Geografisch thema

Ruddervoordsestraat (Zedelgem)

ID
15825
URI
https://id.erfgoed.net/themas/15825

Beschrijving

Drukke verkeersader die vertrekt vanaf de Torhoutsesteenweg aan Zuidwege en in zuidoostelijke richting loopt tot aan de dorpskern van Ruddervoorde (zie Oostkamp), waarbij het grootste deel van de straat op grondgebied Veldegem ligt. Onderdeel van de staatsbaan N368 komende van Eernegem (zie Ichtegem, Eernegem) op grondgebied Zedelgem achtereenvolgens als Eernegemsestraat (zie Aartrijke), Brugsestraat (zie Aartrijke en Zedelgem) en op grondgebied Oostkamp (zie Oostkamp, Ruddervoorde) verdergezet. De licht bochtige straat volgt grotendeels het zuidelijke tracé van de oude verbindingsweg tussen Zedelgem en Ruddervoorde, met de huidige Groenestraat als noordelijk wegdeel.

De straat behoort tot het historisch stratenpatroon van de gemeente. De weg is min of meer terug te vinden op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). In de ommeloper van 1674 is er sprake van de "Ruddervoordestraete" en de "Ruddervoorschen wech". Op de Ferrariskaart (1770-1778) staat op het kruispunt met de Torhoutsesteenweg de "Cabaret Suytweghe" en een beperkte bewoning. De weg kronkelt zich verder grotendeels op het huidige grondgebied van Veldegem, door quasi onontgonnen veldgebied.

Op een kadastrale kaart (1808-1810) uit de Napoleontische periode weergegeven als één geheel met de Groenestraat onder de naam "chemin dit groenestraat conduisant à Ruddervoorde".

Op de Atlas der Buurtwegen (1844) (met inbegrip van de huidige Groenestraat) aangeduid als Chemin n° 1, "Ruddervoordsestraet. Chemin de Zedelghem à Ruddervoorde". De weg vertrekt vanuit de dorspkern, loopt over het gehucht Zuidwege in zuidelijke richting tot aan de grens met Ruddervoorde (Oostkamp). Op de Ph. Vandermaelenkaart (circa 1850) is te zien dat het veld in belangrijke mate als bosgebied, (doorkruist met ontginningsdreven in dambordpatroon) is geëxploiteerd.

In 1846 wordt dwars op de straat de spoorlijn Brugge-Kortrijk aangelegd, met station (nummer 65) ter hoogte van de kruising met de straat. In 1902 wordt de weg verbreed. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gekend als "Zedelghemstrasse".

De Ruddervoordsestraat beslaat op grondgebied Zedelgem slechts een kort wegdeel, tussen de Torhoutsesteenweg en de Veldbeek/Kerkebeek, de beek vormt er de grens met Veldegem. Deze wordt gemarkeerd door een betonnen brug met roodbakstenen balustrade onder dekplaat in blauwe hardsteen. Het grootste deel van de straat loopt verder op grondgebied Veldegem, tot aan de grens met Ruddervoorde waar de weg wordt voortgezet als Zedelgemsestraat.

Zuidwege is een groot kruispunt van enkele hoofdwegen gelegen in het gehucht De Leeuw. De naam verwijst naar een bewoningskern ten zuiden van Zedelgem, als tegenhanger van Noordwege (zie Diksmuidse Heirweg) ten noorden van de dorpskern. Ter hoogte van het kruispunt is op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) gekopieerd door Pieter Claeissens (1601) reeds bebouwing te zien, aangeduid als "Zuut Weghe". Mogelijk vanaf dan reeds herbergfunctie. Thans hotel en restaurant "Zuidwege", (zie Torhoutsesteenweg). Door de aanleg van de Torhoutsesteenweg (1751- 1754) wordt Zuidwege een belangrijk kruispunt ten koste van de "jeghenote Noortweghe" aan de Diksmuidse Heirweg.

