Willy Van Der Meeren (°1923, Lebbeke - †2002, Jette) kan beschouwd worden als de laatste vertegenwoordiger van een reeks modernisten in België die architectuur een verheffende sociale functie toekenden. Maar daarnaast was hij bovenal een uitzonderlijk geïnspireerd en inventief bouwer.
In 1948 studeerde hij af aan het ‘Terkameren Instituut’ in Brussel waar hij les kreeg van twee eminente figuren uit het modernisme, Louis-Herman De Koninck (1896-1984) en Victor Bourgeois (1897-1962). Zij legden de fundamenten voor zijn meesterlijke architectuur en sociale verbondenheid, de twee pijlers waarop hij zijn hele verdere oeuvre zou bouwen: “het métier, het bouwen heb ik geleerd bij De Koninck, de filosofie van het bouwen bij Bourgeois”, aldus Van Der Meeren. Aan het begin van zijn loopbaan maakte hij kort deel uit van “Groupe NA” (1951-‘52). In 1952 werd hij beheerder van de vzw. “Formes Nouvelles”, een vereniging ter promotie van het nieuwe Belgische meubel, en van het Coöperatief der Kunstambachten “Forme”. Hij was lid van het Belgische CIAM en mengde zich actief in het architectuurdebat als medeoprichter en redacteur van de tijdschriften Architecture (1952), Bouwen en Wonen (1953) en Ruimte (1953). Met het prototype van het EGKS-huis dat hij samen met architect Léon Palm (1922-1992) in 1954 ontwikkelde voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), tekende Van Der Meeren voor een uniek experiment in de industrialisatie van de woningbouw. Het project werd echter nooit op grote schaal uitgevoerd. Toch realiseerde Van Der Meeren vele gegroepeerde woningen, en enkele individuele woningen, die allen op één of andere manier van het EGKS-huis afgeleid waren en waarvan het ‘Vierwindenbinnenhof’ in Tervuren (1955) het sterkste aanleunt bij het oorspronkelijke concept. Het flatgebouw “Ieder zijn Huis” (1954-‘60) te Evere, behoorde eveneens tot de zeldzame experimenten in de sociale hoogbouw. Le Corbusier indachtig, streefde hij voor de laagste inkomensgroepen een verbeterd woonklimaat na, door zowel het reële comfort als het gemeenschapsgevoel te bevorderen. Vanaf 1950 ontwierp hij voor de firma Tubax een meubelprogramma op basis van gestandaardiseerde basiselementen in staal en hout. In de vroege jaren 1960 vielen de grootschalige, sociale woonprojecten die Van Der Meeren op het lijf geschreven waren, weg. Hij ontwierp toen een reeks opmerkelijke privé-woningen, steeds vertrekkende vanuit een specifieke probleemstelling en de landschappelijke context. Het determinerend samengaan van functionaliteit, identiteit en materiaalkeuze resulteerde in een aantal ongebruikelijke vormgevingen; waaronder het wandeldek van het “huis Leerschool” in Langdorp (1961), de schelp van het “huis Roelants” in Sint-Martens-Lennik (1962) of de “shed” van het “huis De Hollander” in Brussegem (1964).
In 1964 richtte hij het atelier Alpha op dat tijdelijk werd ondergebracht in de bekende ateliertent (1965) in Sterrebeek. Het interdisciplinaire ontwerpersteam ontwikkelde een nieuwe ontwerpmethode gebaseerd op de actieve inbreng van opdrachtgever en uitvoerders. Een catalogus van complementair gemoduleerde elementen geënt op het SAR-systeem van John Habrakens (1928, professor aan de Technische Universiteit van Eindhoven), garandeerde een onderlinge compatibiliteit die door bewoners en uitvoerders tot een individueel concept konden worden geassembleerd. In tegenstelling tot het EGKS-huis werd er niet meer met globale wooneenheden gewerkt, maar met gestandaardiseerde bouwelementen. Het HBK-gebouw (1967-’70) in Antwerpen, maar ook een reeks privé-woningen uit jaren ’70 werd volgens deze methode ontworpen, bv. “woning ‘t Sijen” in Herselt (1974), “woning Peeters” in Grimbergen (1975) en “woning Lemaire” in Ways (1976). Naast zijn privé-praktijk was Van Der Meeren ook steeds actief in het onderwijs: in 1957 gaf hij les aan het ‘Hoger St.-Lucasinstituut’ van Schaarbeek, in de periode 1965-’67 aan het ‘Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw’ van Antwerpen en in de periode 1968-’70 aan het ‘Ter Kameren Instituut’. Vanaf 1968 werkte hij als professor aan de ‘Academie voor Bouwkunst’ van Tilburg en sedert 1970 ook aan de ‘Vrije Universiteit’ van Brussel waarvoor hij onder meer 350 studentenhomes te Etterbeek (1971) ontwierp. Zoals in al zijn huisvestingsprojecten, bleef hij ook in zijn stedenbouwkundige projecten trouw aan zijn gerichtheid op de massahuisvesting waarbij eerst een gemeenschappelijk kader moest worden gevormd waarbinnen het individueel wonen zijn vorm kon krijgen. Het woon- en winkelcomplex in Marke van 1967 is hiervan een voorbeeld, maar ook zijn uitdagende stedenbouwkundige voorstellen voor de Koninklijke Jacht en het Arsenaal (1988), te Brussel, waarmee hij zijn carrière in België schitterend afsloot. In deze twee studies benaderde hij het “mobiele urbanisme” van Yona Friedman (1923) die zoals Van Der Meeren, zijn hele loopbaan begaan was met de nood van het individu en de massa aan onderdak. In 1988 emigreerde hij naar het Griekse eiland Leros.
