Beschrijving
De kunstenaarswoning en het atelier van Gustaaf De Smet zijn beschermd als monument.
Waarden
Latem is in de Belgische context een uniek voorbeeld van een kunstenaarskolonie of kunstenaarsdorp, ontstaan naar het voorbeeld van het legendarische Barbizon in Frankrijk. Het belang van de Latemse kunstenaarskolonie is met zijn internationale uitstraling onmiskenbaar. In Sint-Martens-Latem en Deurle is de voormalige aanwezigheid van de kunstenaars nog tastbaar in de gebouwen waarin zij gewoond en gewerkt hebben, en in de landschapssites die het onderwerp vormden van hun kunst. Kenmerkend voor deze kunstenaarsdorpen is dat kunstenaars er vaak onderdak vonden in de bestaande woningen of boerderijtjes, die thans ook zeldzame getuigen zijn van het kleinschalig bouwkundig erfgoed van de vroegere plattelandsgemeenten, nu uitgegroeid tot residentiële villadorpen. De huizen en ateliers die in opdracht van de kunstenaars zelf werden gebouwd, George Minne, Albert Servaes, Gust. De Smet, zijn representatief voor de typologie van de kunstenaarswoning, zij vertonen aldus een architectuurhistorische waarde. De schilderateliers maakten integrerend deel uit van de woning. Dergelijke atelierwoningen waren duidelijk herkenbaar door het daklicht of de grote atelierramen op het noorden. Het beeldhouwatelier van George Minne was ondergebracht in een afzonderlijk gebouw, nu verdwenen, in de woning kwamen talrijke tekeningen tot stand.
Voormalig huis en atelier Gust. De Smet, nu Museum Gust. De Smet, is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de:
historische waarde, sociaal-culturele waarde
in casu architectuurhistorische waarde: Het sobere, deels houten huis van Gust De Smet dat nu zijn museum is, werd gebouwd naar plannen en onder leiding van zijn vriend en dorpsgenoot, burgerlijk conducteur René Van Der Plaetsen. Hier woonde en werkte de schilder in het atelier met weids panorama over de Leiemeersen van 1936 tot zijn dood in 1943. Krachtens de laatste wilsbeschikking van haar man vermaakte zijn weduwe in 1948 bij legaat het huis met al de meubelen en mobilaire voorwerpen, alsook met zekere schilderijen, aan de gemeente, die verplicht wordt het schildershuis voor het publiek open te stellen en het voortaan Museum Gust. De Smet te noemen. Het museum bevat als bestendige huldeblijk de volledig ingerichte huiskamer, en voorts het atelier en de slaapkamer op de eerste verdieping. Aan de wanden hangt een selectie van honderd werken, voornamelijk kleine doeken en tekeningen die bij de dood van de schilder in het atelier achterbleven. Het huidig museum ademt nog de authentieke sfeer van het kunstenaarshuis met het behoud van het oorspronkelijk meubilair en is representatief voor een bescheiden landelijke atelierwoning uit de dertiger jaren.