Het gebied situeert zich tussen de plaatsen zogenaamd "'t Samersvelt" en "Meulendamvivere". In een kerkregister van 1518 met de opsomming van de wijken is er sprake van bewoning in "Ten Zuudtweghe gheheeten ten Torre" gesitueerd langs de "Ruddervoorschen herrewech" en de "Ijperschen herrewech". Laatstgenoemde verbond Brugge via Loppem over Zuidwege met Torhout en Ieper. De aanleg in 1751-1754 van de Torhoutsesteenweg vervangt de oude weg naar Ieper (zie Torhoutsesteenweg). Tevens zorgt de nieuwe weg voor een betere ontsluiting van het zuiden van Zedelgem en het latere Veldegem (zelfstandige parochie sinds 1896, zelfstandige gemeente sinds 1920). De wijk Zuidwege krijgt na de aanleg van de Torhoutsesteenweg de naam De Leeuw, genoemd naar de herberg "De Gouden Leeuw" (Torhoutsesteenweg nummer 188). De wijk groeit snel aan, er komen winkels, een bakkerij, een schooltje. In 1824 neemt Alexander Claeys een in 1758 opgerichte smidse langs de Torhoutsesteenweg over. Deze smidse zal vanaf het einde van de 19de eeuw de kiem vormen voor de industriële ontwikkeling van de wijk (zie Aimé Claeysstraat, Léon Claeysstraat, Remi Claeysstraat). De blijvende groei van de wijk en de bevolking leidt in 1938 tot de oprichting van de parochie Sint-Elooi (zie Sint-Elooistraat).

Het station wordt druk gebruikt voor het laden en lossen van goederen en speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de industrie. Het huidige stationsgebouw dateert van 1882. Er ontstaat een woonwijk, de Stationswijk. Circa 1900 bestaat die uit een twintigtal woningen en herbergen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is het station van Zedelgem een belangrijk knooppunt voor de Duitse bezetter. In die periode staan langs de Ruddervoordsestraat enkele Duitse barakken.

Zuidwege wordt, vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw, door de vestiging van enkele bedrijven, een druk verkeerspunt. De N32 (zie Torhoutsesteenweg) verbindt van noord naar zuid Brugge met Torhout. De N368 loopt in zuidoostelijke richting naar Ruddervoorde (zie Ruddervoordsestraat) en in westelijke richting naar Aartrijke (zie Brugsestraat), de verbinding met Aartrijke ontstaat pas in 1854. De noordwestelijke verbinding met Snellegem gebeurt vanaf Zuidwege via de Groenestraat en de Snellegemsestraat. Het grote aantal dodelijke ongevallen maakt een heraanleg met een rotonde in 2006 noodzakelijk.

Straat met heterogene bebouwing en meerdere functies. Belangrijke en beeldbepalende aanwezigheid van bedrijven en fabrieken (zie nummer 6), hoofdzakelijk in de buurt van het station.

In 1906 start Léon Claeys met de productie van dorsmachines. In 1909 bouwt hij een fabriek langs de Ruddervoordsestraat (nummer 51), die sedert 1964 in handen is van een Amerikaans bedrijf, het tegenwoordige Case New Holland (CNH) onderdeel van de groep Fiat (zie Léon Claeysstraat nummer 3).

Nummer 40 is de directeurswoning van Alidor Claeys, volgens kadaster opgetrokken circa 1955, bij de gieterijen en werkhuizen Alidor Claeys (nummer 38). Op grondgebied Veldegem (zie Ruddervoordsestraat nummer 82) ontstaan in 1929 de werkhuizen van dezelfde fabrikant.

Nummer 36 is de voormalige conservenfabriek "LEGUMA", nog te herkennen aan het opschrift boven een magazijn. De groentenfabriek (naamloze maatschappij "De Leguma") wordt door Gustaaf Maertens in 1923 opgetrokken en uitgebreid in 1930. In 1939 richt meubelmaker E. Hessels naast de gebouwen van de groentefabriek een "werkhuis" op, dat in 1941, 1946 en 1952 vergroot wordt. De tuitgevels aan de straat dateren van 1939 (links) en 1946 (rechts) en maken aanvankelijk deel uit van het meubelwerkhuis. Het oorspronkelijke opschrift "EXCELSIOR" op de rechter tuitgevel, verwijst naar het meubelwerkhuis en wordt later overschilderd. Ondertussen blijft ook de groentefabriek groeien. De gebouwen worden vergroot in 1953, 1955, 1957, 1959, 1960, 1963. Tot 1963 is er in het kadasterarchief sprake van de "groenteoplegfabriek". Vanaf dat jaar verwijst men naar de gebouwen als "fabriek". In 1965 worden de gebouwen van de voormalige groentefabriek en de gebouwen van de voormalige meubelfabriek samengevoegd tot één geheel. De gebouwen, bestaande uit enkele magazijnen met tuitgevels uit de jaren 1939 en 1946 en aansluitend bedrijfsgebouw uit de jaren 1960, staan tegenwoordig leeg.

