Beschermd monument van tot heden
Middenschool met overdekte binnenplaats
definitieve beschermingsbesluiten: 25-04-2018 ID: 14621
Deze bescherming betreft de Middenschool met overdekte binnenplaats.
De Middenschool met overdekte binnenplaats is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
In 1878 publiceerde de Parijse stadsarchitect Félix Narjoux (1836 - 1891) een boek over schoolarchitectuur in België waarin hij stelde dat dit land een na te volgen voorbeeld was voor Frankrijk qua moderne scholenbouw, onder andere verwijzend naar de ruime overheidssubsidie die daar sinds 1873 werden vrijgemaakt. Ook in zijn beschrijving van Belgische scholen concentreerde hij zich op die kenmerken die volgens hem na te volgen waren. Verschillende hiervan zijn aanwezig in de school aan de Van Helmantstraat in Vilvoorde. Wat de locatie betreft, benadrukte Narjoux bijvoorbeeld dat een school in de eerste plaats dichtbij de woningen van de leerlingen diende te zijn, ook al betekende dit dat niet de nodige afstand kon bewaard worden van storende zaken zoals industrie, lawaai en dergelijke. In het Belgische overheidsprogramma van 1874 werd inderdaad niet langer opgenomen dat scholen de omgeving van fabrieken dienden te vermijden (wat wel nog aanwezig was in de richtlijnen van 1852-1854). Deze argumentatie speelde ook een rol bij de uiteindelijke keuze voor de Van Helmantstraat als locatie van deze school. Andere kenmerken die Narjoux aanhaalt en die we ook terugvinden in deze school zijn de centrale overdekte binnenplaats (préau) die een multifunctionele, semipublieke invulling had, en een architecturale vormgeving die gekenmerkt wordt door een combinatie van (vooral) baksteen met blauwe hardsteen en zandsteen, en door een verwijzing naar nationale historische architectuur (in Vlaanderen gekenmerkt door topgevels). Het schoolgebouw heeft met andere woorden een grote representativiteit en herkenbaarheid (door het behoud van zowel gevel als préau). De aanwezigheid van zowel een typische voorgevel als een centrale overdekte binnenplaats verhoogt ook de ensemblewaarde van het complex.
De middenschool in Vilvoorde kan beschouwd worden als een representatief voorbeeld van de scholen die tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw werden opgetrokken met een voorgevel in neo-VIaamserenaissance-stijl. Kenmerkend is de combinatie van (vooral) rode baksteen met natuursteen, en de toepassing van topgevels met Vredemaneske decoratie zoals obelisken, voornamelijk in de ingangtravee. De keuze voor deze stijl kaderde in een romantisch nationalisme en werd aangewakkerd door richtlijnen van de overheid die het gebruik van nationale bouwmaterialen zoals baksteen, arduin, Gobertangesteen en leien oplegden. De stijl symboliseerde daarnaast ook vaak het vrijzinnige en officiële karakter van het openbaar onderwijs. De referentie naar de 16de-eeuwse renaissance werd immers geassocieerd met verzet tegen het paapse (Spaanse) juk, met economische vooruitgang en humanisme. Het seculiere openbaar onderwijs kreeg door deze vormgeving met andere woorden een zekere legitimiteit en eerbiedwaardigheid. In kleinere provinciesteden werd de keuze voor scholen in neo-VIaamserenaissance-stijl bovendien bepaald door de waarde die de lokale overheid hechtte aan deze gebouwen als burgerlijke monumenten. Dit laatste speelde ook duidelijk bij de middenschool in Vilvoorde, zoals blijkt uit de tegenzin van het stadsbestuur om de monumentale gevels te versoberen, en uit haar aandacht voor de inplanting van het gebouw, aanvankelijk aan het einde van een nieuwe, prestigieuze laan, en nadien in de Van Helmantstraat aan een nieuw (weliswaar onuitgevoerd gebleven) plein. De keuze voor een voorgevel in neo-VIaamserenaissance-stijl voor deze school was daarenboven waarschijnlijk beïnvloed door een ander beeldbepalend gebouw in de Vilvoordse stationswijk: het station dat opgetrokken werd tussen 1880 en 1883, waarschijnlijk naar ontwerp van Henri Fouquet.
