De eerste vermelding Fliedermael dateert van 1297. De etymologie van het suffix -mael verwijst naar een vergadering. Vlier- verwijst mogelijk naar de hoogste rechtbank in het land van Loon, gezien in de vroege Middeleeuwen dergelijke vergaderingen doorgaans onder een boom, in casu een vlierstruik, doorgingen.
Vliermaal telt volgende gehuchten: Kapoen, Klik, Hoogveld, Eggetingen, Grimmertingen, Hullertingen, Vliermaalroot en Zammelen; Zammelen vormt nog een herkenbare entiteit en Vliermaalroot is een afzonderlijke deelgemeente sinds 1865.
Als waterloop dient de Mombeek vermeld, die zich aan de westkant van Vliermaal situeert en in het zuiden gedeeltelijk de natuurlijke grens met Borgloon vormt. Vanaf Zammelen tot Wintershoven kent de beek een zuid-noord-verloop. De vallei is er vrij smal en wordt afgeboord door een steile oosthelling en een veel zwakkere westhelling. De vrij smalle beek kent er op sommige plaatsen nog een natuurlijk, meanderend verloop en telt diverse zijbeken, waarvan de Winter- en de Hoogveldbeek de belangrijkste zijn. Graas- en hooiweiden wisselen af met canadapopulieren, oude hoogstamboomgaarden, fruitplantages en akkers. Het vlakke, tot zacht ondulerende oostelijk deel van Vliermaal heeft het klassiek agrarisch uitzicht beter bewaard, onder meer dankzij de hogere bodemvruchtbaarheid, al komen ook hier de fruitplantages opzetten. Het centrum van het dorp is uitzonderlijk op een heuvel gesitueerd. De oudste bewoningssporen klimmen op tot de prehistorie.
De Romeinse bewoning wordt aangeduid door de aanwezigheid van tegulae, onder meer in de toren van de kerk, en door vondsten gedaan bij opgravingen op het Hoogveld en in Zammelen. De Romeinse weg Tongeren-Hasselt-Hechtel doorkruiste het grondgebied van de gemeente.
Reeds in de 10de eeuw was de gemeente de zetel van een graafschap dat van 959 tot 973 toebehoorde aan een zekere Werenharous en nadien eigendom was van graaf Emmo. In de loop van de 11de eeuw werd Vliermaal een Loonse gemeente. De heerlijke rechten hoorden eerst toe aan de graaf van Loon, later aan de prinsbisschop van Luik, daarna en tot 1589 aan Tongeren en uiteindelijk aan Hasselt.
Het gehucht Zammelen was een leen van de graven van Loon.
Vliermaal had een schepenbank, een lokale rechtbank. In 1297 werd er door de graven van Loon bovendien een gouwrechtbank opgericht. Zij verdween in 1796. Het Oppergerecht van het land van Loon werd bijgestaan door regionale banken te Bilzen, Borgloon, Montenaken en Rotem. Eind 13de eeuw beleefde dit gerechtshof haar hoogtepunt. De zetel werd vanaf 1469 tot 1796 naar Hasselt overgebracht, maar de benaming "Oppergerecht van Vliermaal" bleef van kracht. Toch bleef het hof nog regelmatig te Vliermaal vergaderen.
In Vliermaal fungeerden verschillende laathoven, grotendeels Loonse lenen: Pietersheim, Asseterhof, Genop, Gravenhof, toebehorend aan de graven van Loon, Groeningen, van Herderen, Jongenbos, Pastoorshof, toebehorend aan de pastorie van Hoeselt, Rendelborn, Termolen, Vroloe, Wermerbos, Reyshof.