Nummer 59 is oorspronkelijk een geheel, bestaande uit een cichorei-ast, opgetrokken circa 1895, en een woonhuis met aanpalend magazijn, aan de straatkant opgetrokken circa 1905. De gebouwen zijn thans in gebruik als meubelatelier (magazijn en ast) en -winkel (woonhuis). Van het woonhuis zijn de voor- en de achtergevel gewijzigd, waarbij de voorgevel vermoedelijk in de jaren 1950 aangepast wordt met een nieuw parement en gewijzigde muuropeningen, evenwel met behoud van de bestaande gootlijst. Het interieur bewaart nog enkele oorspronkelijke elementen zoals de planindeling, rozet en versierd lijstwerk.

De naastliggende antiekzaak (nummer 59A) opgetrokken in historiserende stijl is volledig nieuw.

Tevens woonstraat met een grote verscheidenheid aan huizen. Bescheiden rijhuizen worden afgewisseld met halfvrijstaande, vrijstaande en koppelwoningen. Enkele villa's, onder meer nummer 13, volgens kadastergegevens opgetrokken circa 1958. Op de hoek met de Sint-Elooistraat aanwezigheid van de basisschool "De Glimlach" ten behoeve van de woonwijk ten zuiden van de Ruddervoordsestraat.

  • KADASTERARCHIEF WEST-VLAANDEREN TE BRUGGE, 207: Mutatieschetsen, Zedelgem, 1895/15, 1902/6, 1905/34, 1923/14, 1930/27, 1939/25, 1941/19, 1946/22, 1952/25, 1953/47, 1955/24, 1957/63, 1958/47, 1959/39, 1960/35, 1963/69, 1965/67.
  • RIJKSARCHIEF BRUGGE, Kaarten en Plannen, nr. 1607: Kaartboek met kadastrale kaarten (Napoleontische periode) van Jabbeke, Sint-Michiels, Sint-Andries, Snellegem, Varsenare, Zerkegem en Zedelgem, 1808-1810.
  • ARNOU P., De bevrijding van Zedelgem in 1944, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 2, nr. 3, 1981, p. 87-96, p. 118-127.
  • ARNOU P., Vroeger en nu, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 3, nr. 2, 1982, p. 60-62.
  • BONDUEL L., Het Zedelgem, Veldegem, Loppem en Aartrijke van toen. Een verzameling foto's en prentbriefkaarten aangevuld met beknopte historische gegevens, Brugge, 1983, p. 28-29, p. 31-32.
  • CAPPON G., De hoeve Noortweghe en haar bewoners, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis Pastoor Ronse, jg. 3, nr. 2, 1982, p. 82-83.
  • CAPPON G., De ommelooper der prochie van Zedelgem. Pieter Lust, landmeter, Zedelgem, 1996.
  • DE BOT H., Stationsarchitectuur in België. Deel 1: 1835-1914, Turnhout, 2002-2003, p. 118-121.
  • DECEUNINCK V., Zedelgem gedurende de Eerste Wereldoorlog, in Zilleghem. Handelingen van de Kring voor heemkunde en geschiedenis pastoor Ronse, jg. 12, nr. 2, 1991, p. 67-80.
  • DELAMEILLEURE F., Tracé, aanleg, financieel beheer en economische betekenis van de steenweg Brugge-Menen 1737-1765, Roeselare, Stad Roeselare, 2003, p. 224.
  • DE SPLENTERE L. e.a., Zedelgem de eerste 100 jaar. Van Léon Claeys tot 2006. S.l., New Holland, 2006.
  • POLLET J., Parochie St.-Elooi. Zedelgem – De Leeuw. 1938-1988. Een terugblik, Zedelgem, 1988.
  • WAEYAERT F. en LERMYTE J.-M., De Droogenbroodroute (1847-1997). De spoorlijn 66 Brugge-Kortrijk, Aartrijke, Uitgeverij Emiel Decock en het West-Vlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde, 1997, p. 97-108.

Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Café Breugelhof

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Duitse bunker Zuidwege

  • Omvat
    Landhuis Merelhof

  • Omvat
    Station Zedelgem

  • Omvat
    Twee gekoppelde dorpswoningen

  • Omvat
    Twee gekoppelde dorpswoningen

  • Omvat
    Vrijstaand burgerhuis

  • Omvat
    Wasserij-Flandria met directeurswoning

  • Is deel van
    Zedelgem

  • Is gerelateerd aan
    Ruddervoordsestraat (Veldegem)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ruddervoordsestraat (Zedelgem) [online], https://id.erfgoed.net/themas/15825 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.