De school is een ontwerp van architect Emile Desmedt, een tot op heden totaal onbekend 19de-eeuws architect met deze school als enige gekende gerealiseerde werk. Toch is hij een interessant figuur omdat hij kanttekeningen plaatst bij de historiografie van de architectuur uit de nieuwste tijd; die nog al te vaak focust op enkele grote namen die passen in het beeld van de architect als individuele, vrije kunstenaar en wegbereider van het modernisme, en dit op twee manieren. Van 1873 tot 1882 was Desmedt als architect werkzaam op het bureau van Hendrik Beyaert, één van de bekendste architecten uit het België van de tweede helft van de 19de eeuw aan wie heel wat iconische gebouwen worden toegeschreven, zoals de Nationale Bank van België in Antwerpen en Brussel. In realiteit ging achter de figuur van Beyaert een heel team van ontwerpers schuil. Tussen 1851 en 1893 had Beyaert niet minder dan 141 medewerkers waarvan heel wat stagiairs maar ook tientallen medewerkers die jaren en zelfs decennia in zijn bureau bleven. Sommige daarvan hadden een technisch ondersteunende rol, anderen werden omschreven als "architectes-concepteurs". Desmedt behoorde duidelijk tot die laatste categorie. Ernile Desmedt staat dus symbool voor de ontelbare medewerkers van de bekende namen die tot op heden vrijwel onzichtbaar zijn gebleven in de architectuurhistoriografie. Een tweede belangrijke feit over Emile Desmedt is dat hij van 1883 tot 1887 stadsarchitect was van Vilvoorde. Zo illustreert hij het belang van deze relatief onbekende ambtenaren voor schoolarchitectuur, en dit niet alleen in grotere steden zoals Gent en Antwerpen.
De school in de Van Helmontstraat is een getuige van de schoolstrijd, één van de meest fundamentele conflicten in het moderne België. Deze strijd betekende het begin van de verzuiling (de verdeling van de maatschappij in groepen op levensbeschouwelijke of sociaaleconomische basis) die meer dan een eeuw lang het leven in België en Vlaanderen beïnvloedde. Tegelijkertijd herinnert het gebouw aan de uitbouw van het openbaar onderwijs als één van de belangrijkste verwezenlijkingen van de moderne verzorgingsstaat.
Zowel de opdrachtgevers als de ontwerpers en uitvoerders van dit gebouw kunnen gelinkt worden aan het progressief-liberale en sociaal getinte Brusselse milieu uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Dit geldt niet alleen voor de opdrachtgevers (het Vilvoordse stadsbestuur en minister Pierre Van Humbeeck) en de ontwerpers - Emile Desmedt kwam zoals gezegd uit het atelier van Hendrik Beyaert die zelf liberaal gemeenteraadslid in Brussel was, en ook Antoine Trappeniers is in dat milieu te situeren - maar ook voor de uitvoerders. Zo was Arthur Mignot-Delstanche (1838-1903), wiens firma in 1885 verantwoordelijk was voor de plannen voor de verwarming en ventilatie van het schoolgebouw, ook sociaal, cultureel en politiek actief bij de Brusselse liberalen. Hij organiseerde onder andere industriële tentoonstellingen die een belangrijke rol speelden in de popularisering van de neo-VIaamserenaissance-stijl en streefde naar een bewustwording bij de ambachtslui.
De school verwijst naar het belang van de stationswijk in Vilvoorde eind 19de eeuw. Ten slotte verleent het schoolgebouw betekenis aan het gedenkteken in de centrale hal, dat een aangrijpende hulde brengt aan de leerlingen en leerkrachten van de school die slachtoffer werden van de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
Van Helmontstraat 6 (Vilvoorde)
Vrijstaand U-vormig gebouw met overdekte binnenplaats in gebruik genomen anno 1885, achterin ligt een geplaveide speelplaats met ten westen de modernistische vleugel uit de jaren 1930.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Middenschool met overdekte binnenplaats [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/97673 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.