De kerk van Vliermaal was een filiaalkerk van Hoeselt. Het collegiaal kapittel van Hoei had er het patronaatsrecht vanaf 1066. Dit geldt ook voor de kapelanie Vliermaalroot die tot midden 19de eeuw van Vliermaal afhankelijk bleef. Maar het gehucht Zammelen vormde een zelfstandige parochie, vanaf 1246 een dochterkerk van het kapittel van Tongeren. De gehuchten Eggetingen, Grimmertingen en Hullertingen beschikten niet over een eigen kapel en bleven deel uitmaken van de oerparochie Gors-Opleeuw.
De abdij van Herkenrode bezat in Vliermaal de molen zogenaamde "Croesmolen", met bijbehorende hoeve.
De heuvelsite Vliermaal is een echt straatdorp. Al op de Ferrariskaart (1771-77) wordt de as van deze traditionele landbouwnederzetting uit Vochtig-Haspengouw gevormd door de huidige Leopold III- en de Beekstraat. In die tijd was de Overbeekstraat op verkeerstechnisch vlak wel belangrijker dan de parallel ermee lopende Kersendaelstraet, die later aan betekenis won. In het noordwesten van het dorp waren toen ook ettelijke kleine hoeven geconcentreerd. Doordat Vliermaal niet onmiddelijk op of nabij een grote verkeersweg is gelegen en door het uitblijven van grote verkavelingszones, is de bevolkingstoename er niet spectaculair gestegen in de 20ste eeuw. De recente toename komt vooral tot uiting in een verdichting en uitbreiding van de lintbebouwing aan de bestaande wegen. De hellingen in de omgeving van de dorpskern, ten westen van de Leopold III-straat, eertijds veelal weiden met hoogstamboomgaarden, zijn recent door nieuwbouw ingenomen. Het betreft de Loo-, Boschel-, de Oude Tram-, de Sint-Jansstraat en de Kerkveldweg. De Oude Tramstraat verwijst als naam naar de voormalige tramlijn tussen Wintershoven en Vliermaal, een element van de regionale verbinding Kortessem-Schalkhoven-Tongeren. Naar Wintershoven toe werd een deel van deze bedding tot een wandelpad omgevormd.
In Vliermaal waren in het verleden heel wat molens in bedrijf. Tot de afgebroken en/of ontmantelde molens behoren: de watermolen van Grimmertingen, in 1280 vermeld, de slagmolen van Hullertingen, gelegen op de Mombeek, vermeld in 1294, ontmanteld in 1851 en volledig afgebroken circa 1900; de vuurmolen van de Overbeekstraat, in 1863 opgericht met als krachtbron een stoommotor en stopgezet in 1956; de zogenaamd "Libekesmolen", in 1931-32 in een pand aan de huidige Leopold III-straat opgestart met als krachtbron een mazoutmotor, die later naar de zogenaamd "Lambrechtshoeve" werd overgebracht, een elektrische motor kreeg en tot in 1944-1945 in bedrijf is gebleven. Tot de nog bestaande molens behoren de windmolen van Vliermaal en de hogerop genoemde "Croesmolen".
Vliermaal was steeds een landbouwgemeente. In 1833 was er ook een brouwerij actief. Thans vormt de fruitteelt de belangrijkste bedrijvigheid. Niettemin is de grote uitwijking sedert 1850 te verklaren door een gebrek aan plaatselijke tewerkstelling.
Oppervlakte: 937 hectare. Aantal inwoners (01-01-1999): 1.868.
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Boschelstraat
Omvat
Coutjoul, gesloten hoeve
Omvat
Eggetingenstraat
Omvat
Gemeenteschool
Omvat
Gesloten hoeve
Omvat
Gesloten hoeve
Omvat
Grimmertingenstraat
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve
Omvat
Hoeve Kuypers
Omvat
Hoeve Veldhinghen
Omvat
Hoogveldstraat
Omvat
Leopold III-straat
Omvat
Stal in vakwerkbouw
Omvat
Watermolen Croesmolen
Omvat
Zammelen
Is deel van
Kortessem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vliermaal [online], https://id.erfgoed.net/themas/14045 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.