Beschermd cultuurhistorisch landschap

Westelijke valleiflank van de Jeker

Beschermd cultuurhistorisch landschap van tot heden

ID
9756
URI
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/9756

Besluiten

Westelijke valleiflank van de Jeker
definitieve beschermingsbesluiten: 29-04-2015  ID: 5759

Rechtsgevolgen

Meer informatie over de rechtsgevolgen van beschermingen vind je op onze website.

Beschrijving

Deze bescherming betreft het landschap gevormd door de westelijke valleiflank van de Jeker. Op de Jekerhellingen met hun steile en door droge dalen versneden helling wisselen akkers, een boomgaard, schaarse houtige begroeiingen en bloemenrijke graslanden elkaar af. In dit gebied komen talrijke mergelgroeven voor. Verschillende monumenten herdenken de gevechten van 10 mei 1940.



Waarden

De westelijke valleiflank van de Jeker nabij Kanne in Riemst, Meerland, Tiendeberg, Avergat en Muizenberg is beschermd als landschap omwille van het algemene belang gevormd door de:

natuurwetenschappelijke waarde

De meeste topografische landschapskenmerken van Droog-Haspengouw komen hier voor, te verklaren door de metersdikke waterdoorlatende mergellagen doorspekt met vuursteenbanken in de ondergrond. Vernoemd worden: uitgestrekte zacht glooiende leemplateaus, de afwezigheid van oppervlaktewater (bronnen, waterlopen) en droge dalen.
Het gebied is gelegen op de overgang van het plateau naar het Jekerdal. De Jeker heeft zich hier diep in het plateau ingesneden waardoor er diverse geologische lagen dagzomen. De aanwezigheid van krijtgesteente is gedurende verschillende eeuwen gewonnen waardoor een uitgestrekt ondergronds netwerk van groeves is ontstaan. Het zijn bijgevolg ideale locaties voor de studie van de geologische opbouw van het landschap en van de paleontologie. Het Maastrichtiaan krijtgesteente is rijk aan fossielen.
Specifieke abiotische factoren (bodemopbouw, het reliëf, (micro)klimaat, expositie ... ) en een eeuwenlang intensief graslandbeheer geven het gebied een uitzonderlijke faunistische en floristische waarde. Nu de biodiversiteit zowat overal onder druk staat, is het gebied voor tal van soorten een refugium geworden (bijvoorbeeld smalbladige bosboterbloem, blauwgras, verfbrem, smal fakkelgras of klein spiegelklokje). Recent is het belang van het gebied voor zeldzame graslandpaddenstoelen (vb. olijfgroene aardtong) aangetoond.
Uniek in Vlaanderen en van internationaal belang is het voorkomen van zeer goed ontwikkeld kalkrijk heischraal grasland (associatie van betonie en gevinde kortsteel). Hier komen tevens de enige kalkgraslandrelicten voor in Vlaanderen. Op de plateauranden is nog een relatief soortenrijke akkervegetatie te vinden.
Het faunistisch belang van het gebied wordt mee bepaald door het warme microklimaat. Uit onderzoek naar ongewervelden (spinnen, loopkevers, mieren, dagvlinders en sprinkhanen) is gebleken dat tal van zeldzame soorten voorkomen.
Fytogeografisch vormen de hellingsgraslanden, door hun ligging tussen meer zuidelijk en oostelijk gesitueerde krijtgebieden een belangrijke schakel in de geografische verbreiding van groeiplaatsen voor kalkminnende planten. Enkele submediterrane en Centraal-Europese thermofiele plantensoorten bereiken er hun noordwestelijke verspreidingsgrens. Hetzelfde geldt voor een aantal ongewervelden.

