villa en het domein Hoeverheide. Een dergelijke oude lange dreef met exoten die thans niet meer aangeplant worden, is zeldzaam.