Uit: VAN DAMME M., beschermingsnota Vierwindenbinnenhof te Tervuren, 30.08.2007.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Lange Lozanastraat 250-260 (Antwerpen)
Hoofdzetel van de Hypothecaire Beleggingskas (HBK), gebouwd naar een ontwerp door de architect Willy Van Der Meeren uit 1967-1968. De bouw door aannemer Van Riel & Van den Bergh werd in augustus 1968 aangevat en in oktober 1970 voltooid. Van Der Meeren tekende in 1982 ook voor de uitbreiding op het links aanpalende perceel.
Tombergstraat 43 (Lennik)
De Woning Gordts , gebouwd in opdracht van een doktersfamilie en in samenwerking met architecte Monique Morsomme, is een ontwerp van architect Van Der Meeren uit 1965.
Oude Brusselsestraat 15 (Lennik)
In 1962 liet schrijver Maurice Roelants een eigen woning ontwerpen door de vooruitstrevende architect Willy Van Der Meeren. De woning is geïsoleerd ingeplant op de Tomberg, te midden van een agrarisch landschap, ten zuiden van de Ninoofsesteenweg.
Scheeweg 12 (Linkebeek)
Witgeschilderde bakstenen woning van één bouwlaag onder overkragend plat dak, carport staat vóór het huis op een lager niveau, gebouwd in 1957 volgens de literatuur, in 1958 volgens de bewoonster.
Warotveld 1-35, 36-56, 57-66 (Herent)
Sociale woonwijk in opdracht van Volkswoningbouw Herent tussen 1971 en 1976 ontworpen door Willy Van Der Meeren en deels uitgevoerd tussen 1976 en 1979. 45 gezinswoningen gecombineerd met een galerijflatgebouw op een gemeenschappelijke parkeergarage (laagbouw).
Liersesteenweg 386 (Mechelen)
Drie niveau's-woning onder pannen zadeldak, van 1959-1960 naar ontwerp van architect W. Van Der Meeren.
Tuinbouwlaan 21 (Dilbeek)
Woning Maes naar ontwerp van Willy Van Der Meeren van 1959-1960, met aanvraag voor een verbouwing in 1968, ingediend door architect AGA André.
Statiestraat 10A (Mol)
Rijhuis met karakteristieke vensterregisters op de tweede en derde bouwlaag, naar ontwerp van W. Van Der Meeren van 1956.
Doornbergstraat 21 (Aarschot)
De woning, genoemd naar de eigenaars-opdrachtgevers en gerealiseerd in 1962-1964, werd ingeplant op een nagenoeg vierkant perceel. Het ontwerp is van architect Willy Van Der Meeren.
Oude Rondelaan 84 (Leuven)
De atelierwoning Leclercq-Vandamme is een ontwerp van architect Van Der Meeren uit 1962.
Krogstraat 90-92 (Meise)
Modernistische tweegezinswoning op onregelmatige plattegrond, opgetrokken voor twee broers naar een ontwerp van 1965 van Willy Van Der Meeren. De woning bestaat uit zeven uitspringende betonnen portieken waarop houten dakspanten werden bevestigd.
Kasterland 1 (Keerbergen)
De Woning Valckernaers is een ontwerp van architect Van Der Meeren uit 1964. Een beperkt budget en de initiële vraag naar de mogelijkheid van een gefaseerde opbouw én naar een zichtbare houten zoldering waren in hoge mate beslissend voor uiteindelijk concept en vormgeving waarbij ook aandacht was voor de interactie met het omliggende tuinperceel.
Vierwindenbinnenhof 1-8 (Tervuren)
Woonerf Vierwindenbinnenhof van 1955, sociale woningbouw en eigen woning van Willy Van Der Meeren gekenmerkt door een grote constructieve helderheid en functionaliteit.
Hovestraat 42 (Edegem)
Rijhuis van drie bouwlagen onder platte daken, van circa 1971 naar ontwerp van Willy Van Der Meeren.
Dennenoord 1-14, Potaardestraat 156-168 (Kraainem)
Zes blokken van telkens per drie of per vier gekoppelde bel-etage-eengezinswoningen, geschikt rondom een pleintje, in 1955 ontworpen door Willy Van Der Meeren en gebouwd in 1957.
Esdoornenhof 1-26, 27 (Kraainem)
Vijf woonblokken van telkens per vijf of per zes gegroepeerde bel-etage-eengezinswoningen, in 1959 ontworpen door Willy Van Der Meeren en opgebouwd volgens modulair systeem met betonstructuur en bakstenen zijwanden.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Van Der Meeren [online], https://id.erfgoed.net/personen/7033 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.