Geografisch thema

Kerkhove

ID
14651
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14651

Beschrijving

Kerkhove vormt sinds 1 januari 1977 samen met Avelgem, Bossuit, Outrijve en Waarmaarde de fusiegemeente Avelgem. Oppervlakte van 365 hectare 80 are 30 circa en 928 inwoners (cijfers 01/2003, gemeente Avelgem). Licht golvend landschap met geringe hoogteverschillen (12-20 meter), gelegen in zandlemig Vlaanderen. De gemeente is gelegen aan het kruispunt van de oude Romeinse heirweg Gent-Doornik en de heirweg naar Bavay.
De dorpskern is gelegen aan de linkeroever van de Schelde op de rand van de eigenlijke vallei. Ten zuiden vormt de Schelde de grens met de provincie Oost-Vlaanderen (Berchem, Kluisbergen), ten noorden grenst de gemeente aan Kaster (Anzegem), ten westen aan Waarmaarde en ten oosten aan Elsegem (Wortegem-Petegem).
De Schelde wordt in de tweede helft van de 19de eeuw in verschillende fases rechtgetrokken en gekalibreerd. Gronden van een oude Schelde-arm behoren nu tot Berchem (Kluisbergen). Eén van de oude Scheldarmen wordt in 1991 ingericht als jachthaven. In 1970-1971 aanleg van een sluis en bekken van 124 meter lang en 14 meter breed.
Gerechtelijk en administratief behoort Kerkhove tot het arrondissement Kortrijk, kanton Avelgem. Kerkelijk behoort het tot het bisdom Brugge. Hoofdzakelijk agrarisch gebleven gebied met weinig industriële activiteit.

Archeologische vondsten tonen aan dat reeds in de prehistorie het gebied tussen de huidige dorpskommen van Waarmaarde en Kerkhove een uitgesproken vestigingsplaats was van de mens.
Tijdens de Gallo-Romeinse periode, vermoedelijk rond het midden van de 1ste eeuw, ontwikkelt er zich een imposant administratief-logistiek centrum aan het kruispunt van de Schelde als waterloop en enkele belangrijke landwegen. Net zoals de Schelde, die heden de grens vormt tussen Oost- en West-Vlaanderen vormde de rivier in de Romeinse tijd een administratieve grens tussen de "Civitas Menapiorum" en de "Civitas Nerviorum".
Mogelijk fungeerde de baanpost als inzamel- en verdeelcentrum van graan voor de legerkampen aan de noordelijke grens van het Imperium Romanum en als inzamelpunt van de jaarlijkse belastingen, de "annonae". Archeologische sporen wijzen tevens op de aanwezigheid van een haveninstallatie.
Onderzoek toont de evolutie van vakwerkbouw van de 1ste eeuw, die in de 2de eeuw vervangen wordt door steenbouw en die in de 3de eeuw herbouwd wordt. De nederzetting houdt op te bestaan in het derde kwart van de 3de eeuw.
In Kerkhove worden ook sporen van een kleine Merovingische nederzetting en begraafplaats aangesneden, de eerste nederzettingsporen uit deze periode in België.
De Frankisch-Merovingische nederzetting met aansluitende begraafplaats dateert uit de 6de tot het midden van de 7de eeuw (tweebeukig hallehuis, een schuurtje en enkele spijkers). Uit de tweede helft van de 7de eeuw en de eerste helft van de 8ste eeuw dateert een "Grubenhaus".

Kerkhove wordt voor het eerst vermeld in 1119. Lambert, de bisschop van Noyon en Doornik, schenkt dan het altaar van Wortegem en Kerkhove - Khercheoua - met de afhankelijke kapel van Waarmaarde aan de abdij van Sint-Diederik bij Reims. Op het einde van de 17de eeuw hoort het patronaatsrecht toe aan de Sint-Pietersabdij in Gent. Op dat ogenblik is de grootste tiendheffer een leek. In 1786 is dat Lodewijk-Emanuel de Gillon, baron van Bassegem. Het tiendrecht is een leen van het leenhof van Kaster; een derde ervan komt toe aan de pastoor.
Volgens P. Despriet waren er in Kerkhove drie lenen: de heerlijkheid Kerkhove, afhankelijk van de Steenen Man in Oudenaarde; de heerlijkheid Nieuwgoed, die afhankelijk was van het kasteel van Waasten en de heerlijkheid Voldersvelt, afhankelijk van het leenhof van Dendermonde. De hoeve van deze laatste heerlijkheid wordt afgebeeld in Flandriae illustratae van A. Sanderus (1641).
N. Maddens ontkent echter het bestaan van een heerlijkheid Kerkhove en meent dat het bestuur van de parochie in handen was van de schepenen van de heerlijkheid Nieuwgoed, dat op het einde van de 18de eeuw ook Kerkhove genoemd wordt. Nieuwgoed is een betrekkelijk kleine heerlijkheid met op het einde van de 16de eeuw een foncier van 24 bunders. Ten Hove (Kerkhove ?), is volgens Maddens een andere heerlijkheid in Kerkhove die in de 18de eeuw dezelfde heer en wet had als het Nieuwgoed. In veel bescheiden uit die periode worden beide heerlijkheden dan ook samen genoemd. Over de opvolging van de heren van Nieuwgoed is weinig geweten. In 1594 moet Catharina van Brugge, prinses van Steenhuse en tevens vrouw van Avelgem, wegens financiële problemen ten gevolge van de godsdiensttroebelen Nieuwgoed verkopen aan Maximiliaan van Oignies, ridder, heer van Beaupaire. In 1625 was Philips de la Mote, heer van Kerkhove, Ingooigem,…, eigenaar van de heerlijkheden Kerkhove, Nieuwgoed, Voldersvelt en Manpaert. Aan het einde van de 17de eeuw is de koning van Spanje heer van Kerkhove. Hij verkoopt dan de heerlijkheid aan de heer Weuldere, heer van Meulebeck. In de 18de eeuw is de heerlijkheid in handen van de familie Richardot, de familie de Potter en de hertogen van Ursel en Hoboken.
Tijdens de godsdiensttroebelen in de tweede helft van de 16de eeuw wordt Kerkhove meermaals getroffen: in 1568 wordt de kerk geplunderd, in 1579 wordt een klok van 1361 geroofd en in 1581 blijft het dorp verweesd en verlaten achter na de plundertochten van de opstandelingen die zich verschanst hadden in de burchten van Avelgem en Outrijve.

