De parochiekerk van 1902-1904 naar ontwerp van architect Edward Careels is opgetrokken in neogotische stijl. De opstand van de kerk, namelijk een driebeukige hallenkerk met kruisribgewelven, is volgens T. Coomans een uitzondering binnen het gegeven van de neogotische kerkenbouw. Ze werd opgetrokken uit witte hardsteen van de steengroeven van Montauban (Luxemburg), een materiaal dat het oeuvre van Careels typeert. De kerk en de bijhorende pastorie naar ontwerp van dezelfde architect van 1906 vormen een harmonisch geheel gelegen aan de stadsrand op het einde van de ringweg rond Lier.
Historiek
Oorspronkelijk omvatte de Sint-Gummarusparochie het hele gebied van de stad Lier en de omliggende Bijvang. In 1732 richtte bisschop Carolus d’Espinosa twee parochiedistricten met een eigen priester op in het buitengebied, één ervan lag aan de oostkant van Lier waar in 1901 de parochie van de Heilige Familie werd opgericht.
Op vraag van de kerkfabriek kreeg Edward Careels (1857-1933), provinciaal architect van het arrondissement Mechelen, de opdracht voor het ontwerpen van een kerk die werd opgericht in 1902-1904, de eveneens door hem ontworpen en ten noordwesten gelegen pastorie dateert van 1906. Kerk en pastorie werden zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd. Herstellingswerken aan de kerk en de heropbouw van de uitgebrande pastorie werden uitgevoerd in 1942.
Beschrijving
De georiënteerde, neogotische driebeukige hallenkerk van acht traveeën is voorzien van een vijfzijdige koorsluiting en een aangebouwde toren tegen de zuidgevel, opgetrokken uit natuursteen en voorzien van een leien bedaking. De toegang bevindt zich in de westelijke puntgevel; het betreft een korfboogdeur voorafgegaan door een steektrap onder een bekronend spitsboogvenster in een geprofileerde omlijsting en in de top een oculus met drielobmotief. Aan de linkerzijde bevindt zich een doopkapel van een rechte travee met een driezijdige sluiting.
De middenbeuk is voorzien van een zadeldak met aansluitende zijbeuken uitgewerkt als kapellen met topgevels en afgewolfde zadeldakjes, van elkaar gescheiden door versneden steunberen. De traveeën van het schip zijn onderaan breder uitgebouwd onder lessenaarsdakjes (confer de ingebouwde biechtstoelen). De spitsboogvensters zijn uitgewerkt met variërend maaswerk.
De opmerkelijke plaatsing van de toren tegen de zuidgevel is een gegeven dat Careels hernam voor de bouw van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Bonheiden. Het betreft een vierkante toren van vier geledingen onder ingesnoerde naaldspits met markerende kordons, boogfries en spitsbogige galmgaten. Aan de straatzijde bevindt zich een korfboogdeur onder een gebeeldhouwd paneel met afbeelding van de Heilige Familie, een halfronde traptoren ten westen en ten oosten een rechthoekige sacristie onder schilddak met spitsboogvormige ingangsportiek en korfboogdeur.
Interieur
In het interieur, eveneens van natuursteen, worden de beuken gescheiden door een spitsboogarcade van natuurstenen zuilen van Euvillesteen, op achtzijdige basis met koolbladkapiteel naar Brabantse traditie. De overdekking gebeurt met bakstenen kruisribgewelven met natuurstenen ribben en gordelbogen. De gewelfribben van de zijbeuken komen neer op sobere consoles, in het koor op colonetten rustend op engelenkopconsoles. In de zijbeuken bevinden zich brede segmentboognissen met ingebouwde biechtstoelen. De eenvoudige spitsboogvensters zijn uitgewerkt met variërend neogotisch maaswerk, in het koor met figuratieve glas-in-loodramen met taferelen uit het leven van Christus, in 1948 gerestaureerd door Oscar Calders. De muren van het koor en de zijkapellen zijn beschilderd met rode en roze imitatiegordijnen met florale motieven, gezaaide (Christus)monogrammen en Christussymbolen zoals het lam met vaandel waarop een kruismotief. Het schip heeft een zwart-witte tegelvloer, in het koor ligt een mozaïekvloer met een later verhoog van drie treden als basis voor het centrale altaar volgens de nieuwe liturgie. De doopkapel is uitgerust met een ijzeren afsluithek.
Mobilair
- Polychrome heiligenbeelden onder meer beeld van Heilige Augustinus door J. Van der Wee.
- Kruisweg van gedreven koper door Aloïs Hubertus Haan
- Koperen deksel van de doopvont van Aloïs Hubertus Haan
- Het hoofdaltaar in Euvillesteen heeft een retabel met reliëfs in gedreven koperwerk met taferelen uit het leven van de Heilige Familie.
- Koperen lichtarmaturen in koor en zijkoren.
- Orgel van 1952 door G. D’Hondt ingebouwd in zuidgevel (torentravee).
- Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002470, kerk van de Heilige Familie + pastorie en tuin als dorpsgezicht (STEYAERT R., 2009).