Bouwgeschiedenis
In het najaar van 1922 doet de net opgerichte sociale huisvestingsmaatschappij Helpt Elkander een aanvraag om veertig huurhuizen te mogen bouwen (vandaar de volksnaam “De Veertig Huizen”). De plannen worden ontworpen door de Brusselse architect Georges Hendrickx en omvatten uiteindelijk 42 woningen.
Typering en beschrijving
Het concept van de tuinwijk – dat volgens de ontwerper gehanteerd werd – is herleid tot de aanleg van een groen pleintje, centraal langs de Jozef Duthoystraat (thans een verharde parking met enkele bewaarde knotbomen). Symmetrisch rondom het pleintje (twaalf woningen) en met uitlopers langs de straat is een huizenrij (van telkens twaalf woningen) ingeplant en ter hoogte van het pleintje is een overbouwde rondboogdoorgang voorzien naar een achterliggend, dwars straatje waar twee groepen van drie woningen zijn opgetrokken. Dit kleine straatje wordt enkele jaren later aangelegd en verkaveld als project "Nieuwhuizen, bachten de Veertig Huizen" (zie Nieuwhuizenstraat).
Rondom het pleintje werden door de ontwerper winkeltjes voorzien die, samen met het uithangbord, al in het originele plan zijn opgenomen. Ondanks de architecturale eenheid staat het individuele wonen bij elke woning centraal en heeft die bijvoorbeeld telkens een smal achtertuintje, op het plan afgesloten door een tuinmuur met poortje.
De woningen zelf vertonen invloeden van de cottagestijl in de steile, soms overkragende, verspringende bedaking, het materiaalgebruik bestaande uit de combinatie van baksteen voor de onderbouw met wit beschilderde en bepleisterde vlakken voor de verdiepingen en topgevels, rondboogvensters, oeils-de-boeuf en beluikte openingen. Wat de planindeling van de woning betreft, merkte Georges Hendrickx zelf twee bijzonderheden op: de incorporatie van de bijgebouwen in het volume van het huis, en de plaatsing van de trap in de woonkamer met als voordeel dat de warmte zich naar boven kan verspreiden, dat men makkelijk meubels naar boven kan verhuizen en dat men de trap kan uitwerken als een mooi meubel.
Evaluatie
Architecturale en stedenbouwkundige waarde als representatief voorbeeld van de kleinschalige toepassing van de tuinwijkgedachte in Vlaanderen tijdens de eerste helft van de jaren twintig. Bepalende erfgoedelementen zijn de inplanting en de groenaanleg (plein) en de architecturale eenheid, de schaal, het silhouet, de horizontale ordonnantie en de materialiteit (combinatie van rode baksteen, witte bepleistering en rode dakpannen).
- COOREVITS S. & DE CLERCQ E. 2007: Van tuinwijk tot hoogbouw. Woonwijken in Waregem, 1922-1977, Waregem, 14 en 35-37.
- HENDRICKX G. 1924: La cité-Jardin de Waereghem, l’Habitation à bon marché, 5, 103-105.
- VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Waregem met deelgemeenten Sint-Eloois-Vijve, Desselgem en Beveren-Leie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL45, onuitgegeven werkdocumenten.