Tijdens de negenjarige oorlog (1688-1697) heeft Kerkhove zwaar te lijden onder inkwartieringen en kampementen.
Tijdens het ancien régime behoort Kerkhove administratief tot de hoofdpointerij van Avelgem in de Heuvelkasselrij van Oudenaarde.

Circa 1835 wordt Kerkhove in verbinding gesteld met Berchem (Oost-Vlaanderen) door een brug over de Schelde die in 1918 wordt vernield en later vervangen.

In 1863 wordt beslist de bestaande tweebeukige, vermoedelijk 15de-eeuwse kerk, te vervangen door een nieuwe neogotische kerk naar ontwerp van architect Verbeke. De kerk, die oorspronkelijk gevestigd was aan de Oude Plaats, wordt dan opgetrokken aan de Brugsestraat. Bij de kerk wordt ook een neogotische pastorie opgetrokken. In 1867 is de kerk voltooid en in 1872 wordt ze ingewijd. De oude kerk wordt gesloopt. Het kerkhof en de oude 18de-eeuwse pastorie bleven behouden.

Tijdens Tweede Wereldoorlog wordt Kerkhove sterk beschadigd waarbij onder meer zogenaamde "molen van Wassenhove" wordt vernield.

Hoewel Kerkhove grotendeels agrarisch bleef, vestigden er zich ook enkele bedrijven: Molens 't Kindt gesticht in 1885, Zaadhandel Clovis Matton opgericht in 1932 (Kaaistraat nummer 5) en N.V. Dumoulin.

De dorpskern van Kerkhove wordt gekenmerkt door aangepaste losse landelijke bebouwing. Tal van oudere bebouwing verspreid over het grondgebied wordt getypeerd door de dwarse ligging ten opzichte van de straat en de witgekalkte parementen.
De Oudenaardsesteenweg die de hoofdas vormt en het dorp van oost naar west doorsnijdt wordt gekenmerkt door lintbebouwing. Voorst ook sociale woningbouw de zogenaamde "Sint-Amandswijk" en nieuwbouw ten zuiden van de kerk.

  • DE COCK S., e.a., Multidisciplinaire onderzoeksresultaten uit de “haven”komstructuur van de Gallo-Romeinse baanpost te Kerkhove (gem. Avelgem), in Westvlaamse archeologica, 12, 1996, p. 33-73.
  • DE COCK S., Van archeologische site tot openluchtmuseum. De gallo-Romeinse baanpost en Merovingische nederzetting van Kerkhove. Circa midden 1ste eeuw – midden 8ste eeuw n. Chr., in Uit Vlaamse bodem: 10 archeologische verhalen, Sint-Niklaas, 1996, p. 79-87.
  • DESPRIET P., De Sint-Amandskerk in Kerkhove, in De Zuid-West-Vlaamse parochiekerken, Kortrijk, 1982, p. 176-178.
  • DESPRIET P., Het Voldersvelt in Kerkhove, in Twintig Zuid-West-Vlaamse hoeven, deel 2, Kortrijk, 1980, p. 66-73.
  • Dit is West-Vlaanderen, Sint-Andries, 1960, p. 740-744.
  • HASQUIN H., Gemeenten van België, geschiedkundig en administratief geografisch woordenboek, deel 1, Brussel, 1980, pagin's 471-472.
  • MARTYN G. (red.), Avelgem en de Schelde: een historische gids, Avelgem, 1999.
  • ROGGE M., VAN DOORSELAER A., Kerkhove: Romeinse nederzetting, in Archeologie</italic>, 1977, pagina 98.
  • SANDERUS A., Flandria illustrata, sive descriptio commitatus istius per totum terrarum orbem celeberrimi, deel 2, Tielt, 1973, figuur 8.
  • SLOSSE L., Rond Kortrijk of schetsen over de parochiën van het oud bisdom van Doornik liggende in de voormalige heerlijkheden van Helkijn, Kortrijk en Wervik, deel 2, Roeselare, 1903-1904, pagina's 860-869.
  • VAN DOORSELAER A., De Merovingische beschaving in de Scheldevallei, Kortrijk, 1981.

Bron: DE GUNSCH A. & DE LEEUW S. met medewerking van CALLENS T. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Avelgem, Deelgemeenten Avelgem, Bossuit, Kerkhove, Outrijve en Waarmaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL23, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kerkhove [online], https://id.erfgoed.net/themas/14651 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.