Beschrijving
De bescherming omvat de brouwerswoning De Smet, later Dauwe, nog later Cremers, de restanten van de bijhorende tuin en het voormalig dienstgebouw.
Waarden
Op basis van het systematisch geïnventariseerd bouwkundig patrimonium van de gemeente Laarne kon het onroerend erfgoed worden geselecteerd dat voor de cultuurhistorische en architecturale evolutie zijn betekenisvol karakter binnen de ruimere regio Oost-Vlaanderen het best heeft geconserveerd. In de objecten en ensembles zijn duidelijk aantoonbare intrinsieke kwaliteiten aanwezig van historische, artistieke, volkskundige, wetenschappelijke, industrieel-archeologische en/of sociaal-culturele waarde. Hun waardevol karakter van algemeen belang ligt tevens vervat in hun ouderdom, representativiteit, authenticiteit, zeldzaamheid of gaafheid. De beschermingswaardige objecten vertegenwoordigen een diversiteit aan gebouwentypes die veelal met hun bijhorende cultuurlandschappelijke omgevingscomponenten een historische entiteit vormen die het dorpsbeeld karakteriseren. Als onroerend erfgoed behielden zij een eigenheid die typerend is voor een landelijk gebied.
Voormalig brouwershuis De Smet, Dauwe, Cremers met rest van bijhorende tuin en voormalig dienstgebouw is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
artistieke waarde, historische waarde, industrieel-archeologische waarde
in casu architectuurhistorische en cultuurhistorische waarde: Het prestigieus brouwershuis met omringende tuin gaat terug op de rechthoekige omgrachte site van een aanzienlijk dorpshuis dat minstens uit het midden van de 18de eeuw dateert; deze woning bleef als structurele kern behouden in het brouwershuis uit 1835-1841 van J. De Smet. Als brouwer richtte hij op dezelfde historische woonsite in 1837-38 een brouwerij op, door brouwer Dauwe later omgevormd tot stokerij met maalderij en tenslotte door brouwer Cremers gewijzigd tot een mouterij; dit waardevol industrieel-archeologisch bedrijfsgebouw werd reeds eerder als monument beschermd (MB van 7 oktober 1993).
Het brouwershuis is door zijn typologische en stilistische kenmerken voor de neoclassicistische burgerlijke bouwkunst illustratief als fraai herenhuis gerealiseerd binnen een landelijke dorpskern daterend uit het tweede kwart van de 19de eeuw. Het brede rechthoekige dubbelhuis met gewitte gevelbepleistering bezit de karakteristieke symmetrische aanleg; hardstenen elementen, zoals de deuromlijstingen die de gevelordonnantie accentueren, verrijken de typische lichtgrijs geschilderde bepleisterde lijstgevels. Pilasters die ook de lage zijrisalieten ritmeren bevorderen het homogeen uitzicht van het geheel. Binnenshuis getuigen een aantal specifieke ruimten en constructieve aspecten (zoals opkamer, keuken met dubbele haard, overwelfde kelders, moerbalken) van een architectuurhistorisch relevant ouder woonhuis dat aan het 19de-eeuwse brouwershuis vooraf ging. De neoclassicistische en andere authentieke stijlelementen van de interieuraankleding, waaronder de elegante Engelse trap, de paneeldeuren aan hengsels, de stucornamentiek, zijn een uiting van artistiek vakmanschap, van een luxueuze wooncultuur en van de vooraanstaande toenmalige sociale status van de brouwers.
Het laag bijgebouw in het verlengde van de vroegere brouwerij-mouterij visualiseert de historische en functionele relatie met dit industrieel gebouw; ondanks de gewijzigde bestemming refereert het uitwendig voorkomen aan de vroegere schuur met koetshuis en paardenstal. De tuin bewaart in aanleg aspecten van een typisch 19de-eeuws landschappelijk tuinconcept zoals de vijver, het omlopend pad naast een merkwaardige loofgang met linden.