Voormalig zomerverblijf in eclectische stijl, in 1869 gebouwd in opdracht van Emiel Van Nyen (1841-1913), verkocht in 1887 doch vanaf 1905 terug in het bezit van de Van Nyens; tot 1952 bewoond door de familie van Karel Van Nyen (1864-1951), neef van de bouwheer, geschiedvorser en eerste heemkundige van Beerse. Na diens dood, in 1952, aangekocht door de gemeente, om tot 1977 dienst te doen als gemeentehuis; in 1960 uitgebreid met rechtervleugel voor raadzaal. Heden gemeenschapshuis en heemkundig museum. Omringend park begrensd door Kerkplein en Pastoriestraat met voormalig koetshuis aan zuidzijde, ingericht als steenbakkerijmuseum en café; in het park, duiventoren, reconstructie van een droogloods (afkomstig van de vroegere steenbakkerij DAKT), monument voor de steenbewerkers van Beerse en enkele hedendaagse sculpturen.

Vrijstaand herenhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder vernieuwd zadeldak (nok parallel aan de straat, leien); iets lagere noordelijke uitbouw onder half schilddak met oeils-de-boeuf (nok loodrecht op de straat) en latere uitbouw; zuidelijke vleugel van 1960 onder plat dak; de verbouwing van de begane grond aan tuinzijde dateert vermoedelijk van dezelfde tijd. Bakstenen dubbelhuis op arduinen plint, gemarkeerd door gecementeerde muurbanden, tandlijsten en houten kroonlijst op klossen; getoogde muuropeningen met bewaarde luiken voor de vensters aan de straat; ook rondbogige en rechthoekige muuropeningen. Bovenverdieping sedert 1987 ingericht als heemkundig museum. Voormalige raadzaal ingericht in rustieke stijl met schilderijen door K. Ooms, Ph. Van Bree en E. De Biefve, L. Derickx en C. Van Leemputten; glasramen, 1966, door J. Huet.

Gerenoveerd en vergroot koetshuis met oorspronkelijk volume van drie traveeën onder schilddak (leien); neotraditioneel getint bakstenen gebouw met verhoogde, risalietvormende middentravee met trapgevels, hoektorentjes, versieringen van gesinterde baksteen, segmentboogpoorten, oculi en rondboogvenstertjes.