historische waarde

De omgeving van Kanne is een op archeologisch vlak rijke streek. Dankzij de paleoecologische gegevens van de vlakbij gelegen magdaleniaansite (opgegraven in 1978) is geweten dat hier een vroeg- en middenneolithische ontbossing plaatsvond. Op de grens met Wallonië bij de overgang van het plateau naar de valleihelling bevindt zich "De Toem", een Gallo-Romeinse tumulus, die tijdens opgravingen in 1967 en 1968 sterk werd verstoord.
Het botanisch en faunistisch belang van de hellingsgraslanden kan niet los worden gezien van het historische beheer. De fauna en flora die vandaag aanwezig is, moet daarom gezien worden als een materieel relict van een lange agropastorale beheerstraditie.
De schrale graslanden, die gemeen gebruikt werden, raakten slechts tegen het midden van de 20ste eeuw in onbruik. Het graslandbeheer was buitengewoon intensief, waardoor de vegetatie bij langdurige warmte verdorde. Het stelselmatig verwijderen van elke houtige begroeiing versterkte het warme microklimaat aanzienlijk. De begrazing gebeurde hoofdzakelijk met schapen, die vandaag bekend zijn als mergellandschapen. Het herstelbeheer dat sinds 1988 wordt gevoerd is sterk geënt op de historische beheersvormen en werpt juist daarom zijn vruchten af.
De kaveien die naar het plateau lopen zijn met hun diep ingesneden profiel nog bewaard, sommige zijn volgestort waardoor het profiel onzichtbaar werd. Op het plateau overheerst nog altijd de akkerbouw en is één perceel boomgaard aanwezig.
De historiek van de ontginning van de Maastrichtersteen of mergel, een tufkrijtgesteente, vangt aan bij de Eburonen. Mergelsteen als bouwmateriaal werd in de streek ontgonnen door middel van een systeem van loodrecht op elkaar staande gangen en pilaren die zich meestal op een diepte van 6 tot 25 meter bevinden. Onder de steile Jekerhellingen in Kanne zijn uitgestrekte gangenstelsels aanwezig. In de stelsels zijn verschillende blokbrekerstechnieken en ontginningsmetheden te onderscheiden.
In de gangen van de groeves zijn op de wanden en plafonds verschillende inscripties achtergelaten. Gedurende meerdere eeuwen ontstond zo een massa aan cultuurhistorische informatie. De inscripties, aangebracht met houtskool of rood krijt, verschaffen ons gegevens over een verleden dat niet op een andere wijze werd overgeleverd. De oudste inscripties bevinden zich meestal bovenaan als gevolg van de toegepaste ontginningsmethode.
De ontginning is het meest intensief van de 16de tot de 18de eeuw. Daarna nam de productie sterk af om volledig te verdwijnen in de jaren '60 van de vorige eeuw. De groeves werden daarna in beperkte mate voor de champignonteelt gebruikt.
Langs het Avergat bevinden zich enkele 19de- en begin 20ste-eeuwse mergelwoningen, gedeeltelijk ingebouwd in de hellingsvoet.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd op 10 mei 1940 een belangrijk gevecht geleverd te Kanne. Meer dan 200 Belgische en een 30-tal Duitse soldaten sneuvelden. Verschillende landschappelijke sporen herinneren nog aan deze dag: 1. Erebegraafplaats voor de Belgische soldaten die in Kanne sneuvelden; 2. Bunker 0 die de brug over de Jeker moest controleren, waar later een monument op is gebouwd; 3. Duidelijke sporen van loopgraven op grote delen van de helling; 4. De resten van een Duits oorlogsmonument dat op de noordflank van het Zusserdel verscholen ligt in het struweel, de naam Duits Kruis herinnert aan het vier tot vijf meter hoge kruis dat vlak na WOII werd omgehakt door het verzet; 5. Een gedenkplaat die recent werd opgericht voor een Canadees gevechtsvliegtuig dat in de loop van de WOII bij de Tiendeberg neerstortte. De loopgraven maakten samen met de bunkers deel uit van de Belgische verdedigingslinies langs het Albertkanaal, allen onder het commando van het naburige fort van Eben-Emael.

esthetische waarde

De Jekerhellingen zijn door hun steile en door droge dalen versneden helling in esthetisch opzicht markant. De verscheidenheid in begroeiing geeft een contrast. Op het licht glooiende plateau is er een wijds zicht over de akkerteelten, afgewisseld met een enkele hoogstamboomgaard, en zeer schaarse houtige begroeiingen. Op de steile Jekerhellingen domineren bloemenrijke graslanden die een hoge esthetische belevingswaarde bieden.
Bovenop de helling is er een imposant zicht op Kanne, Maastricht, het Albertkanaal en het aan de overzijde gelegen Plateau van Caestert.

sociaal-culturele waarde

Sociaal-cultureel waardevol zijn de talrijke mergelgroeven, waarvan er enkele in groepsverband kunnen bezocht worden. De aanwezigheid van enkele woningen in en tegen de ondergrondse kalksteengroeves geeft een beeld van de omstandigheden waarin de bewoners van het Avergat vroeger leefden.
Verschillende monumenten herdenken de gevechten van 10 mei 1940. Nabij de Muizenberg is een kruis opgericht als herinnering aan een instorting op 11 mei 1926.

Aanduiding van

Is de bescherming van

Westelijke valleiflank van de Jeker

Avergat, Meerland, Muizenberg, Tiendenberg (Riemst)
Op de Jekerhellingen met hun steile en door droge dalen versneden helling wisselen akkers, een boomgaard, schaarse houtige begroeiingen en bloemenrijke graslanden elkaar af. In dit gebied komen talrijke mergelgroeven voor. Verschillende monumenten herdenken de gevechten van 10 mei 1940.

Is de omvattende bescherming van

Smidse Bogman

Avergat (Riemst)
Huis met smidse Bogman, deels onder zadeldak; deels onder lessenaarsdak. Gebouwd in mergel.

Is de gedeeltelijke bescherming van

Kanne met het plateau van Caestert, de Tiendeberg en de Muizenberg

Kanne, Vroenhoven (Riemst)
Kanne is gelegen aan de benedenloop van de Jeker, die enkele kilometers verder in de Maas uitmondt. Het Jekerdal, evenals het in 1930-34 aangelegde Albertkanaal, is er diep in het substraat ingesneden, waardoor zeer steile hellingen voorkomen. Tussen de Jekervallei en de Maasvallei is de Sint-Pietersberg gelegen waarvan het landschappelijk meest gave deel het plateau van Caestert is.


Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.