Art-nouveaugetint enkelhuis van twee bouwlagen en twee traveeën onder pseudo-mansardedak (leien, mechanische pannen) met dakvenster, opklimmend tot het vierde kwart van de 19de eeuw of het eerste kwart van de 20ste eeuw; erker aangebracht naar ontwerp van (F.)X. Taeymans, 1914, zie bouwaanvraag; later zadeldak hoger opgetrokken.

Gele bakstenen lijstgevel; verwerking van arduin en bruine geglazuurde baksteen in plint, raam- en deuromlijstingen, geveldecoratie onder meer typisch, doch afgevlakt lint- en zweepslagmotief, bloem- en voluutmotieven voor de kapitelen van de sterk markerende pilasterordonnantie; driezijdige houten erker met paneelversiering op arduinen vloerplaat met consoles waarop vrouwenhoofdje. Gevarieerde boogvensters; houten vleugeldeur met reliëfglas en typisch ijzerwerk, bovenlicht.

Sobere bakstenen achtergevel met segmentboogvensters; veranda met rechthoekige lantaarn; haakse aanbouw.

Interieur. Enfilade van woonvertrekken, gescheiden door gegroefde Ionische zuiltjes en pilasters van gemarmerd hout op vierkante basis; mooie plafonddecoratie en schilderingen: cupido's met bloemenslinger (eerste vertrek), plant- en bloemmotieven, fruitkorven en spreuken, gevat in een houten omlijsting uitgewerkt met leeuwenkoppen en panelen (tweede vertrek), stucwerk en spiegellijst met onder meer art-nouveaumotieven (derde vertrek); marmeren schouwen waarboven spiegel, in tweede vertrek met houten boezem.